De voorliggende voortgangsrapportage betreft een weergave op hoofdlijnen van de eerste fase van het onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe vormen van integraal wijkgericht werken. In de onderzoeksopzet formuleerden we dat we in deze fase door middel van literatuuronderzoek en verkenningen van de actuele beleidscontext binnen vier gemeenten (Utrecht, Nieuwegein, Wijk bij Duurstede, Zeist) in kaart brengen welke uitgangspunten leidend zijn bij de ontwikkeling richting (meer) integraal wijkgericht werken. We willen in beeld brengen binnen de vier gemeenten welke opdrachten voor de teams, die hierbinnen actief zijn, nu worden geformuleerd en welke vragen en dilemma’s deze teams in de praktijk tegenkomen. We focussen daarbij ook op de gevolgen voor bestaande organisaties, op hun huidige teams van professionals en op de positie en kwaliteiten van individuele professionals.
Praatplaat met toelichting. Met deze praatplaat kan worden nagegaan hoe de betrokkenen in uw gemeente met elkaar samenwerken. Het is daarbij van belang om alle stakeholders te betrekken: inwoners, om hun ervaringen in te brengen, professionals, beleidsmakers en bestuurders. Zo kan in gezamenlijkheid worden gewerkt aan een integrale werkwijze die toekomstbestendig is. Door aan de hand van deze praatplaat het gesprek te voeren, maak je inzichtelijk wat er allemaal bij een integrale aanpak komt kijken. Een integrale aanpak gaat dus niet alleen over de uitbouw of een dakkapel bovenop een huis. Het maakt deel uit van het ontwerp van het huis zelf. Integraal werk is bovendien niet iets wat je vanaf de tekentafel op papier zet, waarna de uitvoering hiermee ‘als vanzelf’ aan de slag gaat. Samenwerking en afstemming tussen betrokkenen is cruciaal en werkprocessen moeten goed op elkaar aansluiten.
In dit hoofdstuk wordt een aantal aspecten belicht dat met het oog op het pedagogisch en educatief beleid van kindcentra relevant is: • Het pedagogisch belang van het kindcentrum• Altijd samen met ouders.• Het gezamenlijk fundament: waarom en waartoe?• Pedagogische en educatieve visie op het hoe. Van opvang en onderwijs naar ontwikkelen en leren. • Een nieuw tijdconcept voor een breed en gevarieerd aanbod.• Inclusief werken.• Interprofessionaliteit.
In Nederland is een brede beweging ingezet van integrale kindcentra (IKC’s) voor inclusief onderwijs. Belangrijke doelen van deze kindcentra zijn het creëren van een doorlopende leerlijn, inclusie van alle kinderen ter bevordering van gelijke kansen en het creëren van een innovatief curriculum dat gericht is op de brede ontwikkeling van kinderen. Om deze doelen te bereiken is samenwerking tussen professionals uit onderwijs, opvang en jeugdzorg essentieel. Interprofessionele samenwerking tussen professionals uit verschillende sectoren in één sterke integrale voorziening is nieuw en blijkt allesbehalve vanzelfsprekend. Dit voor professionals nieuwe terrein is nog ‘in search of evidence’ (Morrison & Glenny, 2012). Tegelijkertijd zien we in de Nederlandse praktijk een groeiende groep van kindcentra die – met innovatieve aanpakken – (samen)werken aan een integraal aanbod voor leerlingen. Na het exploratieve onderzoek naar de vormgeving van ikc’s is nu de tijd, in maatschappelijk en wetenschappelijk opzicht, rijp voor een effectonderzoek op staf- en kindniveau. De hoofdvraag luidt: 1. Hoe geven professionals uit kinderopvang, basisonderwijs en externe professionals (jeugdzorg, welzijn, wijk) binnen het integrale kindcentrum vorm aan hun interprofessionele samenwerking en hoe ervaren ze het werken op hun locatie? 2. Wat zijn de effecten van integrale kindcentra op de ontwikkeling van kinderen? Vanuit een ‘structuur-->proces-->uitkomst’-paradigma onderzoeken we binnen een brede groep van ikc’s (structuur) of er sprake is van interprofessionele samenwerking tussen staf uit kinderopvang, basisonderwijs, jeugdzorg en andere partners (proces) die bijdraagt aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van de voorschool t/m de transitie naar de basisschool en de onderbouw (groep 4) van de basisschool (= uitkomst). Met een kwalitatieve en een kwantitatieve aanpak brengen we de samenwerking gedetailleerd in kaart (vraag 1), eenzelfde mixed method-aanpak hanteren we ook bij de effectevaluatie (vraag 2). Om doorwerking te realiseren zijn professionals uit ons consortium in meerdere rollen betrokken bij het onderzoek (deelnemer, ontwerper, uitvoerder).