In deze literatuurverkenning worden de gevonden voorwaarden en condities voor het geven van online justitiële interventies1 kritisch besproken.
DOCUMENT
In de periode 2008-2010 hebben onderzoekers en studenten de vaktherapie onderzocht die wordt gebruikt in de behandeling van jonge delinquenten in zes justitiële jeugdinrichtingen en instellingen voor gesloten jeugdzorg. Ze ontwikkelden interventies voor beeldende therapie, dansbewegingstherapie, dramatherapie, muziektherapie en psychomotorische therapie.
DOCUMENT
In het kader van het KenVaK/RAAK-project deed een groep onderzoekers in acht verschillende instellingen onderzoek samen met vaktherapeuten uit de praktijk. De vraag was welke interventies door vaktherapeuten worden ingezet bij jeugd die is opgenomen in een justitiële jeugdinrichting of in de gesloten jeugdzorg.
DOCUMENT
Dit onderzoeksvoorstel is gericht op de meest kwetsbare jongeren en volwassenen in onze samenleving die afhankelijk zijn van de zorg en woonachtig zijn in verschillende soorten instellingen en gezinshuizen en op de medewerkers van deze instellingen. Instellingen in de jeugdzorg, de maatschappelijke opvang, de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, gezinshuizen en justitiële/forensische (jeugd)inrichtingen zijn sinds de inwerkingtreding van de coronamaatregelen geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid. Dat heeft grote gevolgen voor het leven in deze settingen. Er is sprake van (nog) minder bewegingsvrijheid dan normaal, er zijn geen of zeer beperkte mogelijkheden voor bezoek en verlof, gezinshuisouders werken nu letterlijk 24 uur per dag en medewerkers zien zich voor de uitdaging gesteld om een volledig dagprogramma te realiseren en ook onderwijs of dagbesteding aan te bieden. Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in het leef- en werkklimaat zoals dat in deze tijd wordt ervaren door cliënten/bewoners en medewerkers van jeugdzorginstellingen, justitiële/forensische instellingen en gezinshuizen en de eventuele verschillen met het ervaren leefklimaat uit eerdere jaren inzichtelijk te maken. Daarnaast willen we inzicht krijgen in de veranderingen die in de verschillende settingen hebben plaatsgevonden in het dagelijks leven en welke factoren van invloed zijn op het ervaren leef- en werkklimaat. Tot slot is deze studie er op gericht betekenis te geven aan de door lessen te trekken uit de verzamelde gegevens voor de praktijk en voor beleidsmakers. Deze inzichten zijn van belang met het oog op de toekomst, met name met betrekking tot mogelijke aangescherpte en beperkende maatregelen als gevolg van bijvoorbeeld een nieuwe uitbraak of pandemie.
In dit praktijkgerichte onderzoeksproject werken de lectoraten ‘Bewegen, School en Sport’ en ‘Bewegen, Gezondheid en Welzijn’ van Hogeschool Windesheim en de lectoraten ‘Participatie en Stedelijke Ontwikkeling’ en ‘Werken in Justitieel kader’ van de Hogeschool Utrecht, samen met Stichting Life Goals en drie landelijke koepelorganisaties. Doel is om gezamenlijk te komen tot nieuwe kennis waarmee sociale professionals en sportprofessionals sport als middel kunnen inzetten om mensen in een kwetsbare positie te begeleiden en te ondersteunen om maatschappelijk te participeren. Het gaat in dit project om het afstemmen en optimaliseren van kennis van professionals die werkzaam zijn in de maatschappelijke opvang (zoals het Leger des Heils), het gevangeniswezen, de reclassering en welzijnswerk en om sportprofessionals (zoals maatschappelijke sportcoaches en buurtsportcoaches). Er bestaan verschillende initiatieven om mensen in een kwetsbare positie via sport te helpen om (weer) maatschappelijk te participeren. Sport wordt gezien als een laagdrempelige activiteit waar mensen positieve ervaringen opdoen, vaardigheden kunnen ontwikkelen en sociale contacten kunnen leggen, die zij kunnen inzetten voor de participatie in verschillende domeinen van de samenleving. Echter, het ontbreekt aan goed onderbouwde kennis over de effecten van sport op de maatschappelijke participatie van deze mensen en aan tools die professionals hierbij kunnen ondersteunen. HBO-opgeleide sociale professionals en sportprofessionals geven aan behoefte te hebben aan nieuwe kennis en tools over de wijze waarop zij hun cliënten effectief kunnen ondersteunen en begeleiden. Deze kennisbehoefte heeft enerzijds betrekking op de context waarin de sportactiviteiten voor mensen in kwetsbare positie plaatsvinden en de begeleiding die ze daarbij krijgen. Hoe zorg je ervoor dat deze context zo is ingericht dat sport voor de deelnemers een positieve ervaring wordt en hen zodoende in staat stelt een positiever zelfbeeld te ontwikkelen en vaardigheden en sociale contacten op te doen die hen helpen bij de maatschappelijke participatie op andere levensterreinen? Anderzijds is er behoefte aan nieuwe kennis over de wijze waarop de samenwerking tussen de professionals uit de verschillende sectoren en organisaties geoptimaliseerd kan worden. Vragen die professionals op dit vlak hebben zijn: hoe kan het sportaanbod voor mensen in een kwetsbare positie het best worden georganiseerd, welke partijen zijn daarbij nodig, hoe kan de samenwerking tussen deze partijen het best worden vorm gegeven? Deze praktijkbehoefte is uitgewerkt in de volgende centrale onderzoeksvraag: Hoe kan sport professioneel worden ingezet ter bevordering van de maatschappelijke participatie van mensen in de maatschappelijke opvang, detentie of reclassering, welke contextfactoren zijn daarbij van belang en hoe kan de samenwerking tussen professionals uit verschillende sectoren geoptimaliseerd worden? Dit project levert producten op voor zorg en onderwijs: beschrijvingen van best practices, richtlijnen voor samenwerking, bijscholing (ook voor het aanbieden van diverse sportactiviteiten), een digitaal kennisplatform en artikelen in vakbladen. De kennis die wordt opgedaan vloeit tevens terug naar opleidingen van Hogeschool Windesheim (lichamelijke opvoeding, Sportkunde en Psychomotorische therapie) en Hogeschool Utrecht (opleiding Social Work) o.a. in de vorm van een minor.