Studenten en bedrijfsleven roepen het hoger onderwijs op duurzaamheid prominent in het curriculum op te nemen. Dit artikel is een verkenning van de raakvlakken tussen economie en duurzaamheid met als doel thema’s te benoemen die in het curriculum van de opleidingen bedrijfseconomie en accountancy aan bod zouden kunnen komen. Er wordt eerst stilgestaan bij een beschrijving van de op ons afkomende problemen zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en verlies aan biodiversiteit. Vervolgens wordt geschetst voor welke uitdagingen het bedrijfsleven staat en worden ontwikkelingen geschetst op macro-, meso- en microniveau. Afsluitend volgen suggesties voor op te nemen thema’s in het curriculum van de bedrijfseconomische en accountancy opleiding, zoals bijvoorbeeld een verdieping in de bestudering van verdelingsmechanismen (markt versus overheid), verbreding van het kostenbegrip, strategisch risicomanagement dat rekening houdt met duurzaamheid, duurzaamheidsverslaggeving en ketenmanagement. Het tot stand brengen van een duurzame economie vraagt daarnaast om buiten bestaande denkkaders te treden.
DOCUMENT
Er is wereldwijd een groeiende groep milieuvluchtelingen waarvoor nog geen internationaal beschermingsregime bestaat. Het internationaal recht biedt geen adequaat antwoord. Dit artikel laat zien welke soorten milieuvluchtelingen bestaan, en zal betogen dat de bescherming van deze groep plaats kan vinden onder het VN-principe The Responsibility to Protect (R2P). Staten en de internationale gemeenschap hebben een zorgplicht voor milieuvluchtelingen. De basis hiervan ligt bij de Rechten van de Mens. De effectieve uitvoering van een aantal basisrechten wordt immers negatief beïnvloed door milieudegradatie. Tevens wordt staatssoevereiniteit steeds meer beschouwd als een verantwoordelijkheid. Via The Responsibility to Protect ontstaat er een integrale aanpak: 1) een staat is ten eerste zelf verantwoordelijk voor de bescherming van milieuvluchtelingen, 2) de internationale gemeenschap heeft een verantwoordelijkheid een staat hierbij te assisteren, en 3) indien een staat zijn milieuvluchtelingen niet wil of niet kan beschermen, verschuift de verantwoordelijkheid voor dit probleem naar de internationale gemeenschap, om collectief snel en beslissend te reageren. ABSTRACT The number of environmental refugees is growing, but an international legal protection regime is non-existent. This article shows eight different kinds of environmental refugees, and will argue that the protection of these groups can take place under the UN principle The Responsibility to Protect (R2P). States and the international community are obliged to help environmental refugees, based on the International Bill of Human Rights. The effective implementation of basic rights is influenced negatively by environmental degradation. Furthermore, changed notions regarding state sovereignty are also pointing at the responsibility of the state. The Responsibility to Protect (R2P) offers an integral approach: In first instance, the responsibility to take protective measures lies with the state itself. Secondly, the international community has a responsibility to assist. Lastly, when a state is not able or willing to protect its environmental refugees, the responsibility yields to the international community, to respond in a swift and decisive manner.
DOCUMENT
Business is changing from an industrial- to a knowledge-based environment, building more from professionals and their expertise. Corporations need to create internal organizations in which there is more emphasis on human capital and creating/sharing knowledge and talents. Talent management and knowledge creation should be new foci to create sustainability and long-term success. On the whole, organisations are working too much on an ad hoc basis, focusing on technology instead of creating an environment in which talents reinforce each other. In this review article we explore knowledge circulation, link knowledge, and talent to innovation, and discuss optimum circumstances for corporations to benefit from these assets.
DOCUMENT
Geluidsoverlast is een groot maatschappelijk probleem waarvoor nog geen goede technologische oplossing beschikbaar is. Vooral laagfrequent geluid (met een frequentie beneden 150 Hz) is moeilijk tegen te houden. Recent hebben wij een nieuwe geluidsisolerende structuur ontwikkeld die specifiek geschikt is om laagfrequent geluid tegen te houden: zogenaamde Metaschuimen. Deze Metaschuimen bestaan uit een poreuze polymeermatrix met in de poriën zware deeltjes, zoals wolfraamdeeltjes. Wanneer een geluidsgolf zich voortplant door het materiaal kunnen de zware deeltjes in tegenfase gaan trillen met de geluidsgolf, wat leidt tot uitdoving van het geluid. De Metaschuimen worden gemaakt door middel van een aangepast PolyHIPE (Polymerized High Internal Phase Emulsion) proces. Het PolyHIPE proces is een opschaalbaar proces dat al veel wordt toegepast. Het is ook een milieuvriendelijk proces omdat geen gebruikt wordt gemaakt van organische oplosmiddelen. In het door ons aangepaste PolyHIPE proces wordt een suspensie van de zware deeltjes geëmulgeerd in een monomeerfase, die vervolgens wordt gecrosslinked en gedroogd. Op deze wijze zijn Metaschuimen gemaakt die bij een frequentie van 200 Hz 10× efficiënter geluid tegenhouden dan een commercieel verkrijgbaar polymeerschuim. Echter, om Metaschuimen tot een commercieel product te kunnen ontwikkelen is verder (fundamenteel én toegepast) onderzoek nodig. De effectiviteit van de Metaschuimen moet allereerst verder worden verbeterd. Om dit te bereiken zal de structuur van de Metaschuimen worden verbeterd: de porositeit van het schuim en het gehalte aan zware deeltjes worden verhoogd. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de manier waarop de zware deeltjes aan de wand van de poriën hechten een grote invloed heeft op de geluiddempende eigenschappen. Deze relatie zal verder worden onderzocht, leidend tot een optimalere hechting. Ten slotte, tot nog toe is uitsluitend gewerkt met een model polymeersysteem. In dit project zullen polymeermatrices worden gemaakt van praktisch-relevante polymeren, hetgeen ook een verder ontwikkeling van het productieproces vraagt.