1e alinea column: Hoe kun je nou de lessons learned van social media zo opschrijven dat corporates met hun duizenden controllers en compliance officers er iets mee kunnen? The social company en het ver-internetten van de bedrijfsvoering zetten onderstaande principles op de Business Balance Scorecard. Deze statements hebben stuk voor stuk concrete gevolgen voor strategie, inrichting en operations, voor ICT oplossingen en voor HRM, als je bereid bent er 'door heen' te lezen. Ze vormen een basis voor prioriteitstelling, bijvoorbeeld bij projectselectie, investeringsbeslissingen, individuele beoordelingen of bij de keuze van nieuwe collega's. Op die manier kun je de verbinding strategie, ondernemerschap en uitvoerend vermogen van jouw rule-based corporate toetsen aan de principles van de socials. Wellicht begrijpt een corporate bank daarna een klein social bedrijf met een goed idee die startkapitaal wil wat beter. Bijdrage aan het opheffen van een misverstand.
LINK
Met de term financiële beheersvormen in het landelijk gebied wordt in dit onderzoeksrapport gedoeld op de bekostiging van goederen[1] in de groene ruimte van de gemeente Deventer die voorzien in collectieve behoeften. Bij een groot deel van deze goederen gaat het om goederen die voor de eigenaar of gebruiker individuele behoeften vervullen, maar die mede bepalend zijn voor het collectieve doel, denk aan een historische beeldbepalende boerderij in een oud cultuurlandschap waar melk geproduceerd wordt voor de wereldmarkt. De individuele behoefte voor de agrariër betreft het benutten van de grond en gebouwen ten behoeve van de zuivelproductie en het collectieve belang is dat het produceren op een zodanige manier gebeurt dat het landschap mooi blijft. De nadruk in dit onderzoek op de financiering (bekostiging) van de collectieve goederen natuur, landschap en cultuurhistorie (en de recreatieve en educatieve benutting er van). In het onderzoeksrapport ‘Economie van de groene ruimte, Nieuwe verdienmodellen van de groene ruimte Deventer’ dat gelijktijdig met dit rapport verschijnt gaat het om nieuwe vormen om geld te verdienen in de groene ruimte. Uiteraard, bestaat er een sterke link tussen deze twee rapporten. Immers, als er geld verdiend wordt is er een basis om te financieren. Hier komt bij dat er een tendens is in de samenleving de link tussen verdienen aan het landschap en het financieren van collectieve doelen sterker te koppelen (sluit op uitgangspunten van ontwikkelingsplanologie). [1] In de bedrijfseconomie wordt het onderscheid gemaakt tussen investeringsbeslissingen en financieringsbeslissingen. Bij investeringsbeslissingen gaat het om het beoordelen van investeringen op basis van uitgaven en ontvangsten in de tijd en bij financieringsbeslissingen gaat het om vragen waar (tijdelijk) het geld ten behoeve van een investering vandaan gehaald kan worden (eigen vermogen versus vreemd vermogen).
MULTIFILE
Het project ontwerpt de waterstofhub; het collectieve markt- en distributiesysteem voor lokale industriële clusters, waarmee de industrieën in Delfzijl tot de noodzakelijke investeringsbeslissingen kunnen komen om gezamenlijk daadwerkelijk de transitie naar waterstof kunnen maken. In de hub worden op portfoliobasis vraag en aanbod gematched en wordt de levering en afname integraal, technisch operationeel, marktconform en commercieel geregeld. Alle partijen (zowel de producent als de afnemer) kunnen hiervoor op de hub contracten op maat afsluiten en transacties realiseren. Het project ontwerpt een digitaal handelsplatform om deze matching te kunnen operationaliseren, inclusief de organisatorische, contractuele, wettelijke kaders om dit mogelijk te maken.Het project realiseert een werkend proof-of-concept handelsplatform op ‘Madurodamschaal’, in het fysieke waterstofnetwerk van ENTRANCE (WING), gebaseerd op de vraag- en aanbodgegevens en de commerciële en markttechnische condities van de industriële partijen uit Delfzijl.Het project wordt uitgevoerd door een consortium van meer dan 20 industriële partijen, Baringa, SINZ, Kikkers Advies, NET-ZERO-NL, ENTRANCE, Groningen Seaports, gesteund door de Provincie Groningen, Chemport Europe en HyNorth, en wordt mede gefinancierd door middel van een subsidieaanvraag bij het Nationaal Programma Groningen (NPG).
Horecabedrijven, ziekenhuizen en grote kantines hebben relatief kleine stromen van keukenafval: Swill. Ter plekke vergisten van swill zorgt dat deze kleine afvalstromen worden benut zonder dat transport nodig is. Het biogas kan ter plekke worden gebruikt. Dat bespaart kosten en is CO2-neutraal. Zo biedt kleinschalige vergisting kansen voor grootschalige toepassing van biogas: Veel kleine vergisters samen zorgen voor opschaling van het biogas volume. Bovendien sluit dit lokale voedselkringlopen. Dit past bij beleidsafspraken op meerdere niveaus over de energietransitie naar hernieuwbare energie, CO2-neutraliteit en circulariteit. Echter, om kleinschalige, decentrale produktie van biogas uit swill te stimuleren is nieuwe kennis nodig. Kan kleinschalige produktie van biogas uit swill kostendekkend zijn? Biogas levert weinig op, zijn er extra “cashmakers in de keten” mogelijk? Kan een innovatief verdienmodel zorgen voor maatschappelijke acceptatie van een vergister in een leefomgeving? Hoe kunnen duurzame relaties met leveranciers van afval worden ontwikkeld? Verkennende afstudeeronderzoeken in ons onderzoeksprogramma laten zien dat decentrale produktie van biogas uit swill kansrijk is. Horeca-ondernemers en groothandels zien deze kans, maar zij moeten zulke investeringsbeslissingen wel kunnen onderbouwen. We ontwikkelen in dit project direct toepasbare ontwerpprincipes voor business modellen voor decentrale produktie van biogas uit swill. We ontwikkelen deze ontwerpprincipes op basis van ontwerpgerichte afstudeeronderzoeken naar concrete projecten in Groningen, analyses van vergelijkbare swill-vergistingsprojecten in Nederland, en een literatuurstudie. We focussen hierbij op twee nieuwe dienstconcepten voor decentrale vergisting: 1) Ter plekke swill van een aantal nabijgelegen bedrijven vergisten in een leefomgeving. 2) Gezamenlijk swill inzamelen, meegeven aan de groothandels die voedsel komt brengen, en vergisten bij deze groothandel op een bedrijventerrein. Deze twee nieuwe dienstconcepten komen voort uit de concrete pilot-projecten in Groningen. Deze verschillen in schaal, organisatievorm en vergistingslokatie, en verkennen beide nieuwe mogelijkheden voor duurzaam ondernemen op innovatieve wijze.