Op papier lijkt hybride werken een uitkomst voor mensen met een arbeidsbeperking. In de praktijk wordt deze kans te weinig gegrepen, zo blijkt uit onderzoek van Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Saxion. Het zit 'm vaak in kleine aanpassingen die al veel verbetering brengen.Hybride werken, waarbij een deel van de tijd thuis en een deel op kantoor wordt gewerkt, biedt veel voordelen voor medewerkers met een arbeidsbeperking. Denk bijvoorbeeld aan meer flexibiliteit in werkuren, autonomie in werktaken en het bewaken van de werk-privé balans. De realiteit blijkt echter een stuk weerbarstiger.
LINK
Organisaties zoeken naar vormen van hybride werken waarbij medewerkers hun taken uitvoeren verdeeld over het kantoor en de thuiswerkplek. De transitie naar een geschikte hybride vorm van werken is een complex vraagstuk dat veel voorbereiding vergt. Dat komt doordat de keuze voor een geschikte hybride vorm a!angt van allerlei belangrijke kenmerken, voorwaarden en behoeftes van zowel de medewerker, het team, de organisatie als de omgeving. In dit artikel wordt uitgelegd hoe een team de transitie naar hybride werken kan vormgeven aan de hand van vijf volgordelijke stappen. De stappen geven een overzicht van hoe deze hybride puzzel kan worden gelegd en hoe de gekozen vorm praktisch werkbaar kan worden gemaakt. Het stappenplan is gebaseerd op de ‘lessons learned’ van zes teams die de hybride transitie hebben doorlopen, aangevuld met inzichten uit de recente literatuur. Teamleiders, organisatieadviseurs en coaches kunnen dit stappenplan gebruiken om samen met de teamleden op zoek te gaan naar een hybride vorm die hen in staat stelt de teamdoelstellingen op een effectieve manier te (blijven) realiseren.
LINK
De rol van het personeel in penitentiaire inrichtingen (PI) is de laatste decennia drastisch gewijzigd. Waar voorheen het waarborgen van veiligheid voorop stond, is er gaandeweg – mede door een veranderende populatie – meer aandacht gekomen voor zorgaspecten in het werk van inrichtingswerkers. Werken met aandacht voor zowel zorg als veiligheid noemen we hybride werken. Om met coaching en scholing goed aan te sluiten op hybride werken is het belangrijk te weten hoe penitentiair inrichtingswerkers (piw’ers en zbiw’ers) denken over hun werk en over de omgang met gedetineerden. In deze rapportage worden de resultaten van dit onderzoek, de opvattingen van piw’ers en zbiw’ers, in kaart gebracht.
DOCUMENT
Ruim twee eeuwen geleden (in 1821) is het Nederlandse gevangenisstelsel ingevoerd. Het doel van vrijheidsbeneming lag aanvankelijk vooral in vergelding en zedelijke verbetering of, zoals Molleman1 het beschrijft, in ‘beleren en bekeren’. Doel en vorm van het gevangeniswezen maakten in de loop der tijd veel veranderingen door: van lijfstraffen naar inzetten op opvoeding en gedragsverandering; van eenzame opsluiting naar meerpersoonscellen; van het verdienen van privileges om te luchten/sporten naar het recht op bezoek en geloofsbeoefening; van inzetten op zwaardere beveiligingsmaatregelen naar het voorkomen van detentieschade. Niet alleen doel en vorm veranderden in de loop der tijd, ook de gevangenispopulatie veranderde; bij de huidige doelgroep die in een penitentiaire inrichting (PI) verblijft, is steeds meer sprake van meervoudige en complexe problematiek. Zo kampt een substantieel deel met problematisch middelengebruik, velen hebben last van psychische klachten of stoornissen, en bij veel gedetineerden is sprake van een licht verstandelijke beperking. De hiervoor geschetste veranderingen van doel, vorm en doelgroep vragen andere (nieuwe) vaardigheden van penitentiair inrichtingswerkers (piw’ers). Mede vanwege toenemende zorg om gedetineerden met een complexe problematiek zijn er naast piw’ers ook zorg- en behandelinrichtingswerker (zbiw’er)5 werkzaam in de PI’s. Op dit moment werken er circa 3500 piw’ers en zbiw’ers in een Nederlandse PI. Hoewel verschillend opgeleid, werkzaam in verschillende regimes en met verschillende doelgroepen staan zij allemaal min of meer voor dezelfde opdracht: het realiseren van een goed leefklimaat dat detentieschade kan voorkomen en kan bijdragen aan re-integratie van gedetineerden. Daarin is in toenemende mate ook aandacht voor herstelgericht werken met oog voor slachtoffer en samenleving. Dat vraagt een hybride manier van werken. Dat is het bewaken en bewaren van de veiligheid van gedetineerden en personeel combineren met het bieden van zorg aan gedetineerden en hen motiveren voor en voorbereiden op een delictsvrije toekomst na detentie. Het is belangrijk dat inrichtingswerkers geschoold en begeleid worden in het ontwikkelen van deze meer hybride werkwijze. Om dat adequaat te doen is het belangrijk aan te sluiten bij hun opvattingen. Die bepalen immers een deel van het handelen. Opvattingen van inrichtingswerkers kennen en daarop aansluiten in scholing en begeleiding kan effect hebben op de aard van de begeleiding van gedetineerden. Er is nog betrekkelijk weinig onderzoek gedaan naar opvattingen van inrichtingswerkers over hun werk, enkele (kleinschalige) uitzonderingen daargelaten. Dit artikel beschrijft een onderzoek naar opvattingen van inrichtingswerkers over hybride werken, uitgevoerd in PI Vught. Resultaten bieden richting voor coaching en scholing van inrichtingswerkers, zowel voor de PI’s zelf als voor de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en andere opleidingsinstituten.
DOCUMENT
Hoewel het belang van leiderschap in hybride werken wordt erkend, ontbreekt nog een concreet kader voor hybride leiderschap in competentieprofielen. Aan de hand van een uitgebreid internationaal literatuuronderzoek heeft onderzoeker/docent management & organisatie Wouter Smit een verkenning gemaakt van hoe dit profiel eruit kan zien.
LINK
Samen leren, werken en innoveren: dat is de kern van een hybride leeromgeving. Wat is nu een hybride leeromgeving, en waar moet je rekening mee houden bij de inrichting en ontwikkeling ervan? In deze kennissynthese bundelen we verschillende inzichten uit onderzoek en bieden we concrete handvatten voor de praktijk.
MULTIFILE
Docenten bewegen zich in toenemende mate tussen werkveld en school in zogenoemde hybride leeromgevingen. Echter, deze verandering in de rol van ‘klassieke’ docent naar hybride docent gaat niet vanzelf. Het vraagt aanpassingen in samenwerkingsen didactische vaardigheden en in rollen. In dit artikel worden ervaringen gedeeld, opgedaan in twee en een half jaar implementatie van hybride leeromgevingen, en worden aanbevelingen gedaan aan docenten en organisaties over de begeleiding van docenten. De kernboodschap is: werken in een hybride omgeving is anders werken. School en werkveld: twee aparte werelden ‘Het gaat heel anders in de praktijk’ is een regelmatig terugkerende uitspraak van studenten in zorgopleidingen. Studenten lijken school en werkveld als twee aparte werelden te beleven. Onderwijs- en zorginstellingen erkennen deze ervaringen en zijn op zoek naar een betere afstemming tussen de beroepspraktijk en het werkveld. De laatste tien jaar is een toenemende aandacht voor hybride leeromgevingen te zien.
LINK
Van februari t/m juni 2021 hebben 12 HRM-afstudeerders bij acht verschillende organisaties (profit en non-profit) onderzoek gedaan naar de impact van het thuiswerken als gevolg van COVID-19 op de duurzame inzetbaarheid van werkend Nederland.
DOCUMENT
In dit artikel wordt beschreven hoe het leren in een hybride leeromgeving (school en beroepspraktijk) vorm wordt gegeven en geeft hierbij een overzicht van inzichten uit de wetenschappelijke literatuur.
DOCUMENT
Beroepsloopbanen van mensen zijn aan het veranderen: 40 jaar werken in dezelfde functie of voor dezelfde werkgever is niet meer van deze tijd (Semeijn, 2017; Sullivan & Baruch, 2009). In onze huidige maatschappij is persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling steeds belangrijker aan het worden en willen mensen graag een baan die uitdagend is en past bij hun talenten. Het veranderen van baan of werkgever biedt vaak de mogelijkheden om tegemoet te komen aan die behoeften. De verwachting is dat werkenden in de nabije toekomst vaker van baan, functie of zelfs beroep zullen veranderen en dat het ook vaker zal voorkomen dat mensen in meerdere gebieden tegelijkertijd werkzaam zijn en bijvoorbeeld twee functies combineren (Semeijn, 2017). Kortom, loopbanen nemen steeds meer ‘hybride’ vormen aan (Sullivan & Baruch, 2009).
DOCUMENT