© 2025 SURF
In dit artikel bestuderen we rebelse initiatieven in onderwijs en ouderenhuisvesting. We verstaan hieronder de initiatieven van individuen of teams die weloverwogen anders te werk gaan dan anderen en daarbij soms bepaalde regels overtreden ten behoeve van een betere kwaliteit van dienstverlening. Uitgeversversie: https://doi.org/10.5553/BenM/138900692021048002005
MULTIFILE
In een tijd waarin ruimte in de stad steeds schaarser wordt, neemt de druk op ruimte voor werk toe. Ondernemers vanuit 6 praktijkvoorbeelden stellen ruimte voor werk wel veilig door als collectief te opereren. Door het vast stellen van hun (betaalbare) ruimte voor werk, kunnen collectieve toegevoegde waarde voor gebiedsontwikkeling in stedelijke omgevingen opbrengen. Als we dit tot een maatschappelijke investeringsmodel zouden kunnen vertalen, dan zouden ondernemers 1. de positie en relevantie van MKB in de stad helderder legitimiseren 2. onrendabele toppen haalbaarder maken (te verdelen onder de baat-hebbenden) 3. MKB collectieven een vaste rol in gebiedsontwikkeling bieden 4. Beter benutten van vastgoed, faciliteiten en infra's (verdichten/stapelen/clusteren) 5. Last mile van circulaire ketens vanuit de stad en urban-mining bevorderen.In dit whitepaper beschrijven we drie specifieke randvoorwaarden die bijdragen aan opschaling van ondernemerscollectieven: 1) het meten van hun impact op gebouw-, gebieds-en stadsniveau, 2) het omarmen van nieuwe samenwerkingsvormen en 3) het ontwikkelen van een lange termijnvisie op werkruimte in de stad. Het perspectief van de ondernemer staat centraal. Maar er is ook aandacht voor de rol van de overheid, de noodzakelijke beleidsmatige steun en het instrumentarium om opschaling mogelijk te maken.
De beschikbaarheid van passende en betaalbare werkruimte vormt een randvoorwaarde voor creatieve professionals en culturele makers. Atelierstichtingen en broedplaatsen voorzien in deze ruimte en leveren hiermee een vitale bijdrage aan zowel de culturele infrastructuur als aan het innovatieve ecosysteem van de stad. Mede als gevolg van het aantrekken van de vastgoedmarkt en beleidsmatige keuzes door gemeenten staat de beschikbaarheid van betaalbare ruimte echter ook onder druk. De paradox van ateliergebouwen en broedplaatsen is dat het steeds vaker moeite kost om de maatschappelijke meerwaarde ervan te legitimeren, terwijl gelijktijdig andere partijen, zoals commerciële projectontwikkelaars, juist zeer goed in staat blijken te kapitaliseren op deze waardecreatie. Zodra een locatie succesvol wordt, staan partijen in de rij om mee te profiteren van de gecreëerde waarde. Vastgoedprijzen stijgen, initiatieven worden geïnstitutionaliseerd en de bewoners van het eerste uur worden gaandeweg verdrongen. In dit artikel verkennen Bart de Zwart en Marcel Musch nieuwe kansen voor een toekomstbestendig huisvestingsmodel voor makers in de stad.
Wat moeten de buren nou met die buurvrouw die schichtig achter de voordeur verdwijnt als zij wordt aangesproken op haar geschreeuw ’s nachts? Utrechts onderzoek moet uitwijzen of de ervaringenmet gemengd wonen handvatten kunnen bieden voor de omgang tussen ‘gewone’ en ‘andere’ buren. De voortekenen zijn positief. De overheid wil mensen met een verstandelijke beperking of met psychiatrische problematiek die in instellingen verblijven voortaan in stadswijken huisvesten. Ook wil ze de groeiende dak- en thuisloosheid terugdringen. Maar waar laat ze al die kwetsbare mensen? In wijken met veel sociale woningbouw? Daar is de druk op de leefbaarheidsproblemen toch al te groot (Leidelmeijer e.a. 2020).
Dit is een handreiking voor sociale innovatie in de ouderenzorg. De aanpak gaat uit van een innovatieproces dat vanaf de werkvloer wordt ontwikkeld. De medewerkers zijn in hun relatie met de cliënten en hun familie de drijvende kracht achter de verbetering van de kwaliteit van het leven van de cliënt. In de handreiking wordt voor het proces van organisatieontwerp en -verandering gebruikt gemaakt van de metafoor ‘samen op reis, met de cliënt als kompas’. De hand- reiking is de reisgids die inspireert bij het zoeken naar bestemmingen en de verschillende reismogelijkheden, maar die ook ervaringen deelt over wat je allemaal op reis kunt verwachten. Zorgorganisaties kunnen hieruit selecteren wat zij nodig hebben voor de aanpak van sociale innovatie binnen hun eigen organisatie. Het proces van sociale innovatie wordt van voorbereiding tot uitvoering en evaluatie beschreven. De metafoor van het reizen dient om de verschillende fasen van sociale innovatie toe te lichten. Wij noemen die fasen ‘trajecten’, zoals elke reis uit verschillende trajecten bestaat. Het ontwerp- en veranderproces voltrekt zich op verschillende niveaus van de organisatie, waarbij – naast de medewerkers op de werkvloer – verschillende personen of afdelingen betrokken zijn. Zij hebben in meer of mindere mate een actieve rol.
Innovatieve modellen voor realisering huisvesting voor middeninkomensMensen met een middeninkomen hebben moeite hun woonwensen te vervullen. Daarom bestaat er behoefte aan nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen om huisvesting voor deze groep te realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat op diverse plaatsen coalities van partijen zijn gevormd waarin gemeenten samenwerken met (mkb-)bedrijven zoals bijvoorbeeld Rizoem.Binnen dit project heeft het lectoraat Gezonde Stad van de Hanzehogeschool Groningen samen met de gemeente Groningen en Rizoem onderzocht welke bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen mensen met een middeninkomen kunnen helpen om hun woonwensen te realiseren en welke ondersteuning deze mensen hierbij nodig hebben.Hiertoe zijn bestaande innovatieve samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen geïnventariseerd en is het project Meerhoven in Groningen nader onderzocht. Hier heeft Rizoem in samenwerking met de gemeente Groningen 18 sociale huurwoningen en 10 betaalbare koopwoningen gerealiseerd, waarbij alle woningen identiek zijn en huur en koop door elkaar staan. Verder zijn nieuwe werkwijzen verkend, m.n. de aanpak van de gemeente Amsterdam met betrekking tot ondersteuning bij de opzet van wooncoöperaties en de betaalbaarheidsagenda van de gemeente Zwolle om meer woningen met een lage middenhuur in de stad te krijgen en te houden. Ook is nader onderzocht welke knelpunten mensen met een middeninkomen ervaren die zelf huisvesting willen realiseren en wat voor ondersteuning zij hierbij nodig hebben.Het onderzoek vond plaats door middel van deskresearch, interviews en expert meetings met medewerkers van verschillende gemeenten, bewonersinitiatieven, woningcorporaties, adviesbureaus, architecten en onderzoekers. De ontwikkelde kennis is verspreid via verschillende bijeenkomsten. Verder worden de verslagen van de expert meetings, het verslag van het onderzoek in Meerhoven en het projectverslag via onder meer de website van het lectoraat Gezonde Stad gedeeld.
LINK