Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
DOCUMENT
Met de introductie van het begrip ‘nieuwe professional’ wordt aangezet tot een andere manier vandenken over en door professionals. Door deze nieuwe manier van denken worden er andere eisengesteld aan zorg- en welzijnswerkers. Het debat over deze andere eisen kan betrekkelijk nieuwe professionals als zorgboeren mogelijk tekort doen. De intrinsieke waarde die de zorgboerderij als welzijnsaanbod heeft, wordt als gevolg van de transitie mogelijk ook afgemeten aan de hand van de acht bakens (kenmerken) waarlangs het profiel van de ‘nieuwe professional’ wordt ontwikkeld. De zorgboer moet zich met zijn kwaliteiten juist onderscheiden van de reguliere zorg- en welzijnsprofessional
DOCUMENT
1e alinea column: Waar zullen de zes eerder door mij genoemde digitale trends toe leiden? Breedbandige mobiele Internet toegang, vast mobiel integratie, Voice over IP, spraak-data integratie en mobiel breedband Internet met flat fee prijsstructuren voor enkele euro’s per maand zijn er. Het semantisch net en M2M komen eraan. Het design voor klantinteractie, business, maar ook leren en communiceren worden in hoge mate door social media bepaald.
LINK
Bij Wetenschap & Technologie (W&T) in het basisonderwijs leren kinderen de wereld om hen heen begrijpen en onderzoeken. Taal speelt een sleutelrol in het begrijpen en verklaren van de waarnemingen en ervaringen. Leerkrachten missen echter handvatten om W&T-onderwijs te realiseren. Hiertoe is er in het onderzoeksproject Minds-On (https://www.minds-on.nl/) in de afgelopen twee jaar een didactisch instrument ontwikkeld met lessen waarin leerlingen experimenten opzetten en uitvoeren (hands-on) en daarnaast met een interactief diagram gestimuleerd worden hierover te redeneren (minds-on). Echter, uit de resultaten kwam naar voren dat leerlingen de bijbehorende vaktaal (vocabulaire van het kennisdomein) missen en slechts beperkt redeneervaardigheden kunnen toepassen. Leerkrachten geven aan de behoefte te hebben om taalonderwijs geïntegreerd aan te bieden met W&T onderwijs. De lessen zouden dus effectiever gemaakt kunnen worden door meer aandacht te besteden aan de integratie van taalvaardigheden in de W&T-lessen. De onderzoeksvraag luidt: Welke vormen van interactie binnen de context van dit nieuwe didactische instrument stimuleren en ontwikkelen de natuurwetenschappelijke taalvaardigheden van leerlingen voor wat betreft domein specifieke woordenschat en natuurwetenschappelijk redeneren? In het voorgestelde project Minds-On Taal wordt het didactisch instrument (bestaand uit lessen en interactieve diagrammen) aangepast met nieuwe activiteiten, werkvormen en interacties vanuit de taaldidactiek met specifieke aandacht voor het aanleren van domein specifieke woorden en het ondersteunen van natuurwetenschappelijk redeneren. Tijdens de ontwerp- en evaluatiefasen zullen de lessen en interactieve diagrammen uitgeprobeerd worden in de groepen 7 en 8 op verschillende basisscholen in Amsterdam en omgeving. Hieruit opgedane inzichten zullen worden doorgevoerd in de volgende fase.