Dit is de tweede publicatie van MOVES over de (gewenste) positionering van de beweegzorgprofessional in de wijk. Op basis van onderzoeksresultaten presenteren we positioneringsrichtingen - als een keuzepalet - die kansrijk zijn. Het is bedoeld als inspiratie, en aanmoediging van een positioneringskeuze voor elke beweegzorgpraktijk in de wijk. De wijk is expliciet het speelveld waarin MOVES acteert. Dat kan ook een dorp zijn of een stadsdeel, vergelijkbaar met het verzorgingsgebied van de (dichtstbijzijnde) huisarts.
LINK
In dit inspiratieboek worden inzichten gedeeld door landbouwvernieuwers. Bevat interviews met o.a. Feitze van der Hoek en Astrid Manhoudt van hogeschool Van Hall Larenstein.
LINK
Toelichting op presentatie 'Inspiratie voor synergie' m.n., het creatieve proces en wat anders kijken naar organiseren met Spiral DynamicsIntegral betekent, a.h.v. 4 thema's: Groter groeien (werving) Meer ondernemerschap Vergroten onderlinge toegevoegde waarde Verkrijgen leuker en gaver werk
DOCUMENT
Culturele organisaties moeten flexibel en toekomstgericht besturen, terwijl ze bijdragen aan maatschappelijke transities. De bestaande Governance Code Cultuur biedt houvast, maar roept vragen op bij kleine organisaties en samenwerkingen met andere domeinen. In dit verkennende onderzoek worden zes praktijkvoorbeelden geanalyseerd. Via speculatieve ontwerpmethodes worden nieuwe scenario’s ontwikkeld voor alternatieve vormen van bestuur en toezicht. Deze scenario’s verbeelden hoe governance in de cultuursector toekomstbestendig én passend kan zijn. De opbrengsten zijn een publicatie, een inspiratieboekje over bestuur en toezicht in de cultuursector en een poster over het ontwikkelen van speculatieve scenario’s voor ontwerpers.
Achtergrond Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting om schade door hevige neerslag, hitte en droogte zoveel mogelijk te voorkomen. Om die reden zijn en worden zogenaamde groenblauwe oplossingen aangelegd, zoals infiltrerende stadsparken, wadi's en raingardens. Er zijn echter veel vragen over het functioneren en de risico’s van deze maatregelen. Inzicht in de kansen en risico’s ontbreekt om het adequaat lange termijn functioneren van groenblauwe oplossingen te garanderen. Vraagarticulatie Professionals van gemeenten en waterschappen hebben behoefte aan meer inzicht in groenblauwe oplossingen, zoals: 1. kansen en risico’s 2. kennis over het lange termijn functioneren; 3. interdisciplinaire samenwerking van organisaties binnen de disciplines water, bodem en groen 4. actuele richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer Hoofdvraag en doelstelling Wat zijn de kansen en risico’s bij het lange termijn functioneren van groenblauwe klimaatadaptieve oplossingen? Aanpak Professionals van publieke en private partijen (met verschillende disciplines als Water, Bodem en Groen) brengen hun ervaringen met groenblauwe oplossingen in kaart. Op meer dan vijftig locaties en in twee proeftuinen onderzoeken we het hydraulisch en milieutechnisch (lange termijn) functioneren. In ClimateCafés worden bestaande praktische tools voor kennisontwikkeling en -uitwisseling doorontwikkeld en ingezet. De nationale data omtrent het fysieke functioneren van groenblauwe maatregelen wordt met het werkveld vertaald naar praktische richtlijnen. Resultaat Het resultaat is een update van de landelijke open source database over groenblauwe oplossingen voor inspiratie en onderzoek waarvan op vijftig locaties participatief onderzoek wordt gedaan. De kennis omtrent kansen en risico's wordt met participatief onderzoek, (bestaande) tools, richtlijnen in vijf interdisciplinaire ClimateCafés landelijk uitgewisseld. Consortium Het consortium betreft een unieke multidisciplinaire samenwerking tussen hogescholen, gemeenten, waterschappen en provincies met diverse organisaties en bedrijven. Het consortium is mede ontstaan uit het Lectorenplatform Delta en Water en verstevigt de strategische samenwerking tussen praktijk professionals, onderzoek en onderwijs.
Het mkb heeft vragen over hoe producten te ontwerpen en te maken vanuit restmateriaal. Vragen gaan specifiek over hergebruik van (onderdelen van) afgedankte producten in nieuwe toepassingen waarbij de waarde van het oorspronkelijke product zoveel mogelijk behouden blijft: ‘Repurpose’ van producten. Daarbij is het restmateriaal niet uniform, kent verschillen in kwaliteit en is niet onbeperkt en continu beschikbaar. Huidige ontwerp- en productiemethoden, die uitgaan van de functie van het te ontwerpen product en een oneindige voorraad op elk moment beschikbaar ‘virgin’ uitgangsmateriaal, zijn niet van toepassing in het geval van Repurpose. Dit project, ‘RDD&M’, beoogt kennis te genereren over nieuwe ontwerpmethoden, productiemethoden en businessmodellen die geschikt zijn om in te zetten voor Repurpose. Het project draagt daarmee bij aan de uitdaging van het anders ontwikkelen van producten door het inzetten van afval als grondstof en het doorgronden van het proces van ketenvorming dat nodig is om te komen tot nieuwe waardesystemen voor de circulaire economie. Om deze kennis te genereren werken verschillende ontwerpende bedrijven (Cartoni, Studio Hamerhaai, Tolhuijs Design, VerdraaidGoed, Fabrique), productbedrijven (Ahrend, Springtime, Fiction Factory) en reststroom-inzamelaars (Groencollect, Renewi) samen in dit project. De kennis wordt ontwikkeld met een kwalitatieve studie waarin een aantal past- en future cases op het gebied van Repurpose beschouwd, respectievelijk uitgevoerd wordt. Er wordt gekeken naar het ontwikkelproces en de waardesystemen, maar ook naar welke circulaire ontwerp- en businessmodelstrategieën toepasbaar zijn. Resultaten worden vastgelegd in zowel wetenschappelijke- als vakpublicaties en in communicatiemiddelen die bijdragen aan het verspreiden van de kennis over Repurpose: een tentoonstelling tijdens de Dutch Design Week 2020 en in Circl, het circulaire paviljoen van ABN AMRO. De tentoonstelling wordt gecombineerd met een inspiratieboek over Repurpose. RDD&M wordt uitgevoerd met directe betrokkenheid van bovengenoemde bedrijven (mkb en grootbedrijven). Andere betrokkenen zijn TU Delft, FME, CIRCO/CLICKNL, Circl en Amsterdam Made.