Dit document geeft een overzicht van de bevindingen over het Factory-as-a service concept. Gedurende het SMITZH project heeft het lectoraat Smart Sustainable Manufacturing gezocht naar antwoorden op een aantal vragen: Welke initiatieven bestaan er, waar ondernemers elkaar helpen via het beschikbaar stellen en delen van productiecapaciteit? Wat zijn de randvoorwaarden om zo’n initiatief te laten slagen? Wat kan bijdragen om belemmeringen voor de toekomst weg te nemen? De voordelen zijn zeker aanwezig, maar obstakels ook. Met name dat laatste kan de voortgang en innovatief denken over de inrichting van flexibele en ‘Smart Manufacturing’ in de weg zitten. Het verhogen van de flexibiliteit om de maakindustrie concurrerender en veerkrachtiger te maken is een van de doelstellingen van het Smart Industry Programma, SMITZH en het lectoraat.
MULTIFILE
Jongeren voelen zich steeds minder vertegenwoordigd in de politiek. Zij zoeken daarom andere manieren om hun onvrede te uiten en maatschappelijk onrecht aan de kaak te stellen. Hun acties gaan soms in tegen de wet en vaak tegen de publieke moraal, maar hebben toch politieke betekenis. Femke Kaulingfreks noemt dit straatpolitiek.
LINK
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.
De installatiebranche staat voor een aantal grote uitdagingen. Het personeel vergrijst en minder jongeren kiezen voor een baan in de installatiebranche. Tegelijkertijd vindt er een inhoudelijke transitie plaats, mede gedreven door technologische innovaties van prestatiegericht installeren naar mensgericht installeren. Het betekent dat installaties in gebouwen niet alleen energiezuinig behoren te zijn maar ook behoren zij bij te dragen aan het welzijn en de gezondheid van de gebruikers. Ook het huidige personeel zal op een andere manier moeten gaan werken dan gewend te zijn. Grotere bedrijven zetten meer en meer opkomende technologieën in, maar hoe snel kan het MKB hierin meebewegen? En zullen deze ontwikkelingen meer jongeren naar de branche trekken? Doel Het OMTECH_IDGB project onderzoekt in hoeverre het MKB in de installatiebranche gereed is om te kunnen werken met opkomende technologieën, zoals bijvoorbeeld AI en AR. Vragen zijn: Hoe opereert het MKB in de installatiebranche bij het gebruik van AI en AR? Wat zijn aantrekkelijke use cases voor het gebruik van opkomende technologieën? Hoe krijgen wij onze mensen, maar ook jongeren gereed om te werken in een digitale werkomgeving? Resultaten Overzicht van use cases, animatie over werken met AI en AR in de installatiebranche en een RAAKpro vooraanmelding over inzet van AI en AR in de installatiebranche. Looptijd 01 november 2020 - 31 mei 2021 Aanpak Literatuurstudie/deskresearch naar opkomende technologieën, AI en AR, zowel binnen als buiten de installatiebranche. Inventariseren van het gebruik en inzet van opkomende technologieën in de installatiebranche. Ophalen van ‘use cases’ in de praktijk d.m.v. interviews. Bijeenkomsten met de praktijk. In een samenstelling van professionals, ontwikkelaars, branche organisaties, MKB partijen en groot bedrijven op dit thema. Met als doel om het verder uitwerken en scherp stellen van de vraag te bewerkstelligen. In dit project wordt tevens samengewerkt met het Centre of Expertise Smart Sustainable Cities.
Schooluitval komt veelvuldig voor bij leerlingen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) omdat het aanbod en didactiek van het reguliere onderwijs slecht bij deze groep aansluit. Ook kunstonderwijs zoals dat aan veel PO en VO scholen wordt gegeven, lijkt slecht te passen, omdat de nadruk hierbij vaak ligt op zelfexpressie en het verbeelden van gevoelens. Daardoor wordt er een beroep gedaan op precies die vaardigheden die bij leerlingen met ASS vaak minder goed zijn ontwikkeld, waardoor zij niet mee kunnen komen tijdens deze lessen. Onderwijs- en zorgorganisaties die (uitgevallen) leerlingen met ASS ondersteunen, zoeken dan ook naar mogelijkheden om voor hen een meer passend lesaanbod te kunnen bieden. Onderwijs in artssciences, dat op het snijvlak van kunst, we-tenschap en techniek opereert, zou zo’n mogelijkheid kunnen zijn omdat het meer uitgaat van een oplossingsgerichte, systematische en technisch georiënteerde manieren van denken en werken. Daarom willen twee bedrijven, één actief in de zorg voor jongeren met ASS, één gespecialiseerd in artssciences, samen met het lectoraat Kunsteducatie van de AHK een lesontwerp ontwikkelen en testen voor, en met jongeren met ASS. Het doel van het project is om te onderzoeken of en hoe artssciences het kunstonderwijs beter aan kan laten sluiten bij de mogelijkheden en wensen van (uitgevallen) jongeren met ASS. We willen nagaan hoe zij dit artssciences lestraject ervaren en of het hen een ander beeld geeft van wat kunst is en kan zijn én of dit lestraject de jongeren meer zelfvertrouwen geeft en een positieve (hernieuwde) kennismaking zijn met leren. Dit sluit aan bij het thema Gezondheid & Zorg van het missiegedreven innovatiebeleid en specifiek missie III die zich richt op het meer naar wens en vermogen laten meedoen in de samenleving van mensen met een beperking.