Menig schoolkind houdt zich hier dagelijks mee bezig: het vervoegen van werkwoorden en het plaatsen in de verleden en de voltooid verleden tijd. Is het niet bijzonder om het werkwoord leren in de verleden en de voltooid verleden tijd te plaatsen als de tendens in de huidige samenleving is om een leven lang te leren? Heeft iemand ooit gesproken over een Geleerde Organisatie in plaats van een Lerende Organisatie? Dit taaltechnische fenomeen staat naar mijn mening haaks op de huidige nadruk van kennisontwikkeling, waarbij ontwikkeling door mij vertaald wordt met leren. Een vorm van leren die mijn speciale belangstelling heeft is het concept van Self-Directed Learning.
Het lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken is sinds juni 2012 verbonden aan het Maritiem Instituut Willem Barentsz (MIWB), onderdeel van het Instituut Techniek van NHL Hogeschool. Dankzij deze positie kan het lectoraat, samen met het lectoraat Maritiem, Marien, Milieu & Veiligheidsmanagement en het Kenniscentrum Jachtbouw, over de grenzen van de organisatie heen werken. Het ontwikkelen en uitbreiden van het praktijkgericht onderzoek heeft daarbij de hoogste prioriteit. Kennis, veiligheid en innovatie door middel van technologie zijn steeds de verbindende factoren. Het lectoraat houdt zich bezig met het uitwisselen van kennis tussen het onderwijs en het beroepenveld. Wij richten ons daarbij op vier thema’s en drie onderzoeksgebieden. Vanuit de thema’s, veilige schepen, slimme schepen, schone schepen, duurzame schepen, wil het lectoraat de komende jaren een actieve rol spelen op de onderzoeksgebieden Maritime operations, Human factors en Regulatory compliance. Daarnaast is het lectoraat gestart met nascholingstrajecten waarmee docenten hun onderzoeksvaardigheden verder kunnen ontwikkelen. Wij werken eveneens aan de professionele masteropleiding
Zo n 160 docenten van hbo-informaticaopleidingen uit heel Nederland kwamen op 10 april 2003 naar Eindhoven om daar de eerste HBO-I docentendag bij te wonen. Het HBO-I, dat met deze dag zijn tienjarige bestaan vierde, is hiermee uitgegroeid tot een platform voor alle medewerkers van de aangesloten opleidingen.
Schippers/kapitein-eigenaren van (kleine) schepen staan in de komende jaren voor belangrijke beslissingen die grote impact kunnen hebben op het verdienmodel waarmee zij werken. In 2050 moet de binnenvaartvloot klimaatneutraal varen terwijl in 2030 de reductie van de uitstoot van CO2, NOx en fijnstof al vrijwel gehalveerd moet zijn. Veel kleine schepen varen nog met verouderde en dus vervuilende (diesel) motoren en om aan de strenge milieueisen te kunnen voldoen zullen deze motoren op korte en middellange termijn moeten worden vervangen. In deze situatie overwegen veel scheepseigenaren om een klimaatvriendelijke motor te laten inbouwen, die voldoet aan de huidige milieueisen. Er zijn echter nog andere alternatieven om hun schepen voort te stuwen. Elk alternatief brengt voordelen en nadelen met zich mee en elk alternatief kost geld. Ook de beoogde vermindering van de uitstoot van CO2 , NOx en fijnstof is per alternatief verschillend. Kortom, een scheepseigenaar van een klein schip die overweegt zijn huidige motor te vervangen, verdwaalt in een woud van (on-) mogelijkheden en effecten op omzet, kosten en inkomen. Het is voor de schippers/eigenaren van groot belang inzicht te krijgen in de verschillende investeringsopties én de daarbij behorende klimaat-effecten. Om dit inzicht te verkrijgen wordt met vertegenwoordigers van stakeholders en direct betrokken bij dit probleem, een exploratief onderzoek uitgevoerd naar de effecten van elk alternatief op het gebied van techniek, voortstuwing, duurzaamheid, klimaatneutraliteit en de financiële gevolgen hiervan. De resultaten van dit onderzoek zullen vervolgens worden verwerkt in een prototype van een mathematisch en rekenkundig model dat inzicht zal geven in de verschillende effecten van alle milieumaatregelen en eisen. Dit model zal aan de praktijk worden getoetst en bijgesteld en dient vervolgens als basis voor de ontwikkeling van een applicatie (app) die bij raadpleging schippers/ eigenaren ondersteunt bij het opstellen van een weloverwogen en onderbouwde investeringsstrategie.
Dit RAAK-mkb project wordt uitgevoerd onder leiding van het Lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken dat verbonden is aan de Stichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL). Aanleiding van dit RAAK-mkb project is een in 2013-2014 uitgevoerde studie naar de relatie tussen maritieme wet- en regelgeving en de werkdruk aan boord van schepen. De steeds groter wordende hoeveelheid wet- en regelgeving heeft een grote impact op de werkdruk aan boord van schepen, en met name bij mkb-reders , komt deze werkdruk direct terecht bij de kapitein/eigenaar. De steeds toenemende hoeveelheid administratief werk, ten gevolge van diverse, en steeds toenemende, wet en regelgeving, wordt als een grote belasting in het dagelijks werk ervaren. Nederlandse kapiteins geven zelfs aan te overwegen het beroep te verlaten vanwege de alsmaar toenemende administratieve lasten. Vanuit de NHL en het Lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken zijn diverse samenwerkingsverbanden met het Maritieme mkb aanwezig. Vanuit onder meer de samenwerking via het RAAK-mkb project ?Integrale energiebesparing zeescheepvaart? dat recent (januari 2014) is afgesloten en het recent gestarte RAAK-mkb project "Port state control" onderzoek: Naar minder aanhoudingen Nederlandse schepen" (projectnummer: 2014-01-28M) zijn diverse signalen ontvangen betreffende de hoeveelheid wet- en regelgeving, de hiermee samenhangende inspecties en controles en de hoeveelheid administratieve . Onder leiding van maritiem juridisch expert mevr. W. van der Velde LL.M Ph.D, werkzaam bij de NHL, wordt dit RAAK project uitgevoerd aan de hand van de volgende centrale onderzoeksvraag: Met welke innovatieve organisatorische en technische oplossingen kunnen wij de administratieve belasting ten gevolge van wet- en regelgeving voor Nederlandse zeevarenden binnen met name het Maritieme mkb verminderen? De NHL, HvA, HZ en Stenden tezamen met een breed consortium van betrokken partijen, beogen door het uitvoeren van twee jaar praktijkgericht onderzoek met en bij mkb-ondernemers concrete oplossingen voor de sector te kunnen ontwikkelen. Uniek is hierbij de multidisciplinaire benadering vanuit het HBO. Studenten van verschillende HBO studierichtingen zoals o.a.; bedrijfskunde, rechten, maritiem officier en communicatie worden uitgenodigd onderzoek uit te voeren in het Maritieme werkveld waardoor ook kennis vanuit andere opleidingen wordt gedeeld en bijbehorende expertise beschikbaar wordt voor het Maritieme mkb in Nederland.