Er is een toets ontwikkeld voor het meten van de kennis van leraren over leesdidactiek. Items over fonologisch bewustzijn, alfabetisch principe en vloeiend lezen zijn voorgelegd aan een panel van 30 leesdeskundigen. Dit resulteerde in een toets met 45 items die is afgenomen bij 215 basisschoolleraren. De toets blijkt betrouwbaar in termen van de klassieke testtheorie en voldoet ook aan de assumpties van het Raschmodel. Veel leraren scoren hoog op de toets, maar ze blijken beter te weten wat wel werkt, dan wat niet werkt in leesdidactiek.
Dit onderzoek is in samenwerking met het lectoraat Integraal jeugdbeleid uitgevoerd binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Oosterpark en Zuid. Het onderwerp is het ophalen van impliciete/expliciete kennis en belemmeringen/dilemma’s bij frontliniewerkers als het gaat om omgevingsgericht en preventief werken. De aanleiding van dit onderzoek is dat de implementatie van deze manier van werken moeizaam verloopt. Frontliniewerkers hebben behoefte aan kennis en handvatten rondom omgevingsgericht en preventief werken. Het doel van dit onderzoek is om de implementatie hiervan beter te laten verlopen. Hierbij is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Welke handvatten kunnen frontliniewerkers binnen het CJG gebruiken om omgevingsgericht en preventief te kunnen werken?Allereerst hebben de onderzoekers een uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd, waarin onder andere een operationalisatie van de begrippen omgevingsgericht en preventief te vinden is. Dit vormt de basis van het observatie- en interviewinstrument. Binnen de observaties is geobserveerd hoe de frontliniewerkers omgevingsgericht en preventief werken en welke belemmeringen/dilemma’s zij daarin tegenkomen. Aan de hand van deze observaties zijn er interviews uitgevoerd met de geobserveerde frontliniewerkers, waarin de bevindingen van de observaties verder uitgediept zijn. Als laatste is de definitie van omgevingsgericht en preventief werken en zijn de bijkomende belemmeringen/dilemma’s besproken in een focusgroep met frontliniewerkers.
Het onderwerp doorwerking van kennis is een speerpunt binnen de Nationale Politie: de vraag is dan hoe (wetenschappelijk) onderzoek en politiepraktijk met elkaar verbonden worden. Steeds meer wordt onderkend dat het belangrijk is dat wetenschappelijke onderzoeken ook daadwerkelijk doordringen in de (politie)praktijk.De afgelopen jaren zijn in opdracht van de portefeuillehouder Gebiedsgebonden Politie (GGP) enkele tientallen onderzoeken uitgevoerd binnen de GGP. Daarnaast zijn in opdracht van het Programma Politie en Wetenschap onderzoeken uitgevoerd naar diverse aspecten van de GGP. Te denken valt aan onderzoek naar digitale wijkagenten, opgetekende lessen tijdens de coronacrisis én de kennis over ondermijning bij wijkagenten.Dergelijke onderzoeken leveren stuk voor stuk waardevolle inzichten op.Het is evenwel de vraag of de onderzoeken aansluiten bij de (kennis)behoefte in de basisteams (BT’s) en of de onderzoeksresultaten binnen de GGP doorwerken. Dat wil zeggen dat onderzoek bekend is, relevant wordt gevonden, benut wordt en tot eventuele veranderingen leidt.Dit onderzoek legt de focus op doorwerking van onderzoeksresultaten bij de GGP in de basisteams (BT’s).
MULTIFILE