Deze meetladder biedt vragen om onderwijs te onderzoeken en verbeteren op diversiteitsgevoeligheid. Wat moeten studenten leren om als professionals om te kunnen gaan met een diverse cliëntenpopulatie, te werken in divers samengestelde teams en hoe moet dat leerproces eruit zien? Welke eisen stelt professionele ondersteuning en begeleiding van gezinnen in een multi-etnische context aan het curriculum van pedagogische en sociaal-agogische opleidingen? Welke communicatieve en didactische vaardigheden zijn nodig? Zelfonderzoek in het onderwijs biedt aandachtspunten om met elkaar tot veranderingen te komen.
LINK
Inclusief onderwijs in meertalige contexten (IOMC): dat was de ambitie van alle partners in het project SPRONG Meertaligheid. Dit boekje vertelt je over de opbrengsten van dit landelijke project, waarin onderwijsprofessionals, opleiders en onderzoekers van maart 2020 tot maart 2024 samenwerkten. Wat bracht ons samen? En wat beoogden we, in de vier jaar die gekleurd werden door de covid-pandemie, toenemende wereldwijde migratie en prangende onderwijsvraagstukken zoals het lerarentekort en kansenongelijkheid?
LINK
Zuyd Hogeschool heeft in 2011 haar budget voor onderwijsinnovatie ingezet voor projecten gericht op de verbinding tussen onderzoek in lectoraten en het bacheloronderwijs. In deze bundel zijn de ervaringen en opbrengsten gerapporteerd van twaalf onderwijsinnovatieprojecten die binnen Zuyd hogeschool zijn uitgevoerd. Onderzoek in het hbo is geworteld in de beroepspraktijk, en moet daarnaast van betekenis zijn voor het onderwijs. De uitgevoerde projecten brengen deze variatie mooi in beeld en laten zien dat er vele vormen van verbinding mogelijk zijn tussen onderzoek en onderwijs. Elk project had een uniek doel. Enkele projecten werkten aan het ontwikkelen van producten voor het werkveld, in andere projecten ging het om het scheppen van randvoorwaarden voor een betere aansluiting tussen onderzoek en onderwijs of leverden concrete bijdragen aan het onderwijs.
DOCUMENT
Kennis heeft een landschap met wegen, routes en mogelijkheden nodig om te bewegen, kortom: een infrastructuur. Om de landelijke kennisinfrastructuur rond IOMC te versterken hebben we vanuit SPRONG Meertaligheid het Kennisnetwerk IOMC inzichtelijk gemaakt. De belangrijkste conclusie over de gezamenlijke reis die we in dit consortium hebben afgelegd, is dat kennisinfrastructuur in de eerste plaats gaat over mensen. Dit hoofdstuk is tot stand gekomen in samenwerking met Arienne van Staveren, Ada van Dalen, Vital Hanssen, Lyske van den Berg en Jantje Timmerman.
LINK
Binnen dit verkennende onderzoek zijn we in gesprek gegaan met medewerkers van jeugdhulporganisaties, waarvan een aantal cultuur-sensitieve organisaties (die zich specifiek richten op gezinnen met een migratieachtergrond), vrijwillige migranten-tenorganisaties, hbo-studenten en docenten van de opleidingen Sociaal Werk en Pedagogiek en beleidsmakers. De centrale vraag richtte zich op twee thema’s: wat is er nodig om cultuursensitief werken duurzaam te verankeren in jeugdhulp organisaties en welke rol kan het hoger onderwijs hierbij spelen. De gesprekken met de respondenten zijn individueel gevoerd waarna de resultaten aan drie focusgroepen, op het gebied van migrantenzelforganisaties, onderwijs en governance, voorgelegd zijn. Uit de interviews en focusgroepen kwam naar voren dat cultuur-sensitief werken binnen de jeugdhulp organisaties urgentie noch prioriteit heeft, door bekende factoren als de transformatie, tijdsdruk en beperkte financiële ruimte. Er is volgens de respon-denten geen sprake van beleid gericht op cultuursensitiviteit dat door alle lagen in de organisatie gedragen wordt. Anderzijds geven de respondenten aan dat als er binnen de organisatie tijd en middelen beschikbaar worden gesteld, er wel behoefte kan zijn om met cultuursensitief werken aan de slag te gaan. (...) Vanuit gemeentelijke beleidsmakers wordt aangegeven dat er weinig zicht is op de mate van cultuursensitief werken van de jeugdhulporganisaties van wie de zorg wordt ingekocht. Wij concluderen dat er van verduurzaming van cultuursensitief werken nog geen sprake is. Voor de meeste organisaties, en in verder onderzoek, zal de aandacht in eerste instantie meer op de fasen voorbereiding en verandering gericht zijn (Bellaart, Hamdi, Day & Achahchah, 2018). De meeste respondenten geven aan dat ze zeker een rol zien voor het hoger onderwijs, en een meerwaarde zien in de samenwerking met hoger onderwijs om in de jeugdhulp meer cultuursensitief te werken. Ze geven aan dat zowel op het gebied van kennis, houding en vaardigheden, vanuit de hogenschool bijdragen kan worden aan de professionele ontwikkeling van studenten, zeker als hier gedurende de gehele opleiding aandacht voor is.
MULTIFILE
Het conceptuele raamwerk van boundary crossing helpt ons om zogeheten “grenzen” die we tegenkomen in het werken aan IOMC te analyseren. Waarom verlopen overgangen in het onderwijs vaak moeizaam? En waarom zijn sommige oplossingsrichtingen juist kansrijk of succesvol?
LINK
Hoewel de eindtermen voor het vreemdetalenonderwijs gericht zijn op communicatieve vaardigheden, blijkt in de praktijk dat veel leerlingen maar beperkt (leren) communiceren in de vreemde taal. Om een brug te slaan tussen de vakdidactische theorie en de vakdidactische ontwikkeling van leraren-in-opleiding in de (stage)praktijk hebben Charline Rouffet, Irene de Kleyn, Marleen IJzerman, Catherine van Beuningen en Rick de Graaff een observatie-instrument ontwikkeld dat gebaseerd is op principes van communicatief taalonderwijs, en dat het vakdidactisch handelen van leraren moderne vreemde talen (in opleiding) observeerbaar en evalueerbaar maakt. Het instrument kan zowel door lerarenopleiders en stagebegeleiders als door leraren-in-opleiding zelf gebruikt worden voor observeren, feedback geven of ontwerpen van onderwijs. Hun artikel laat zien hoe het observatie-instrument is geëvalueerd op validiteit, betrouwbaarheid en praktische bruikbaarheid en hoe het kan worden ingezet.
LINK
In dit hoofdstuk oogsten wij de vruchten van vier jaar SPRONG Meertaligheid, in de vorm van een onderzoeksagenda gericht op het verder gestalte geven aan IOMC. De onderzoeksagenda geeft een beschrijving van de zeven meest urgente onderzoeksthema’s voor de komende jaren.
LINK
Over welke onderwerpen leven er vragen in het onderwijsveld op het gebied van IOMC? En welke van die vragen verdienen prioriteit in wetenschappelijk onderzoek én praktijkonderzoek? Voor een antwoord op die vragen is een vragenlijst ontwikkeld en uitgezet onder onderwijsprofessionals buiten het SPRONG Meertaligheid-consortium: leraren, directeuren, intern begeleiders, (taal)coördinatoren in po/vo/mbo, en lerarenopleiders.
LINK
Het landelijke consortium SPRONG Meertaligheid bouwde voort op verschillende regionale netwerken, die verbonden waren aan de deelnemende hogescholen en partnerscholen in po, vo en mbo. Om zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande netwerken en daarmee ook tegemoet te komen aan de behoeften van de onderwijspraktijk, is ervoor gekozen om de bestaande regionale samenwerkingen als uitgangspunt te nemen, die te versterken, en daarnaast ook met elkaar op landelijk niveau te verbinden.
LINK