Vanaf het Noorderzon festival waait de wind van basisinkomen door de Groningse straten. Aangewakkerd door een groep enthousiaste jonge ondernemers heeft het ook in het stadhuis stof doen opwaaien. Met een basisinkomen krijgt iedereen voldoende middelen van bestaan. Een aangename gedachte nu er meer mensen werkloos zijn dan er banen zijn. Met een basisinkomen kan degene met een baan besluiten ermee te stoppen, wat weer mogelijkheden biedt voor degene die een baan zoekt om zijn inkomen aan te vullen. Op voorhand een leuk idee, inkomensgarantie door de overheid, maar ook een slecht idee. Beter is als de overheid zorgt voor werkzekerheid.
DOCUMENT
Het hebben van schulden kan het maatschappelijk participeren en succesvolre-integreren flink belemmeren. Wat doen mensen als de last van hun schuldendoor toelating tot de schuldsanering plaatsmaakt voor de zekerheid van eengedurende drie jaar maandelijks te betalen vast bedrag? En maakt het daarbijuit of de finale kwijting via een sanering (vooraf) of een schuldbemiddeling(achteraf) verloopt? Het lectoraat Armoede en Participatie van de Hogeschoolvan Amsterdam legde de gemeentes Amsterdam en Almere deze vragen voor.Het onderhavige vraagstuk raakt de kern van het lectoraat: de combinatie vanschulddienstverlening en re-integratie. Het niet hebben van werk en het levenin armoede zijn immers voor veel mensen twee kanten van dezelfde medaille.Hoe kunnen we bereiken dat burgers en hen ondersteunende professionalsarmoede/schulden en werk meer met elkaar verbinden?
DOCUMENT
De huidige studieloopbaanbegeleiding is vaak onpersoonlijk en onvoldoende gericht op de dromen en ambities van studenten, zei eerstejaars bedrijfseconomie Fady Mikhail in mei 2017 in een artikel op de nieuwsportal van De Haagse Hogeschool. Bovendien weten coaches vaak niet goed hoe ze de begeleiding moeten aanpakken. Het rigide stappenplan bepaalt volgens hem de inhoud. “Studenten worden daardoor niet uitgedaagd na te denken over hun toekomst en zijn daardoor niet goed voorbereid.” LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/jaswina-bihari-elahi-72b98828/
DOCUMENT
Voor de transitie naar een biobased economie is meer nodig dan een goed idee. Het Kenniscentrum Biobased Economy van de Hanzehogeschool Groningen richt zich daarom met bedrijfsleven en partners op wat verder nodig is om innovatieve oplossingen succesvol naar de markt te brengen: ketenmanagement en -kennis, een verandering in interne bedrijfsvoering en een herdefiniëring van waarde en prijs.
DOCUMENT
Hogere kapitaaleisen voor banken zijn geen garantie voor een lager operationeel risico.
DOCUMENT
We zijn boos over wat de zorg kost, over wat de zorg presteert en over het bestuur van de zorg. De boosheid hierover gaan we te lijf met meer regels en meer toezicht — een garantie op nog meer ergernis. Om de agressie jegens cliënten, verzorgers, managers, toezichthouders en overheid te laten verdwijnen, moeten we de ouderdom weer gaan zien als een voortzetting van het leven met andere middelen. Han Noten: ‘De scheiding in ons denken tussen “zelf leven” en “verzorgd worden” moet veel minder strikt worden dan zij nu is.’
DOCUMENT
Talloze handleidingen, artikelen, factsheets en glossy verkoopbrochures hebben ons verteld dat het ontwikkelen van bedrijventerreinen weliswaar moeilijk is, maar dat er genoeg mogelijkheden zijn om functionaliteit te combineren met schoonheid en zelfs duurzaamheid (Novem, 2001a en b; Pellenbarg, 2002; Brand, 2005; Min. Econ. Zaken, 1998; Novem 2003; Provincie Flevoland, 2000; Provincie Friesland; 2000). Kwaliteit wordt aangeboden in allerlei soorten en maten. De technische mogelijkheden zijn bijna onbeperkt en de fantasie van architecten en stedenbouwkundigen kent zeker geen grenzen. Hiertegenover staat de grauwe en saaie realiteit van de meeste bestaande bedrijventerreinen. Blokkendozen langs de snelweg schreeuwen allemaal om aandacht terwijl wij liever door een mooi landschap willen rijden. Rommelige kavels, verkeersonveilige situaties door parkeren op straat en in de berm, slechte ontsluiting, ontoereikende bewegwijzering en criminaliteit: de problematiek geeft duidelijk aan dat veel van de huidige terreinen kennelijk niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd (Heidemij, 1996; CPB, 2001; Min. Econ. Zaken, 2004; Louw, 2004). Recent heeft de VROM-raad een pleidooi gehouden voor een nieuwe koers richting “Werklandschappen” waarin betere regionale samenwerking en private betrokkenheid belangrijke trefwoorden zijn (VROM-raad, 2006). Hebben de planners in het verleden dan alles zo verkeerd ingeschat? Kunnen wij van hun fouten leren om de terreinen voor de toekomst anders en beter te ontwerpen? Of is het gewoon zo dat alle terreinen maar een vrij korte levensduur op hoog kwaliteitsniveau gegund zijn, ongeacht wat wij bedenken?
MULTIFILE
De toetswijzer is een handreiking aan onderwijsontwikkelaars, toetscommissies, docenten en management om inzicht te krijgen in de visie op begeleiden en beoordelen en toetsvormen, die gehanteerd kunnen worden in een competentiegerichte leeromgeving. Het nieuwe leren staat of valt met de sleutelactiviteiten begeleiden en (zelf)beoordelen. De student wordt ondersteund bij het opzetten van persoonlijke leerdoelen en het vertalen daarvan in een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). Richtinggevend hiervoor is het beroeps- en competentieprofiel. Essentieel in het competentie denken is de scheiding tussen begeleiden en beoordelen of zoals de Onderwijsraad (2004) verwoordt een rollen-scheiding tussen opleiden en examineren . Dit heeft ingrijpende consequenties voor de inrichting van de toetsing. Wij adviseren om de keuze van toetsvormen te baseren op een methodemix vanuit het perspectief dat een mix van toetsvormen en functies van toetsing op diverse competentieniveaus de meeste garantie biedt voor een betrouwbare en valide uitspraak over de competenties van de student. Bij de keuze van toetsvormen speelt steeds de vraag of deze organiseerbaar en betaalbaar zijn en voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving zoals de accreditatie. Centrale sturing van toetsing is onvermijdelijk voor kwaliteitsborging, transparantie en flexibilisering van het leren. Het gezamenlijk zoeken naar een balans tussen optimum en haalbaarheid is in deze de uitdaging!
DOCUMENT
Wat is er mooier dan dagelijks te kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen? Voor veel startende leraren is dat de drijfveer geweest om te kiezen voor een lerarenopleiding. Of ze nu vanaf de havo, het mbo of vwo gekozen hebben voor een lerarenopleiding, na een eerdere loopbaan en carrièreswitch een deeltijdopleiding hebben gedaan of gestart zijn als zij-instromer. Er zijn immers weinig beroepen zo betekenisvol als het leraarschap.Toch is die drijfveer geen garantie voor een goede en succesvolle start als leraar binnen het onderwijs. We weten dat de eerste jaren als startende leraar zwaar zijn en het risico van uitval groot. En uitval van starters is een groot verlies. Voor de starter zelf die zijn droom uiteen ziet spatten en voor wie het verwerven van de bekwaamheden voor leraren een verloren inspanning geweest lijkt. Maar ook voor scholen die te maken hebben met grote personeelstekorten en voor wie iedere uitvallende leraar er één te veel is.In deze whitepaper staan we in het eerste deel stil bij de problemen die startende leraren tegenkomen in de inductiefase. In het tweede deel schetsen we wat dat vraagt van begeleidingsprogramma’s. In deel drie komen concrete handvatten aan de orde die daarbij kunnen helpen. Tenslotte staan we in deel vier stil bijde inbedding van startersbegeleiding in het (HR) beleid op bestuursniveau.
DOCUMENT