In Nederland worden steeds vaker onderwaterdrones ingezet voor aquatische monitoring van ecologie en waterkwaliteit. Het eerste grootschalige nationale onderzoek met aquatische drones werd in 2013 uitgevoerd in het kader van het programma ‘Collaboratorium Klimaat en Weer’ [1] naar de waterkwaliteit onder drijvende woningen door Tauw, DeltaSync en Deltares en de hogescholen van Rotterdam en Groningen, waaruit bleek dat de effecten op o.a. zuurstofgehalte klein waren en het goede ecologische vestigingsplaatsen (o.a. mosselen en schuilplaatsen zijn voor kleine vissen) [2]. Na dit onderzoek hebben twee betrokken lectoren in 2015 het bedrijf INovatieve DYnamische MOnitoring (INDYMO) opgericht om de toepassing van aquatische drones in waterbeheer verder te onderzoeken in nauwe samenwerking met diverse overheden en kennisinstituten. INDYMO verbindt onderzoek, ondernemerschap en onderwijs en heeft vestigingen in YES!Delft en de watercampus in Leeuwarden, die nauw samenwerken met o.a. TU Delft en de hogescholen Groningen, Rotterdam en hogeschool Van Hall Larenstein.
MULTIFILE
In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft European Impact Hub de resultaten samengebracht uit het onderzoek van 250 studenten European Studies aan de Haagse Hogeschool. Het doel van dit rapport is om duidelijk te maken hoe in kleine tot middelgrote steden gewerkt wordt aan huisvesting en registratie van EU-arbeidsmigranten. Op basis van gestructureerde interviews met onder andere Europese vertegenwoordigers in Brussel, lokale beleidsmakers en lokale uitzendbureaus zijn de volgende conclusies geformuleerd. Uit de interviews met de Europese vertegenwoordigers in Brussel blijkt dat de bal vooral uit het eigen speelveld wordt geschopt. Ook blijkt dat de vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten bij de EU vaak niet op de hoogte zijn van de problemen in de regio's. Daarnaast laten de interviews zien dat de deelnemende gemeenten tegen dezelfde problemen aanlopen als het gaat om huisvesting. Ondanks dat huisvesting hoog op de politieke agenda staat blijft de situatie nijpend, in de ene plaats nog meer dan in de andere. Registratieprocessen verschillen per land. Het beschikbaar stellen van het registratieproces in verschillende talen en het vereenvoudigen van het registratieproces blijken succesfactoren. Toch is dit niet overal het geval, in La Palma del Condado dient het registratieproces herziend te worden omdat het te eenvoudig is. Over de problematiek rondom de Europese vertegenwoordiging raadt dit rapport aan de resultaten te bespreken met de afdelingen sociale zaken van de respectievelijke permanente vertegenwoordigingen (PV/EU)'s van de lidstaten, alsmede de (gezamenlijke) inspecties.
DOCUMENT
Veel waterschappen en gemeenten vragen zich af of de regenwatervoorzieningen die de laatste decennia op veel plaatsen zijn aangelegd, op lange termijn goed functioneren en of de implementatie kosteneffectief is. Onderzoek in Almere leert dat de infiltratiecapaciteiten van wadi’s voldoende zijn om het water binnen enkele uren te verwerken. Bij doorlatende verharding wordt vaak dichtslibbing aangetoond, maar ook na enkele jaren kunnen de infiltratiecapaciteiten nog boven de ingrijpmaatstaf liggen. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied.
MULTIFILE
In het beheer & onderhoud van waterkeringen is een belangrijke rol weggelegd voor het regelmatig uitvoeren van inspecties. Hierbij worden schades en afwijkingen aan keringen gedetecteerd, vastgelegd en indien nodig hersteld. Afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door graduele veroudering, of door incidentele belastingen (bijv. dierlijke graverij of spoorvorming). Het effect hiervan op het overstromingsrisico is vaak onduidelijk, en bovendien is er geen coherent beeld van hoe vaak bepaalde schades optreden en of hierin verbanden zijn. Hierdoor is het niet goed mogelijk om overstromingskansen in te schatten, waardoor de nieuwe wettelijke overstromingskansbenadering niet goed in praktijk kan worden gebracht. Het samenbrengen van inspectiegegevens van verschillende waterschappen in een nationale dataset kan een grote bijdrage leveren aan het begrip van verouderingsgedrag van waterkeringen. Zo kan het helpen bij het nader in kaart brengen van de invloed van schade aan en veroudering van waterkeringen op de overstromingsveiligheid. Doel van het project is om de haalbaarheid en potentie van een nationale (GIS) dataset met inspectieresultaten te verkennen. Daarvoor worden inspectieresultaten van waterschappen samengebracht en gevalideerd. Praktische uitdagingen daarbij, bijvoorbeeld in de vorm van ingewonnen data en verschillen tussen waterschappen, worden in kaart gebracht. Met de dataset wordt een aantal analyses gedaan die door waterschappen worden aangedragen, bijvoorbeeld: • Welke schades aan waterkeringen zijn van invloed op het overstromingsrisico en met welke frequentie treden deze op? • Wat zijn de aard en omstandigheden/locatie van een bepaald soort schade? Het project wordt afgesloten met een rapportage en een workshop met stakeholders, gericht op de conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de haalbaarheid en potentie van een nationale (GIS) dataset met inspectieresultaten. In deze workshop wordt tevens de richting voor vervolgstappen besproken. De producten van het project zijn daarmee: een database, en een rapportage met daarin de bevindingen van de analyses en de workshop.
Het project "Port State Control" was aangevraagd om onderzoek te kunnen doen naar de oorzaak wan het grote aantal aanhoudingen van Nederlandse schepen in buitenlandse havens. Doel van het onderzoek was om belangrijke oorzaken daarvan boven water te krijgen en oplossingen daarvoor te onderzoeken en bedenken. Schepen worden door PSC gecontroleerd, waarbij er wordt gekeken of ze voldoen aan de internationale wet- en regelgeving, met name de veiligheid aan boord. Reders en bemanning zijn verantwoordelijk voor een veilige uitvoer van de taken aan boord. Indien er tekortkomingen worden geconstateerd, mag een PSC-autoriteit een schip aanhouden. Uit de onderzoeken naar de oorzaken blijk onder andere: - Nalatigheid bemanning bij controles installaties door werkdruk en repetitief werk, kennis niet beschikbaar. - Nalatigheid rederij; besparen op onderhoudskosten. - Het aantal en de kwaliteit van de bemanning aan boord van Nederlandse schepen. - Nalatigheid eindconsument; logistiek proces dient zo goedkoop mogelijk te zijn vanwege lage prijs. Consequentie: minder investeringen in bemanningen en scheepsonderhoud. Het project doet daarom de volgende aanbevelingen: Om bemanningen aan boord zo goed mogelijk voor te bereiden op PSC-inspecties is kennisvalorisatie erg belangrijk. De laatste informatie dient beschikbaar te zijn. Rederij is daar werantwoordelijk voor. De betrokkenheid van de reder is belangrijk bij het motiveren van de bemanning. Daarbij is scheepsfamiliarisatie cruciaal. Net zoals het verantwoordelijkheidsgevoel m.b.t. de scheepsveiligheid. Een tastbaar eindproduct van het project is de Port State Contol app. De app is een digitale omgeving die laat zien hoe situaties wel of niet horen te zijn. Met deze app worden bemanningsleden bekend gemaakt met het schip waar ze op komen te varen. Innovaties als Virtual Reality en distance learning zou de essentiële verbeterslag gemaakt kunnen !Worden. Met inzet van digitale hulpmiddelen kan de familiarisatie van nieuwe bemanningsleden werbeterd worden zodat zij beter zijn voorbereid op de taak aan boord.