The goal of this study is to identify the perspectives that development NGOs attribute to organisational social media, and furthermore elaborate on an appropriate categorisation of these perspectives for social media use by development NGOs. How social media is used in the area of development, where the use goes far beyond the private sector purpose of publicity and converting a sale, is a key issue for NGOs. Fourteen development NGOs from the Netherlands that are actively using social media were selected for this study. Interviews were conducted to collect data from the decision makers and practitioners in these organisations. The grounded theory method combined with a multiple case study was applied for data analysis. The resulting preliminary framework presents us with four emerging perspectives, namely Technological, Individual, Collective and Contextual perspectives attributed to organisational social media use. We theorise that there are relationships between these four perspectives. This paper suggests that the understanding of (organisational) social media use among development NGOs can be better understood by identifying these perspectives and their inter-relationships. The implications of these findings for the literature on affordances and organisational social media use in the context of development and NGOs are discussed. Recommended Citation Sheombar, Anand; Urquhart, Cathy; Kayas, Oliver; and Ndhlovu, Tidings, "Social Media and Development: Understanding NGO practices and perceptions" (2018). GlobDev 2018. 3. https://aisel.aisnet.org/globdev2018/3
Purpose: Business case (BC) analyses are performed in many different business fields, to create a report on the feasibility and competitive advantage of an intervention within an existing organisation to secure commitment from management to invest. However, most BC research papers on decisions regarding internal funding are either based on anecdotal insights, on analyses of standards from practice, or focused on very specific BC calculations for a certain project, investment or field. A clear BC process method is missing. Design/methodology/approach: This paper aims to describe the results of a systematic literature review of 52 BC papers that report on further conceptualisation of what a BC process should behold. Findings: Synthesis of the findings has led to a BC definition and composition of a 20 step BC process method. In addition, 29 relevant theories are identified to tackle the main challenges of BC analyses in future studies to make them more effective. This supports further theoretical development of academic BC research and provides a tool for BC processes in practice. Originality/value: Although there is substantial scientific research on BCs, there was not much theoretical development nor a general stepwise method to perform the most optimal BC analysis.
Bedrijven bevinden zich tegenwoordig vaak in een keten. Een keten kan worden beschouwd als een verzameling organisaties die een virtueel netwerk delen waar informatie, diensten, goederen of geld doorheen stroomt. Hierbij staan ICT-systemen veelal centraal. Deze afhankelijkheid werkt in de hand dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Niet elke ketenorganisatie beschikt echter over de middelen en kennis om zichzelf te beschermen: om tot sterke ketens te komen is informatiedeling tussen ketenorganisaties over actuele dreigingen en incidenten van belang. Een doel van dit verkennend onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), is om inzicht te bieden in de succesfactoren van informatiedeling-initiatieven op het gebied van cyberveiligheid. Met deze kennis kan het NCSC haar accounthouders en adviseurs helpen om de doelgroepen positief te motiveren om actie te nemen ter versterking van ketenweerbaarheid. Tevens wordt met dit onderzoek beoogd om aanknopingspunten voor vervolgonderzoek te identificeren. Het identificeren van succesfactoren vond plaats op basis van een literatuurstudie en gestructureerde interviews met in totaal zes leden uit drie verschillende bestaande informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity: het Managed Service Provider (MSP) Information Sharing and Analysis Centre (ISAC), Energie ISAC en de securitycommissie van de Nederlandse Energie- Data Uitwisseling (NEDU). Alle respondenten zijn informatiebeveiligingsexperts die hun organisatie vertegenwoordigen in de samenwerkingsverbanden. In totaal zijn 20 succesfactoren geïdentificeerd. Deze factoren zijn vervolgens gecategoriseerd tot vier thema’s die bijdragen aan een succesvolle informatiedeling. De thema’s zijn samen te vatten als teamfactoren, individuele factoren, managementfactoren en faciliterende factoren. De vier meest genoemde succesfactoren zijn: ● Expertise: Leden met onderscheidende en gespecialiseerde kennis bevorderen de informatiedeling en zijn ondersteunend aan het individuele leerdoel van de leden. ● Vertrouwen: Vertrouwen is een essentiële voorwaarde voor de bereidheid om samen te werken en informatie te delen. Tijd is hierin een cruciale factor: tijd is nodig voor vertrouwen om te ontstaan. ● Lidmaatschapseisen: Expliciete en impliciete lidmaatschapseisen zorgen voor een selectie op geschikte deelnemers en faciliteren daarmee het onderling vertrouwen. ● Structurele opzet: Een samenwerking dient georganiseerd te zijn volgens een structuur en met een stabiele bezetting van voldoende omvang. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het identificeren van strategieën voor het opstarten van samenwerkingsverbanden en het over de tijd behouden van enthousiasme onder de leden in de informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity. Ook onderzoek naar de eigenschappen of kwaliteiten van de voorzitter en hoe deze bijdragen aan het succesvol initiëren en onderhouden van een samenwerkingsverband zijn genoemd. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe gedeelde of juist onderscheidende expertise van de leden bijdraagt aan succes van de informatiedeling-initiatieven. Verder is er behoefte aan kennis over hoe de samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van cyberveiligheid buiten bestaande samenwerkingsverbanden is ingericht. Denk hierbij aan een uitbreiding van de huidige studie, maar met een focus op kleinere bedrijven die deel uitmaken van ketens, maar waarbij IT niet de corebusiness is, aangezien die volgens respondenten als risicovol worden gezien voor de keten.