Het onderwerp doorwerking van kennis is een speerpunt binnen de Nationale Politie: de vraag is dan hoe (wetenschappelijk) onderzoek en politiepraktijk met elkaar verbonden worden. Steeds meer wordt onderkend dat het belangrijk is dat wetenschappelijke onderzoeken ook daadwerkelijk doordringen in de (politie)praktijk.De afgelopen jaren zijn in opdracht van de portefeuillehouder Gebiedsgebonden Politie (GGP) enkele tientallen onderzoeken uitgevoerd binnen de GGP. Daarnaast zijn in opdracht van het Programma Politie en Wetenschap onderzoeken uitgevoerd naar diverse aspecten van de GGP. Te denken valt aan onderzoek naar digitale wijkagenten, opgetekende lessen tijdens de coronacrisis én de kennis over ondermijning bij wijkagenten.Dergelijke onderzoeken leveren stuk voor stuk waardevolle inzichten op.Het is evenwel de vraag of de onderzoeken aansluiten bij de (kennis)behoefte in de basisteams (BT’s) en of de onderzoeksresultaten binnen de GGP doorwerken. Dat wil zeggen dat onderzoek bekend is, relevant wordt gevonden, benut wordt en tot eventuele veranderingen leidt.Dit onderzoek legt de focus op doorwerking van onderzoeksresultaten bij de GGP in de basisteams (BT’s).
MULTIFILE
Achtergrond Online criminaliteit is een veelvoorkomende vorm van criminaliteit geworden. Bij online criminaliteit – en in het bijzonder bij vormen van cybercriminaliteit zoals hacken – wordt snel gedacht aan internationaal opererende dadersgroepen die hun aanvallen in Nederland uitvoeren vanuit verre landen met alle gevolgen van dien voor de opsporing en vervolging van daders. Een (aanzienlijk) deel van de daders van cybercriminaliteit bevindt zich echter ook in Nederland. De gevolgen van de door deze dadergroep gepleegde delicten kunnen groot zijn. Er zijn op dit moment geen bewezen effectieve interventies voor daders van online criminaliteit. Als reactie op de grote instroom van (jonge) cyberverdachten hebben het Openbaar Ministerie (OM) en de Nationale Politie de interventie Hack_Right ontwikkeld. Hack_Right is een alternatief of aanvullend straftraject voor jeugdige daders (12 tot 23 jaar) die hun eerste delict cybercriminaliteit plegen. Het is de eerste interventie in Nederland die zich richt op (jonge) cybercriminelen en is daarmee een unieke interventie. Onderzoeksvragen en ‑methoden Onderhavig onderzoek heeft tot doel om de interventie Hack_Right en de tot nu toe uitgevoerde trajecten te evalueren. Omdat Hack_Right pas relatief kort loopt en aan het einde van de dataverzamelingsperiode van dit onderzoek veertien casussen waren afgerond, is het nog te vroeg voor een effectevaluatie. Wel kan er een plan- en procesevaluatie worden uitgevoerd. De volgende onderzoeksvragen staan in het onderzoek centraal: (1) Wat is Hack_Right en hoe is Hack_Right theoretisch onderbouwd? (2) Hoe zijn de tot nu toe uitgevoerde Hack_Right trajecten verlopen? (3) Hoe hebben alle betrokkenen de tot nu toe uitgevoerde Hack_Right-trajecten ervaren? Voor de evaluatie van Hack_Right zijn kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt. Kwalitatief onderzoek is een geschikte methode om de werkelijkheid van binnenuit te bestuderen en zodoende zicht te krijgen op de verschillende processen die een rol spelen bij een fenomeen. Daarnaast is er maar een klein aantal deelnemers dat Hack_Right tot op heden heeft gevolgd, waardoor kwantitatief onderzoek nog niet haalbaar is. De eerste onderzoeksmethode is documentanalyse. Het doel van de documentanalyse is om inzicht te krijgen in de plannen van Hack_Right, zoals die op papier staan. Zo kan worden onderzocht wat Hack_Right is, hoe Hack_Right theoretisch is onderbouwd en welke trajecten tot nu toe zijn uitgevoerd. Verschillende documenten zijn hiervoor geraadpleegd. De tweede onderzoeksmethode is het interviewen van bij de uitvoering van Hack_Right betrokken personen. Het doel van de interviews was drieledig. Ten eerste was het doel om in aanvulling op de beleidsdocumenten een beter inzicht te krijgen in de plannen omtrent Hack_Right. Een tweede doel was om inzicht te krijgen in het verloop van de tot nu toe uitgevoerde Hack_Right-trajecten. Het derde doel van de interviews was om de ervaringen met Hack_Right van alle betrokkenen in kaart te brengen. In totaal zijn 28 interviews afgenomen met respondenten die op verschillende manieren betrokken zijn bij de Hack_Right interventie: twee interventieontwikkelaars, vijf toewijzers, elf uitvoerders en tien deelnemers.
In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het lectoraat Changing Role of Europe van De Haagse Hogeschool de rol van de Dutch Urban Envoy geëvalueerd. De betekenis, de inzet, het vervolg en de toekomstige invulling van de rol van de Dutch Urban Envoy komen aan bod. Op basis van de inzichten van 37 interviews met 39 betrokken partijen (van het Ministerie van BZK, Nederlandse steden, Europese steden, koepelorganisaties, Europese instellingen en andere ministeries binnen de Rijksoverheid) en deskresearch zijn de volgende conclusies en aanbevelingen geformuleerd.
Deze RAAK Impuls wordt aangevraagd voor het project Buurtgerichte netwerkinterventies voor inclusie van mensen met beperkingen. Hierin wordt een aantal verschillende groepsgerichte netwerkinterventies onderzocht op enerzijds de gekozen werkwijze en anderzijds de ervaring van de deelnemers en de medewerkers. Zo worden uit uiteenlopende interventies, de (gezamenlijke) werkzame elementen onttrokken, welke van belang zijn bij het werken aan inclusie en netwerkvorming van mensen met beperkingen (in de buurt). In het onderzoek werd allereerst middels groepsgesprekken aan participatiecoaches gevraagd wat zij doen, op welke manier en welke vaardigheden zij daarvoor inzetten. Vervolgens is, in samenwerking met ervaringsdeskundigen, een interviewprotocol ontwikkeld en zijn samen met ervaringsdeskundigen interviews afgenomen van deelnemers aan de onderzochte interventies. Het doel was erachter te komen wat zíj zien en ervaren én waar zij behoefte aan hebben. Omdat het buurt-aspect tijdens een interview vanachter een bureau niet goed in beeld kwam, is besloten om met een aantal koppels (deelnemer en participatiecoach) buurtwandelingen te maken. Tijdens deze wandelingen werd helder gemaakt welke rol het buurt-netwerk speelt in het leven van de deelnemer, wat daarin voor de deelnemers belangrijk is, op welke plekken welke mensen elkaar ontmoeten. Tevens werd tijdens de wandelingen duidelijk of de deelnemers zelf behoeften hebben om hun contacten in de buurt uit te breiden. Het doel van het vervolgtrajecet, waarvoor deze Impuls aanvraag wordt ingediend, is om met een helder overzicht van de diverse werkzame en toepasbare elementen, de onderzochte interventies tools aan te reiken. Hiermee kunnen zij de effectiviteit van de interventie zichtbaar maken en evt. vergroten. Daarnaast kunnen de tools benut worden voor het inrichten van nieuw op te zetten interventies waarbij duidelijk gemaakt wordt welke handelingen, vaardigheden, en context gerelateerde factoren bijdragen aan een positief en duurzaam resultaat.
De Living Labs Duurzame bedrijfsovername, is gericht op het opleiding- en coachingtraject bij begeleiden van duurzame bedrijfsovername. Met name op het optimaliseren van de infrastructuur voor ondersteuning in het traject van bedrijfsovername. Hierbij is niet alleen aandacht voor de generatie die een bedrijf overneemt, maar ook voor de generatie die een bedrijf overdraagt.Doel Dit onderzoek richt zich op het achterhalen van de factoren die van belang zijn om zij-instromers eerder en beter te kunnen koppelen aan agrarische ondernemers zonder opvolger of aanbieders van land- en tuinbouwgronden. Resultaten Advies voor invulling toekomstig landelijk kennis- of praktijkcentrum voor agrarische bedrijfsopvolging. Gunningsfactoren huidige boeren om buitenstaanders te laten overnemen Routekaart voor diverse soorten zij instromers Looptijd 01 september 2020 - 31 december 2020 Aanpak Met kwantitatieve en kwalitatieve methodieken worden ondersteuningsbehoeftes en bestaande aanbod in kaart gebracht. De ontbrekende aspecten worden geïdentificeerd met gebruikmaking van een gevalideerd model, deels bestaande vragenlijsten, interviewprotocollen en focusgroepen. Harde en zachte kanten Er is zicht nodig op de ondersteunings-behoeftes van de diverse groep zij-instromers. Ook zijn de verwachtingen ragen van boeren zonder opvolger of grondaanbieders van belang. Er wordt naar de harde kanten - de economische en financiële afwegingen - maar ook naar de zachte kanten - sociaal-emotionele factoren en het opbouwen van relaties en netwerken - gekeken.
Dit voorstel richt zich op het achterhalen van de factoren die van belang zijn om zij-instromers eerder en beter te kunnen koppelen aan agrarische ondernemers zonder opvolger of aanbieders van land- en tuinbouwgronden. Hiervoor is zicht nodig op de ondersteunings-behoeftes van de diverse groep zij-instromers. Ook de verwachtingen en mogelijke ondersteuningsvragen van boeren zonder opvolger of grondaanbieders zijn daarbij van belang. Er wordt niet alleen naar de harde kanten - de economische en financiële afwegingen - maar ook naar de zachte kanten - sociaal-emotionele factoren en het opbouwen van relaties en netwerken - gekeken. Adviseurs, coaches en bestaande matchingsplatforms spelen daarbij een belangrijke rol. Ook financieringsmogelijkheden zijn van prominent belang. Immers er is in de agro-sector relatief veel kapitaal nodig om een beperkte verdiencapaciteit te realiseren. Al deze partijen zijn vertegenwoordigd in ons consortium. Met kwantitatieve en kwalitatieve methodieken worden ondersteuningsbehoeftes en bestaande aanbod in kaart gebracht. De ontbrekende aspecten worden geïdentificeerd met gebruikmaking van een gevalideerd model, deels bestaande vragenlijsten, interviewprotocollen en focusgroepen. Tevens zullen concrete voorstellen voor samenwerking en ondersteuning worden geformuleerd, zodat er - indien nodig- een aanvullend dienstenpakket kan worden samengesteld voor een toekomstig landelijk kennis- of praktijkcentrum voor agrarische bedrijfsopvolging. Uniek aan dit voorstel is dat vijf bestaande matchingsplatformen van agrarische en niet-agrarische origine met elkaar samenwerken: 1. “Boer zoekt boer” van NAJK 2. “Startersboerderij” van LTO-Noord 3. “Landgilde” van Land & Co 4. MKBase 5. Bedrijventekoop