"In Rotterdam staat het streven naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen hoog op de agenda. De kansenongelijkheid in het onderwijs groeit en daar wil de gemeente iets tegen doen, samen met onderwijsinstellingen en ouders. De aanpak richt zich onder meer op kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs. De gemeente wil in het onderwijs kansengelijkheid bevorderen en segregatie verminderen. Daarom verdient het nader onderzoek hoe aanmelden en inschrijven op basisscholen verloopt, aldus de gemeente. In 2022 kreeg het Kenniscentrum Gemengde Scholen de opdracht van de gemeente voor een onderzoek naar bovengenoemde vragen over de toegang tot basisscholen in Rotterdam. Dit onderzoek is kwalitatief van aard en gericht op zowel het beleid als de praktijk van het proces van aanmelden, toelaten, inschrijven en plaatsen van leerlingen. Het doel is om te achterhalen of alle ouders in de praktijk dezelfde kansen hebben om hun kind op de school van hun voorkeur geplaatst te krijgen. Zo’n gelijk speelveld draagt bij aan de kansengelijkheid voor alle kinderen en kan, in combinatie met specifieke voorrangsregels, ook de segregatie verminderen."
Op Landgoed Sparrenhof in Tilburg wordt met diverse partners uit het brede jeugdveld gewerkt aan pedagogische vrijplaatsen. Jongeren groeien op in een samenleving waar prestatiedruk en kansenongelijkheid hoogtij viert. Als tegenbeweging worden pedagogische vrijplaatsen ontworpen om te ONT-moeten en ONT-wikkkelen. Niet een curriculum of beleidsdoel is het uitgangspunt, maar de dromen, wensen en brede talenten van kinderen en jongeren. In dit Fundament worden de uitgangspunten beschreven op basis waarvan er op Sparrenhof wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een pedagogische vrijplaats, aan de rand van de stad en toch midden in de natuur.
Deze top-up subsidie sluit aan op het project ‘Afstemmen op diversiteit in de klas. De ontwikkeling van een passend professionaliseringspalet voor leraren’. De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op diversiteit onder leerlingen zijn groter dan ooit binnen onze maatschappelijke context van passend onderwijs, kansenongelijkheid en het streven naar inclusie. Professionele ontwikkeling op dit vlak vindt met name plaats in de scholen, wanneer leraren zich ontwikkelen van basisbekwaam tot vakbekwaam. Het vormgeven van effectieve professionalisering op dit thema is complex. De praktijkvraag van de werkveldpartijen was dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering ondersteund worden om beter af te stemmen op diversiteit?’ In drie deelstudies is deze vraag onderzocht. Eerst zijn differentiatiestrategieën, opvattingen, dilemma’s en factoren in verwachtingsvorming van leraren onderzocht. Daarnaast zijn inhouden en vormen van voortgezette professionalisering die leraren als effectief ervaren voor het afstemmen op diversiteit in kaart gebracht. Op basis van de uitkomsten is een professionaliseringspalet ontwikkeld en geïmplementeerd in vijf scholen. De professionalisering was zo opgebouwd dat leraren op basis van de visie van de school en hun individuele leervragen keuzes maakten uit de leeractiviteiten in het palet en hier in leerteams mee aan de slag gingen. Eigen regie op de professionalisering en afstemming op de diversiteit in de teams werd hiermee beoogd. In de praktijk bleek het nemen van professionele ruimte zowel inhoudelijk als organisatorisch nog geen vanzelfsprekendheid is in scholen. Veel leraren hoopten op sturing en concrete aanbevelingen. Hierop zijn trajecten in de scholen aangepast en is er minder met het professionaliseringspalet gewerkt dan beoogd. De doorontwikkeling van het palet op basis van de behoeften en ervaringen van de leraren tijdens de professionalisering is hierdoor minder goed gerealiseerd dan gepland. Gezien de ontwikkelingen in de beroepspraktijk rondom passend onderwijs en inclusie is een goed ontwikkeld professionaliseringspalet wel wenselijk.
Het kennisnetwerk “Leren en Ontwikkelen voor Toekomstgericht Onderwijs” richt zich op onderwijsvernieuwingsvraagstukken. Scholen staan voor complexe uitdagingen waaronder een toename in diversiteit aan leerlingen die maatwerk vragen, de hardnekkige kansenongelijkheidsproblematiek, de noodzaak nieuwe technologieën adequaat in te zetten, en de opdracht leerlingen nieuwe leerinhouden maar vooral nieuwe leervaardigheden aan te leren. Voor scholen leidt dit tot aanpassingen zoals afstappen van klassikaal werken, focussen op leerprocessen in plaats van leerproducten en inzetten op autonomievergroting bij leerlingen. Onafhankelijk van de sector kampen scholen met vergelijkbare (ontwikkel)vraagstukken zoals nieuwe (meer ontwerpende en coachende) rollen van leraren, het anders beoordelen en monitoren van leerlingen en nieuwe samenwerkingsvormen binnen teams. Ons kennisnetwerk omvat bestaande samenwerkingsverbanden van lerarenopleidingen en scholenclusters die ervaring hebben met gezamenlijk onderzoek doen, opleiden en professionaliseren. De lectoren kennen elkaar van gemeenschappelijke (praktijkgerichte) onderzoeksprojecten, professionaliseringsactiviteiten en onderwijsontwikkeling. In het kennisnetwerk brengen we de verschillende samenwerkingsverbanden fysiek samen doordat onderzoekers, (toekomstige) leraren en lerarenopleiders in kennislabs op een onderzoeksmatige manier werken aan praktische oplossingen voor eerdergenoemde vraagstukken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een methodiek voor hybride kennislabs, ontwikkeld door een van de lectoraten, samen met de OU. Binnen het netwerk is een kernteam verantwoordelijk voor enerzijds destillatie van prangende onderzoeksvragen en het doen van onderzoeksaanvragen en anderzijds de monitoring van zowel de leeropbrengsten als praktische opbrengsten (werkzame principes) van de kennislabs en de verfijning van de werkwijze binnen de kennislabs. Het uiteindelijke doel zijn kennislabs die zodanig regionaal verankerd zijn wat betreft de professionalisering van betrokkenen, kennisdeling, inspiratie en ondersteuning bij het ontwikkelen van toekomstgericht onderwijs en het aanvragen en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek dat deze na vier jaar zonder subsidie kunnen worden voortgezet. Daarnaast vormen ze een onmisbaar onderdeel van een landelijke kennisinfrastructuur. We beogen een open netwerkorganisatie waarbij lerarenopleidingen, scholen en kennisinstellingen zich op basis van hun expertise kunnen aansluiten
Deze SPRONG-groep ‘PREVENT’ werkt aan het vergroten van de kwaliteit van (samen)leven in de stedelijke omgeving, door integrale wijkgerichte preventie op het snijvlak van gezondheid en welzijn. Hiermee sluiten we aan bij de centrale missie van de KIA Gezondheid en Zorg (2020-2023) om langer in gezondheid te leven en gezondheidsverschillen te verkleinen, in het bijzonder missie II. Met name grote steden hebben specifieke uitdagingen zoals een groeiende bevolking, (super)diversiteit en grote kansenongelijkheid. Door de coronacrisis is bovendien veel sociale problematiek vergroot, met als dreigend gevolg een sterkere toename van gezondheidsverschillen. De complexe relatie tussen sociale problematiek en gezondheidsvraagstukken onderstreept daarbij het belang van een bredere kijk op gezondheid waarbij het erom draait dat mensen meedoen en ertoe doen. Om gezondheidsverschillen bij de kern aan te pakken is integratie van kennis en onderzoek uit het sociale en gezondheidsdomein cruciaal, en is naast een persoonsgerichte ook een collectieve aanpak in de wijk (gericht op sociale determinanten van gezondheid) noodzakelijk. PREVENT richt zich op het doorontwikkelen, verbinden en toepassen van kwalitatief goed onderzoek en ontwikkelt een goede (onderzoeks)infrastructuur in wijken om deze uitdagingen aan te pakken. PREVENT omvat verschillende lectoraten van vier bestaande kennis-/expertisecentra uit het gezondheids- en welzijnsdomen van Hogeschool Utrecht en de Hogeschool van Amsterdam. Samen groeien we door naar een krachtige, prominente onderzoeksgroep met een herkenbaar regionaal en landelijk profiel en doorwerking met internationale uitstraling. Met een breed spectrum van betrokkenen bouwen we gezamenlijk aan een goede (wijk)infrastructuur zodat professionals in fieldlabs in de wijk (van huisarts tot buurtsportcoach, van schuldhulpverlener tot wijkverpleegkundige, en van paramedicus tot sociaal werker) optimaal interprofessioneel samenwerken en gezamenlijk met onderzoekers, beleidsmakers, docenten, studenten en bewoners leren en onderzoeken in ‘communities of research and practice’. Dit wordt verder vormgegeven middels vijf werkpakketten: Versterken van het PREVENT-consortium, Kwaliteit van onderzoek, PREVENT-fieldlabs, PREVENT-Academy en Communicatie en impact.