In Nederland worden steeds vaker onderwaterdrones ingezet voor aquatische monitoring van ecologie en waterkwaliteit. Het eerste grootschalige nationale onderzoek met aquatische drones werd in 2013 uitgevoerd in het kader van het programma ‘Collaboratorium Klimaat en Weer’ [1] naar de waterkwaliteit onder drijvende woningen door Tauw, DeltaSync en Deltares en de hogescholen van Rotterdam en Groningen, waaruit bleek dat de effecten op o.a. zuurstofgehalte klein waren en het goede ecologische vestigingsplaatsen (o.a. mosselen en schuilplaatsen zijn voor kleine vissen) [2]. Na dit onderzoek hebben twee betrokken lectoren in 2015 het bedrijf INovatieve DYnamische MOnitoring (INDYMO) opgericht om de toepassing van aquatische drones in waterbeheer verder te onderzoeken in nauwe samenwerking met diverse overheden en kennisinstituten. INDYMO verbindt onderzoek, ondernemerschap en onderwijs en heeft vestigingen in YES!Delft en de watercampus in Leeuwarden, die nauw samenwerken met o.a. TU Delft en de hogescholen Groningen, Rotterdam en hogeschool Van Hall Larenstein.
MULTIFILE
Europe faces significant challenges in maintaining its aging infrastructure due to extreme weather events, fluctuating groundwater levels, and rising sustainability demands. Ensuring the safety and longevity of infrastructure is a critical priority, especially for public organizations responsible for asset management. Digital technologies have the potential to facilitate the scaling and automation of infrastructure maintenance while enabling the development of a data-driven standardized inspection methodology. This extended abstract is the first phase of a study that examines current structural inspection methods and lifecycle monitoring activities of the Dutch public and private entities. The preliminary findings presented here indicate a preference for data-driven approaches, though challenges in data collection, processing, personnel resources and analysis remain. The future work will experiment integrating advanced tools, such as artificial intelligence supported visual inspection, on the existing inspection datasets of these authorities for quantifying their readiness levels to the fully automated digital inspections.
DOCUMENT
De PZH neemt aan dat er een tekort is aan IT’ers werkzaam bij het mkb. Dit onderzoek beschouwt in welke mate deze veronderstelling klopt binnen het mkb in de bouw- en maakindustrie. Er wordt zowel gekeken naar het aantal IT’ers als naar specifieke IT-vaardigheden. Dit rapport is tot stand gekomen op basis van data verzameld door middel van deskresearch en pilot interviews met brancheorganisaties. Hiermee wordt onder andere een overzicht gemaakt van de huidige status van de digitale competenties onder het mkb in de bouw en maakindustrie, de marktkansen in relatie tot digitalisering, de belangrijkste uitdagingen waarmee het mkb wordt geconfronteerd bij het adopteren van digitalisering en de bedreigingen die er kunnen ontstaan in de komende jaren bij een aanhoudend tekort aan IT’ers en/of werknemers met de juiste IT of digitale vaardigheden.
DOCUMENT
In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft European Impact Hub de resultaten samengebracht uit het onderzoek van 250 studenten European Studies aan de Haagse Hogeschool. Het doel van dit rapport is om duidelijk te maken hoe in kleine tot middelgrote steden gewerkt wordt aan huisvesting en registratie van EU-arbeidsmigranten. Op basis van gestructureerde interviews met onder andere Europese vertegenwoordigers in Brussel, lokale beleidsmakers en lokale uitzendbureaus zijn de volgende conclusies geformuleerd. Uit de interviews met de Europese vertegenwoordigers in Brussel blijkt dat de bal vooral uit het eigen speelveld wordt geschopt. Ook blijkt dat de vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten bij de EU vaak niet op de hoogte zijn van de problemen in de regio's. Daarnaast laten de interviews zien dat de deelnemende gemeenten tegen dezelfde problemen aanlopen als het gaat om huisvesting. Ondanks dat huisvesting hoog op de politieke agenda staat blijft de situatie nijpend, in de ene plaats nog meer dan in de andere. Registratieprocessen verschillen per land. Het beschikbaar stellen van het registratieproces in verschillende talen en het vereenvoudigen van het registratieproces blijken succesfactoren. Toch is dit niet overal het geval, in La Palma del Condado dient het registratieproces herziend te worden omdat het te eenvoudig is. Over de problematiek rondom de Europese vertegenwoordiging raadt dit rapport aan de resultaten te bespreken met de afdelingen sociale zaken van de respectievelijke permanente vertegenwoordigingen (PV/EU)'s van de lidstaten, alsmede de (gezamenlijke) inspecties.
DOCUMENT
Veel waterschappen en gemeenten vragen zich af of de regenwatervoorzieningen die de laatste decennia op veel plaatsen zijn aangelegd, op lange termijn goed functioneren en of de implementatie kosteneffectief is. Onderzoek in Almere leert dat de infiltratiecapaciteiten van wadi’s voldoende zijn om het water binnen enkele uren te verwerken. Bij doorlatende verharding wordt vaak dichtslibbing aangetoond, maar ook na enkele jaren kunnen de infiltratiecapaciteiten nog boven de ingrijpmaatstaf liggen. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied.
MULTIFILE
Wetterskip Fryslân, Hogeschool Van Hall Larenstein en Indymo voeren onderzoek uit naar de toepassingsmogelijkheden van onderwaterdrones. Er zijn veel toepassingen mogelijk, zoals waterkwaliteitsmonitoring en inspectie van kunstwerken. Met drones kan het watersysteem beter in beeld worden gebracht, wat uiteindelijk de waterkwaliteit ten goede zal komen. Een beeld van de huidige inzetbaarheid van onderwaterdrones en toekomstige ontwikkelingen.
DOCUMENT
De samenleving verandert voortdurend en steeds sneller: megatrends zijn onder meer verstedelijking, klimaatverandering, wateropgave, duurzaamheid, veranderende werkvormen, demografie én ICT. De opvattingen over de gebouwde omgeving en de stad veranderen daardoor ook. Trefwoorden zijn de toenemende complexiteit van de opgave, betrokkenheid van burgers, nieuwe toetreders, de integratie van contractvormen, de verschuiving van bouwen naar beheren en in het kielzog daarvan, een grotere aandacht voor de ‘lifecycle’ en de ‘total cost of ownership’ (TCO) van gebouwen. Daarnaast zien we in dienstensectoren zoals de bancaire wereld en de transportsector dat de introductie van ICT in de supply chains enorme transities bewerkstelligd heeft. In de transportsector is ‘Electronic Data Interchange’ het kernwoord bijuitstek en in de auto-industrie, de werktuigbouw en de vliegtuigbouw komen termen voor als ‘Business Process Re-engineering’, ‘Operational Excellence’ en ‘Lean’: het zodanig opnieuw organiseren van productieprocessen dat die effectiever en efficiënter worden. Meerdere malen zijn in dit soort processen besparingen gerealiseerd van tientallen procenten. Het kan daarom niet anders dan dat ook de wereld van de gebouwde omgeving zichzelf opnieuw moet uitvinden. Het ‘oude geld’ is op en de crisis is keihard maar hierdoor komt er wel aandacht voor aspecten van de keten die voorheen niet noodzakelijk leken. Bij dit alles is communicatie en informatie onmisbaar; het gaat om het managen van complexiteit met nieuwe technologie, nieuwe systeemarchitecturen, nieuwe economische opvattingen. De zoektocht naar de introductie van ICT in de gebouwde omgeving loopt langs het systeem niveau, met nieuwe technologie, nieuwe systeemarchitectuur en een nieuwe economie. Deze rapportage vloeit voort uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam dat het gevolg is van bovengenoemde ontwikkelingen. In maart 2011 is het onderzoek gestart naar de ontwikkeling van bouw-ICT en de mogelijkheden hiervan voor het MKB. Het behelst de ketenintegratie in een veranderende bouwwereld en is uitgevoerd gedurende twee jaar onder de naam BIMming Business. De opkomst van het Bouw Informatie Model is onderwerp van onderzoek geweest op zowel technisch als procesmatig vlak waarbij het onderzoek is opgedeeld in drie fasen. In dit rapport leest u de resultaten van de laatste fase waarbij gekeken is naar de inzet van BIM in het beheer.
DOCUMENT
De stad Goes is het bloeiende middelpunt van de regio “De Bevelanden”. Met diverse uitbreidingswijken blijft Goes groeien. Eén van deze wijken is woningbouwlocatie het “Goese Diep” gepland op het huidig industrieterrein de Houtkade. De huidige bedrijven gevestigd op dit industrieterrein zijn watergebonden. Dit wil zeggen dat de bedrijfsvoering afhankelijk is van aan- en afvoer via het water. De watergebonden bedrijven zullen op termijn moeten verhuizen naar een alternatieve locatie. In 2006 is gestart met de ontwikkeling van de eerste woningen op een voormalig deel van het industrieterrein en zijn er diverse vooronderzoeken uitgevoerd naar alternatieve locaties voor de te verplaatsen bedrijven. Door de crisis in de bouwsector is de ontwikkeling gestagneerd totdat in 2016 het project nieuw leven is ingeblazen. De noodzaak om de nog aanwezige bedrijven te verplaatsen is hierdoor weer actueel geworden. Uit de vooronderzoeken die in 2006 zijn uitgevoerd is gebleken dat de betrokken bedrijven, onder voorwaarden, bereid zijn om te verhuizen. In de vervolgonderzoeken zijn verschillende alternatieve locaties vergeleken. De meest geschikte locatie die aan de voorwaarden van de bedrijven voldoet is het “Goese Sas”. Gelegen aan het havenkanaal achter de sluis Goese Sas biedt de noordelijke variant de meeste mogelijkheden voor zowel de bedrijven als de initiatiefnemer gemeente Goes. De projectlocatie voor de nieuwe haven ligt achter een regionale waterkering op te verwerven landbouwgronden. Om de nieuwe haven geschikt te maken voor de bedrijven moet een kadeconstructie worden aangelegd. Voor de initiatiefnemer gemeente Goes is het van belang de economische meest voordelige kadeconstructie te realiseren. Daarnaast moet de kade-constructie voldoen aan de eisen van alle stakeholders. De eisen zijn vertaald naar een programma van eisen. Aan de hand van de eisen zijn drie geschikte varianten geselecteerd. De drie geselecteerde varianten zijn de L-muur, de damwand-constructie en het overbouwd talud. Alle kadeconstructies dienen geschikt te zijn voor het laden en lossen van schepen. De schepen worden gelost met een mobiele loskraan of een loskraan die op een kraanbaan staat opgesteld. Om de diverse kadeconstructies en de kraanbaan te dimensioneren zijn constructie berekeningen opgesteld. Met de gegevens uit de constructie berekening is een voorontwerp opgesteld en de wijze van uitvoering omschreven. Binnen afgebakende kaders is een raming opgesteld waarin de kosten voor realisatie, materialen en onderhoud en beheer voor de kadeconstructies zijn meegenomen. Per kadeconstructie is een prijs per strekkende meter bepaald. Op basis van kosten, bedrijfszekerheid en uitvoerbaarheid is de economisch meest voordelige voorkeursvariant, de damwandconstructie, geselecteerd. Het toepassen van de damwandconstructie in de haven is uitgewerkt waarbij een indicatie is gegeven van de totale realisatiekosten voor de haven.
DOCUMENT
Diverse steden worstelen met het klimaatbestendig inrichten van het stedelijk gebied, aangezien dit naast ruimte en budget, vergaande afstemming vraagt met diverse partijen. Ook is er meer onderzoek nodig naar het langetermijnfunctioneren van klimaatadaptieve inrichting om de kosteneffectiviteit ervan te bepalen ten opzichte van conventionele watersystemen. De onderzoeksresultaten moeten gedeeld worden met het onderwijs en overheden en bedrijven. Het participerende praktijkonderzoek ‘full scale testen’ als onderdeel van masterclasses, in opdracht van het ministerie van I&M, is een plek waar deze partijen samen komen om klimaatadaptieve inrichting te evalueren en te optimaliseren. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) gaf de Hanzehogeschool in Groningen de opdracht voor het Impactproject klimaatbestendig inrichten in Hoogeveen. Daarin is samen met de gemeente Hoogeveen, Waterschap Drents Overijsselse Delta en diverse andere partijen in drie masterclasses inzicht gecreëerd in de problematiek en oplossingen voor wateroverlast en hittestress in de gemeente Hoogeveen en omgeving. Hoogeveen is als impactproject gekozen omdat de schaalgrootte van de problematiek daar vergelijkbaar is met veel andere gemeenten.
LINK
Bij onderzoek naar ecologie en waterkwaliteit kunnen onderwaterdrones worden toegepast. De drones, uitgerust met diverse sensoren en camera’s, blijken een waardevolle toevoeging aan de reguliere steekmonsters die de ecologische kwaliteit van het waterlichaam beoordelen. Uit de eerste resultaten blijkt dat de drones goed kunnen worden ingezet voor het verkrijgen van een 3D-beeld van de waterkwaliteit en ecologie in de plas, zoals bij de pilot in de Sloterplas in Amsterdam. Na verschillende pilots met diverse waterschappen zullen onderwaterdrones in de toekomst bij watergerelateerde onderzoeksprojecten voor meerdere doeleinden worden gebruikt. Pdf overgenomen met toestemming van KNW.
MULTIFILE