Een hogeschool kan worden gezien als een leergemeenschap. Voor een leergemeenschap is het van belang dat er een gevoel van verbondenheid is tussen docenten en studenten. In dit praktijkgerichte onderzoek wordt ingegaan op elementen in de relatie tussen docenten en studenten die een positieve invloed hebben op het gevoel van verbondenheid, het thuis voelen en de veerkracht van studenten. Deze inzichten zijn verkregen op basis van semigestructureerde interviews met studenten van Hogeschool Inholland (n=11). De onderzoeksvraag was: hoe komt verbondenheid met de opleiding tot stand en welke rol speelt de docent hierbij? Uit de resultaten blijkt, vanuit het studentperspectief, dat verbondenheid gegrond ligt in het gevoel gezien en gehoord te worden door docenten en medestudenten, waardoor met enkele personen een vertrouwensband kan ontstaan. Op basis van deze vertrouwensband kan de docent een hulpbron zijn voor de student bij het omgaan met stressvolle situaties tijdens de studie. Het is belangrijk dat docenten tijd en aandacht besteden aan het ontwikkelen van deze professionele vertrouwensband met studenten. Docenten kunnen zo tijdig signaleren dat het niet goed gaat met een student. Daarnaast zal voor studenten de drempel om hulp in te schakelen lager zijn. Op deze manier kan een goede relatie met docenten fungeren als een buffer tegen (ernstige) welzijnsproblemen. Voor coaches en studieloopbaanbegeleiders (slb-ers) blijkt een goed opgebouwde vertrouwensband extra belangrijk te zijn, omdat zij vaak de eerste persoon zijn die studenten benaderen als het niet goed met ze gaat. Het onderzoeksrapport sluit af met diverse concrete aanbevelingen voor de dagelijkse hoger onderwijspraktijk. "Ze zien je echt niet als een nummertje. Ze besteden tijd aan elk persoon en evenveel. Ik bedoel als iemand meer tijd vraagt dan geven ze die ook gewoon, met liefde (tweedejaars student Tourism Management)."
DOCUMENT
Schrijven is een effectief middel om te leren, en vindt plaats in alle vakken. Hoe kunnen taal- en vakdocenten door interactie en feedback bijdragen aan het schrijfproces en -resultaat van hun leerlingen? Hoe kunnen leerlingen en studenten leren om adequate school- en vaktaal te gebruiken en hun tekst goed te structureren? Taalgericht vakonderwijs biedt mogelijkheden om leerlingen zich deze vaardigheden eigen te laten maken. Expliciete instructie en op de leerling afgestemde feedback zijn hierbij essentieel, oftewel: de interactie tussen docent en leerling speelt een belangrijke rol.
DOCUMENT
De opleiding Pedagogiek heeft zich in de afgelopen jaren vooral gericht op didactische inzet van video in het kader van het vormgeven aan activerende didactiek. Aanleiding voor de tweede iteratie van het herontwerp zijn de aanbevelingen die voortvloeien uit de resultaten van de eerste iteratie. Ook ziet de betrokken pionier als docent de kans om tijdens lessen interactiever met de studenten aan het werk te gaan door het beredeneerd inzetten van weblectures. En docenten willen hiermee studenten faciliteren en activeren om in eigen tijd en op een zelfgekozen plaats de benodigde kennis te verwerven. De centrale vraag was hoe het didactisch ontwerp van onderwijseenheid ‘Literatuurstudie’ als onderdeel van de conceptuele leerlijn in jaar 1, blok 3 in de opleiding Pedagogiek eruit ziet. Een ontwerp waarin beoogd wordt met de inzet van weblectures en een andere invulling van contacttijd bij te dragen aan activering van de student en versterking van de interactie tussen docent en student. Hierbij voelt de docent zich eigenaar van het ontwerp en acht zich ook in staat het ontwerp in de praktijk te realiseren.
DOCUMENT
Mondeling presenteren wordt beschouwd als een essentiële competentie van de hoger opgeleide professional. Toch beschikken ‘young professionals’ zelden over deze competentie en ervaren zij presenteren als één van de meest prominente angsten in sociale situaties. Vooral in tijden waarin studentaantallen toenemen en ruimte voor docent-student interactie afneemt, blijkt het ontwerpen van effectieve leeromgevingen gericht op presenteren een uitdaging. Een systematische literatuurstudie benadrukt dat docentfeedback, peerfeedback én self-assessment cruciale principes zijn voor het ontwerp van effectieve leeromgevingen om te leren presenteren (Van Ginkel, 2019). Hoewel deze drie feedbackbronnen worden beschouwd als essentiële vormen van feedback, toont eerder onderzoek aan dat docentfeedback een significant sterkere impact heeft op de ontwikkeling van presentatievaardigheden dan peerfeedback en self-assessment. In een follow-up veldexperiment is getest of Virtual Reality (VR) als alternatieve feedbackbron kan worden ingezet bij leren presenteren. Deze technologie kan immers zowel reële presentatie-situaties simuleren alsook het leveren van geautomatiseerde feedback faciliteren. Hoewel een eerder veldexperiment de effectiviteit van VR-feedback op leren presenteren aantoonde (Van Ginkel, 2019), blijft het de vraag in hoeverre studenten zelfstandig VR-feedback kunnen interpreteren, omdat destijds de docent nodig was om de rapporten uit de VR-computer te vertalen naar waardevolle feedback voor de student. Recente technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om kwantitatieve VR-data automatisch om te zetten naar boodschappen die voldoen aan standaarden van hoogwaardige feedback. Deze postdoc richt zich daarom op het uitvoeren van een uitgebreid veldexperiment om te onderzoeken in hoeverre studenten in staat zijn om de geautomatiseerde feedbackboodschappen, gebaseerd op VR-data, zelfstandig te interpreteren tot effectieve feedback. Bovendien wordt getest of deze geautomatiseerde feedback ook peerfeedback en self-assessment kan verrijken en daarmee de impact op leren presenteren kan verhogen. Deze studies hebben tot doel om onderwijskundige ontwerpprincipes gericht op feedback bij leren presenteren te optimaliseren. Verder beoogt dit onderzoeksproject de resultaten in hoger onderwijscurricula te integreren.