Vier jaar geleden verzochten de drie noordelijke provincies aan de Hanzehogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen om een netwerk op te richten waar professionals kennis over krimp kunnen halen en brengen. Eén loket: van het Noorden, voor het Noorden. Dit verzoek heeft geleid tot het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN).Het KKNN zou onder meer het volgende bieden: een website, database, kennismakelaarsfunctie, kleinschalige themabijeenkomsten, samenwerking, een overzicht geven van onderzoeken en een onderzoekagenda ontwikkelen. Dit is vertaald in de drie pijlers van het KKNN, te weten: kennisnetwerk, kennisdelen en kennis ontwikkelen.Waar staat het KKNN nu en hoe nu verder?Samenwerkingsverband KKNN.
DOCUMENT
Nu kan het nog: deskundigheid verwerven over mobiele apparaten. Mits je er tijd en energie insteekt om de mogelijkheden te onderzoeken. De mediatheek van Fontys Hogescholen deed dit, schafte er een aantal aan en nam ze onder de loep.
DOCUMENT
Zo n 160 docenten van hbo-informaticaopleidingen uit heel Nederland kwamen op 10 april 2003 naar Eindhoven om daar de eerste HBO-I docentendag bij te wonen. Het HBO-I, dat met deze dag zijn tienjarige bestaan vierde, is hiermee uitgegroeid tot een platform voor alle medewerkers van de aangesloten opleidingen.
DOCUMENT
KernpuntenKennisdeling tussen adviseurs uit verschillende disciplines verbetert de kwaliteit van advies aan familiebedrijven.Samenwerking zorgt voor beter inzicht in het echte probleem, een diepere analyse en een geïntegreerde oplossing.Vertrouwen en geloofwaardigheid van het advies nemen toe wanneer adviseurs gezamenlijk optrekken.Goede samenwerking vereist wederzijds vertrouwen, heldere communicatie en bereidheid tot openheid.
LINK
Bij het Erfgoedlab Hanze ontmoeten de erfgoedpraktijk, onderwijs en studenten elkaar. Er worden opdrachten beschikbaar gesteld (cases en kennisvragen) en er worden excursies en lezingen georganiseerd. In deze bundel staan de projecten, activiteiten, opbrengsten en publicaties beschreven.
DOCUMENT
Hoe ontwikkelen we een "netto positief" voedselsysteem? Goed voor mens, dier en planeet? Veerkrachtig, en met een eerlijke beloning voor producenten? Daarvoor is een radicale omslag nodig, stelt Frederike Praasterink, lector Future Food Systems aan de HAS Hogeschool. Praktijkgericht onderzoek speelt bij die transitie een belangrijke rol.
DOCUMENT
Het onderzoek “Excellentie, communities en cultuur” is gericht op kenmerken van de cultuur van honoursstudenten en de wijze waarop deze in relatie staat tot de docent en de omgeving buiten honours: medestudenten, docenten, werkveld, vrienden, familie. In de politiek-maatschappelijke discussie over de kenniseconomie en excellentie speelt het begrip cultuur een belangrijke rol. Het tegengaan van de “zesjescultuur”, het streven naar een “ambitieuze studiecultuur “ en een “cultuur van excellentie” wordt vaak genoemd als een belangrijk doel van het landelijk onderwijsbeleid. Zie bijvoorbeeld de Strategische Agenda’s voor het hoger onderwijsbeleid en onderzoek (Ministerie van OCW, 2007 en 2011). Onderwijskundige literatuur is vaak gericht op de rol en invloed van de docent. De rol van de docent komt ook in dit onderzoek aan bod. Het begrip “cultuur” plaatst de interactie tussen student en docent echter in een bredere context. Immers niet alleen de docent speelt een rol, ook bijvoorbeeld ouders, vrienden en studiegenoten spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de student.
DOCUMENT
De handreiking bevat tal van vragen die te maken hebben met de cultuur van excellentie. Die vragen kunnen confronterend zijn, omdat ze gaan over onszelf en wat we van elkaar verwachten. Ze zijn niet bedoeld om elkaar de maat te nemen en ter verantwoording te roepen. Het is belangrijk om de vragen te bespreken in een veilig klimaat en met een goede gespreksleiding.De handreiking roept vragen op die niet altijd gemakkelijk te beantwoorden zijn. Het gaat ook niet om het “juiste” antwoord. Het belangrijkste is dat er nieuwe, creatieve ideeën rijzen om de cultuur van excellentie te bevorderen. De handreiking wordt bij voorkeur besproken in een gemengde groep: docenten, teamleiders, medewerkers en studenten.
DOCUMENT