Verhalen blijven mensen bij en geven ervaringen een betekenis. Verhalen werken verbindend, tussen mensen en in de tijd. Dit geldt ook voor het boek Gezond groot groeien, waarin persoonlijke verhalen van jeugdverpleegkundigen zijn opgetekend. De auteurs laten met de verzameling verhalen zien wat jeugdverpleegkundigen beweegt bij het uitvoeren van hun vak.
DOCUMENT
Inleiding Het doel van dit vragenlijstonderzoek was om de attitude, kennis, informatiebehoefte en uitvoering van mondgezondheidsbevordering door jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen op het consultatiebureau in kaart te brengen. Methode Tien jeugdgezondheidszorginstanties hebben een digitale vragenlijst over kennis, attitude en uitvoering van mondgezondheidsbevordering binnen hun organisatie verspreid. Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen werden gevraagd de vragenlijst in te vullen. Informatie werd verzameld over: 1) demografische kenmerken; 2) kennis over cariësrisicofactoren; 3) attitude ten opzichte van mondgezondheid; 4) uitvoering van mondgezondheidsbevordering tijdens consulten bij kinderen tot vier jaar; en 5) informatiebehoefte. De antwoorden van jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen worden apart gepresenteerd. Resultaten Er zijn 146 vragenlijsten van 61 verschillende consultatiebureaus geanalyseerd. Respondenten hadden een positieve attitude en een meerderheid heeft voldoende basale kennis over cariësrisicofactoren. Tijdens een consult verwijst een minderheid (45%) actief naar een mondzorgprofessional voor preventie; 62% kijkt wel eens in de mond van een kind en 36% vindt dat er onvoldoende aandacht is voor mondgezondheidsbevordering op het consultatiebureau. Als reden daarvoor worden tijdsdruk, prioritering van te bespreken onderwerpen en gebrek aan kennis het meest genoemd. Conclusie Ondanks een positieve attitude en basale kennis over cariësrisicofactoren krijgt mondgezondheidsbevordering onvoldoende aandacht op het consultatiebureau. Mondgezondheidsbevordering op consultatiebureaus vraagt om een hogere prioriteit.
DOCUMENT
In Amsterdam heeft één op de vijf kinderen last van overgewicht en hiervan hebben ruim 2.000 kinderen (ernstige) morbide obesitas. Het gaat in totaal om 24.500 kinderen met overgewicht en obesitas in de stad. In Amsterdam is daarom een integraal en langdurig programma opgezet, de ‘Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht’ (AAGG), om alle Amsterdamse kinderen op een gezond(er) gewicht te krijgen.Binnen de AAGG wordt ingezet op preventie, ondersteuning en zorg. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) speelt hierin een belangrijke rol. De JGZ begeleidt jeugdigen en hun ouders vanuit de Ouder- en Kindteams Amsterdam. De jeugdverpleegkundige heeft naast de reguliere JGZ taken een nieuwe rol gekregen in het kader van de zogenaamde ketenaanpak bij kinderen met overgewicht en obesitas: de rol van centrale zorgverlener (CZV). De vervulling van deze rol is voorbehouden aan jeugdverpleegkundigen die de interne opleiding ‘Leerlijn Centrale Zorgverlener’ hebben gevolgd. Kinderen met obesitas en multiproblematiek of morbide obesitas die ondersteuning en zorg nodig hebben worden begeleid door een CZV. De CZV fungeert als eerste aanspreekpunt voor kind en ouders en zorgt er voor dat alle professionals die bij de ondersteuning en zorg rondom het kind en het gezin betrokken zijn goed met elkaar samenwerken en afstemmen.Deze nieuwe rol vraagt van jeugdverpleegkundigen nieuwe competenties en vaardigheden, waaronder de zogenaamde 21th Century Skills (onder andere creatief denken, probleemoplossend vermogen en media-wijsheid). Daar waar jeugdverpleegkundigen voorheen gewend waren om spreekuur te ‘draaien’ op een consultatiebureau, wordt nu van hen verwacht dat zij in hun rol van CZV naast de gezinnen staan, de begeleiding rond gezinnen organiseren, de uitvoering coördineren en oplossingen realiseren.Het doel van dit verkennende onderzoek is een eerste indruk te krijgen van de vaardigheden die jeugdverpleegkundigen nodig hebben om de nieuwe taak als CZV uit te voeren en wat dit betekent voor de voorbereiding van (toekomstige) jeugdverpleegkundigen. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Welke competenties vergt de taak van centrale zorgverlener (CZV) binnen de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht van de jeugdverpleegkundigen werkzaam binnen de Ouder- en Kindteams Amsterdam in Amsterdam?In interviews met vijf CZV’s en dertien ketenpartners is informatie verzameld over de taken, competenties, de leerlijn CZV en de sterke en minder sterke punten. Dit heeft geresulteerd in vijf kernaanbevelingen, gericht op:• Uitvoeren van vervolgonderzoek met deelname van ouders en jeugdigen zelf• Het opstellen van een functieprofiel CZV• In de wijk/buurt uitdragen/inzichtelijk maken wie CZV zijn• In de opleiding voor CZV en toekomstige verpleegkundigen (meer) casuïstiek opnemen, evenals aandacht voor bijzondere doelgroepen, inzet van nieuwe media, het voeren van casuïstiek-overleg met ketenpartners en aandacht voor zelfreflectie en leren op de werkvloer• Verbeteren van de randvoorwaarden, onder andere op het gebied van beschikbare tijd, caseload en het organiseren van korte lijnen
DOCUMENT
Niet alle pasgeborenen hebben een goede start, bijvoorbeeld omdat hun ouders in een moeilijke situatie zitten. Een prenataal huisbezoek (PHB) is bedoeld om te inventariseren wat zij nodig hebben en hen waar nodig te helpen. In dit onderzoek zagen we dat de partijen in Delft het kleinschalige weten te benutten. Professionals kennen elkaar, hebben onderling vertrouwen opgebouwd en kunnen gemakkelijk contact zoeken om af te stemmen. Tussen praktijk en beleid bestaan eveneens korte lijntjes. De aansturing vanuit de gemeente biedt professionals ruimte om te zoeken wat het beste werkt voor aanstaande ouders en activiteiten op elkaar af te stemmen. Ouders kunnen van de kleinschaligheid profiteren, bijvoorbeeld omdat de JGZ-verpleegkundigen zowel prenatale huisbezoeken doen, als de mogelijkheid hebben om vervolghulp te bieden waardoor continuïteit in de zorg en ondersteuning kan worden gerealiseerd. Ouders hebben dan te maken met een vertrouwd gezicht. Juist in deze omgeving van kleinschaligheid is het mogelijk om prenatale zorg en ondersteuning voor ouders steeds verder te ontwikkelen en de samenhang erin te verbeteren. Partijen waren hier al enkele jaren mee bezig, dit onderzoek heeft hieraan verder een bijdrage willen leveren en we hopen dat partijen hier na het onderzoek ook weer mee verder gaan.
MULTIFILE
Interview met Jackie Middeldorp (kenniskring GGZ- Verpleegkunde) verschenen op site van V&VN. Onderwerp: een rookvrije omgeving in de verslavingszorg.
LINK
Dit document bevat informatie over de achtergrond, de onderbouwing en de inhoud van de leermodule. De leermodule is onder meer gebaseerd op het kennisdocument Bejegening jongeren 16-23 jaar door jeugdprofessionals. Uitgebreide instructies voor de uitvoering van de leermodule zijn te vinden in een apart handboek.
DOCUMENT
Background: Early childhood caries is considered one of the most prevalent diseases in childhood, affecting almost half of preschool-age children globally. In the Netherlands, approximately one-third of children aged 5 years already have dental caries, and dental care providers experience problems reaching out to these children. Objective: Within the proposed trial, we aim to test the hypothesis that, compared to children who receive usual care, children who receive the Toddler Oral Health Intervention as add-on care will have a reduced cumulative caries incidence and caries incidence density at the age of 48 months. Methods: This pragmatic, 2-arm, individually randomized controlled trial is being conducted in the Netherlands and has been approved by the Medical Ethics Research Board of University Medical Center Utrecht. Parents with children aged 6 to 12 months attending 1 of the 9 selected well-baby clinics are invited to participate. Only healthy children (ie, not requiring any form of specialized health care) with parents that have sufficient command of the Dutch language and have no plans to move outside the well-baby clinic region are eligible. Both groups receive conventional oral health education in well-baby clinics during regular well-baby clinic visits between the ages of 6 to 48 months. After concealed random allocation of interventions, the intervention group also receives the Toddler Oral Health Intervention from an oral health coach. The Toddler Oral Health Intervention combines behavioral interventions of proven effectiveness in caries prevention. Data are collected at baseline, at 24 months, and at 48 months. The primary study endpoint is cumulative caries incidence for children aged 48 months, and will be analyzed according to the intention-to-treat principle. For children aged 48 months, the balance between costs and effects of the Toddler Oral Health Intervention will be evaluated, and for children aged 24 months, the effects of the Toddler Oral Health Intervention on behavioral determinants, alongside cumulative caries incidence, will be compared. Results: The first parent-child dyads were enrolled in June 2017, and recruitment was finished in June 2019. We enrolled 402 parent-child dyads. Conclusions: All follow-up interventions and data collection will be completed by the end of 2022, and the trial results are expected soon thereafter. Results will be shared at international conferences and via peer-reviewed publication.
LINK
Op zes scholen in Leiden, Katwijk en Leiderdorp werken sinds het najaar van 2022 gezinsconsulenten. In dit onderzoek hebben we de invulling en ontwikkeling van deze nieuwe functie gevolgd door middel van bijeenkomsten, observaties en interviews. Conclusie: Gezinsconsulenten hebben met hun preventieve, praktische en persoonlijke insteek een belangrijke meerwaarde. De verbindingen tussen ouders, school en andere partners in de wijk zijn versterkt. Tegelijkertijd is de functie van de gezinsconsulent nog niet af. Er zijn kansen voor doorontwikkeling en verbetering. Hierbij zijn tijd en continuïteit cruciale randvoorwaarden.
MULTIFILE
This study evaluated the Toddler Oral Health Intervention (TOHI) for preventing early childhood caries (ECC) by 48 months. TOHI, an add-on to standard care in well-baby clinics (WBCs), aims to reduce ECC incidence and severity.
MULTIFILE