Een overzicht (A3-formaat) welke stappen te zetten zijn als je als sociaal werker (of studerend daarvoor) het gesprek met je cliënt wilt voeren over hun sociale netwerk. Waar moet je aan denken, waar kan je alert op zijn, wat kan je beter niet doen?
DOCUMENT
Deze handreiking voorziet professionals in het sociaal domein van concrete handelingskennis hoe in hulpverleningstrajecten samen te werken met de vertrouwde mensen om de gezinnen heen die in een kwetsbare positie verkeren. Het is de uitkomst van een onderzoek dat de jeugdzorginstellingen Parlan, Kenter en het lectoraat Empowerment en Professionalisering hebben uitgevoerd in het kader van de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord-Holland. De handreiking blijkt ook voor professionals buiten het sociaal domein relevant. Het thema samenwerken formele en informele zorg speelt immers in vele domeinen.
DOCUMENT
Het sociaal netwerk vormt een belangrijk thema doordat vanuit de Wmo verondersteld wordt dat de cliënt eerst de eigen kracht aanboort, alvorens er professionele hulp kan worden ingeschakeld. Dat betekent dat hij ook de kracht die het eigen sociaal netwerk bezit moet benutten. Het gaat bij kracht van het sociaal netwerk om steun die door familie, vrienden , kennissen en buren gegeven kunnen worden. Hierdoor kan de cliënt langer zelfstandig thuis blijven wonen en/of meer participeren in de samenleving. In de literatuur wordt wel onderscheid gemaakt tussen het persoonlijk – en het maatschappelijk steunsysteem van de cliënt. Bij het maatschappelijk steunsysteem gaat het dan met name over het benutten van algemene voorzieningen als vrijwilligers of lotgenotencontacten etc. In deze docentenhandreiking ligt de focus op het persoonlijk steunsysteem. De opzet van deze handreiking is dat je als docent tijdens je lessen voor een bepaald vak waar het onderwerp Sociale netwerken bij aan de orde komt, kan putten uit dit lesmateriaal. Daarbij kun je gericht zoeken vanuit de deelthema’s waar deze docentenhandreiking uit is opgebouwd. Ieder deelthema wordt kort ingeleid. Hierdoor krijgt de lezer een goede indruk van de belangrijkste items die bij ieder deelthema aan de orde zijn. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de literatuur en onderwijsmodules uit de Wmo-werkplaatsen, zodat jij en studenten zich verder in het thema kunnen verdiepen. Tot slot wordt bij ieder deelthema een aantal opdrachten geformuleerd die je als docent kan gebruiken als opdrachten tijdens de lessen.
DOCUMENT
De gemeente Nijmegen, Radboud Universiteit en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen hebben vanuit de City Deal Kennis Maken een Strategische Agenda opgesteld bestaande uit zes thema’s: Integrale wijkaanpak, Gezonde stad, Robotisering/digitalisering, Huisvesting voor internationale studenten en onderzoekers, Talentontwikkeling en Ondernemerschap, en Oudste stad. In de periode 2019-2020 trachten wij het City Deal netwerk uit te breiden met het ROC Nijmegen. De projectgelden zullen in 2018-2019 met voorrang worden ingezet voor de projecten Integrale Wijkaanpak en Gezonde Stad, omdat deze in de praktijk de beste inzichten kunnen verschaffen over hoe de duurzame relatie tussen kennisinstellingen en gemeente in de toekomst vorm te geven. Het geld zal besteed worden om studenten te faciliteren in hun werk in de wijk, zoals bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten voor wijkbewoners, het betrekken van wijkprofessionals, of het inhuren van externe adviseurs. Waar nuttig worden studenten in staat gesteld zich elders te laten informeren over succesvolle interventies. De resultaten die met deze projecten worden geboekt en de lessen die hieruit worden geleerd, vormen de basis een duurzame samenwerking tussen de partners, gericht op een continue inzet van studenten voor projecten binnen de thema’s van de Strategische Agenda in de jaren daarna. De stuurgroep van de City Deal wordt gevormd door bestuurders/collegeleden van de drie partnerinstellingen. De regie over de projecten komt voor rekening van een ambtelijk programmateam, dat samen met de inhoudelijk trekkers van de thema’s concrete invulling geeft aan de projecten.
Sociale isolatie wordt gerelateerd aan sterfterisico’s van roken, overgewicht en te hoge bloeddruk en zorgt voor een verhoogde kans op institutionalisering. Door de dubbele vergrijzing en maatschappelijke ontwikkelingen groeit de groep zelfstandig wonende senioren én de druk op de ouderenzorg in Nederland snel. Deze groep senioren heeft, naast een grote kans op één of meerdere chronische aandoeningen, grotere kans op eenzaamheid en sociale isolatie. De huidige coronapandemie vergroot deze sociale kwetsbaarheid. Echter, juist voor deze groep is een informeel netwerk en nabijheid van contacten cruciaal om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen. Een lichte vorm van ‘gemeenschap’ en sociale interactie in de buurt is een voorwaarde voor het ontstaan van informele netwerken. Een semipublieke ruimte in de vorm van een dynamische ‘fourth place’, kan deze sociale interactie tussen buurtbewoners, waaronder kwetsbare ouderen, stimuleren en faciliteren. In ‘The Art of Connection’ fungeert de buitenruimte rond CPO Cohousing, gericht op meergeneratiewonen in de vergrijzende wijk Coehoorn te Arnhem, als ‘living lab’. Aansluitend bij de waarden van deze slimme, creatieve wijk, staat de volgende onderzoeksvraag staat centraal: Op welke manier kan een interactieve buitenruimte bijdragen aan het bevorderen van sociale interactie tussen bewoners, waaronder kwetsbare ouderen, in de wijk Coehoorn? In co-creatie met gebruikers en stakeholders wordt, in een iteratief proces, een prototype van een interactieve buitenruimte ontwikkeld. Deze wordt in een pilot geëvalueerd met behulp van big data, gecombineerd met observaties, interviews en expertmeetings. De beoogde resultaten leveren een bijdrage aan extramuralisering van kwetsbare ouderen door het bevorderen van sociale interactie tussen bewoners, en daarmee het versterken van een informele (zorg)netwerken. Door actieve betrokkenheid van buurtbewoners en andere (lokale) stakeholders, gedurende het hele proces, wordt een learning community gevormd, hetgeen de kans op een geslaagde interventie vergroot.