Aan mij valt vanmorgen de eer te beurt deze lectorale rede uit te spreken. U verwacht van mij waarschijnlijk dat ik – als “hogeschoolbrede” Lector eLearning - het nu ga hebben over alle verworvenheden en geweldige mogelijkheden van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en wat die nu, en in de nabije toekomst, betekenen voor het onderwijs binnen Hogeschool INHOLLAND. Als dat zo is, dan moet ik U toch een beetje teleurstellen: ik ben natuurlijk wel enthousiast over de onophoudelijke stroom aan nieuwe ontwikkelingen op dit terrein, maar ik ben tegelijkertijd ook realist genoeg om te weten dat veel mensen enorme moeite hebben om de noodzakelijke praktische, emotionele en ideologische stappen die daar nu eenmaal bij horen, daadwerkelijk te zetten. Stappen die ze in staat stellen alle prachtige mogelijkheden ook werkelijk te benutten en daarmee het onderwijs te vernieuwen en te verbeteren. Begrijp me niet verkeerd: ik twijfel geen seconde aan Hogeschool INHOLLAND en haar eLearning-missie. Integendeel, ik ben hier komen werken, omdat ik geloof in de kracht en ambities van deze nieuwe instelling, om een bruisende leer- en werkgemeenschap te realiseren met optimale ICT-faciliteiten1 en goede ondersteuning in bijvoorbeeld onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg.2 INHOLLAND loopt voorop in haar streven naar en de realisatie van de inzet van ICT als motor voor didactische vernieuwing. Maar hier vindt, net zoals dat elders in onze “kennismaatschappij” noodzakelijk is, een geweldloze revolutie in doen en denken plaats om daadwerkelijk te komen tot onderwijs waarbinnen de student zélf zijn studie inricht en uitvoert, daarbij begeleid door docenten die als eTutoren weten hoe ze dat moeten doen. Over dat proces van eStudent tot Kenniswerker en over hoe INHOLLAND dan zal veranderen van opleiding- en ICT-gestuurd naar studentgeleid, wil ik het vandaag vooral hebben.
DOCUMENT
Het moderne hbo leidt studenten op tot kenniswerkers door studenten het proces van kenniswerk te laten ervaren. Kennis speelt daarin op een viertal punten een belangrijke rol. In de eerste plaats dienen studenten te beschikken over conceptuele en theoretische kennis die in hun beroepspraktijk relevant is. Deze kennis is slechts beperkt door de student zelf te mobiliseren vanwege het kip/ei probleem en zal dus op meer traditionele wijze moeten worden aangeboden. In de tweede plaats zullen studenten moeten leren kennis te mobiliseren ten behoeve van het diagnosticeren en oplossen van unieke praktijkproblemen. In de derde plaats zullen ze moeten leren nieuwe kennis te ontwikkelen in de vorm van expliciete conceptuele artefacten, om op die manier een bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk te leren leveren. In de vierde plaats zullen studenten de bekwaamheden van de kenniswerker moeten aanleren als ondersteunende bekwaamheden in het kenniswerk. Deze analyse laat zien dat kennis een grote rol speelt in competentiegericht onderwijs dat wil opleiden voor kenniswerk. De tegenstelling tussen traditioneel klassikaal cognitief onderwijs en wél kennis overdragen, en ervaringsgericht constructivistisch onderwijs en géén kennis overdragen, is een schijntegenstelling. In het onderwijs zullen beiden een plaats moeten hebben waarbij competentiegericht onderwijs de basis is voor het leren werken als kenniswerker. De praktijk laat zien dat het realiseren van het hier geschetste ideaal nog lastig is. Veel hbo-instellingen zijn nog niet zover. Maar dat is geen reden om terug te vallen in het oude model. Tegelijkertijd leidt het strikt vasthouden aan puur ervaringsleren zonder veel ruimte voor kennisoverdracht niet tot het opleiden van de kenniswerker van de toekomst waar de Nederlandse kenniseconomie zo‟n behoefte aan heeft.
DOCUMENT
Het hoger onderwijs moet studenten opleiden tot kenniswerkers. Het blijkt echter lastig studenten zo op te leiden dat ze de voldoende vaardigheden hebben kennis snel toe te passen en nieuwe kennis te genereren. Een mogelijke aanpak is De praktijk als leeromgeving: studenten leren als junior kenniswerkers in authentieke praktijksituaties handelingsgericht te werken. In deze praktijksituaties komen het oplossen van praktijkproblemen (praktijkstroom), ontwikkelen van praktijkkennis (kennisstroom) en leren (competentiestroom) samen. De kwaliteit wordt bewaakt door kritische reflectie tegen vooraf gestelde kwaliteitscriteria. Door deze aanpak worden onderwijs en onderzoek verbonden. De studenten dragen bij aan open innovatie. Hierbij wordt kennis ontwikkeld en gedeeld ten behoeve van de praktijk en de hoger onderwijsorganisatie, waardoor de competentieontwikkeling van de student met innovatie gepaard gaat. Bij het toepassen van de praktijk als leeromgeving is er een aantal knelpunten. Wij hebben genoemd het onderscheiden van niveaus in competentieontwikkeling, het erkennen van Eerder Verworven Competenties (EVC), het Verbinden van onderwijs en onderzoek, de begeleidingsrollen en de professionele invulling daarvan, en de beoordelingsvormen: beoordeling van leerresultaten gekoppeld aan praktijkresultaten en de individuele beoordeling van teamwerk. In dit artikel hebben we hiervoor een aantal oplossingen aangedragen, waaronder het gebruiken van een sollicitatieprocedure, het onderscheiden van verschillende typen leersituaties, en het stellen van expliciete kwaliteitscriteria. Demografen voorspellen dat kenniswerkers schaars worden. We mogen dus geen talenten verspillen. Het hoger onderwijs wacht een zware taak om deze kenniswerkers grondig en efficiënt op te leiden. En wel op een zodanig manier dat ze niet alleen de theoretische kennis hebben, maar ook de vaardigheden om deze kennis snel in waarde om te zetten en met nieuwe kennis aan te vullen. De aanpak van de auteurs met de praktijk als leeromgeving is een van de manieren waarop dit mogelijk wordt.
DOCUMENT
Presentatie op netwerkbijeenkomst over HAVO-didactiek, ITS-Academy, Amsterdam. Ontwikkelingen in samenleving en onderwijs, verkenning van de leerprocessen in het hbo, (onderzoek) naar effectieve inzet van technologie in het leerproces, herontwerp onderwijs.
DOCUMENT
Dit boek geeft allereerst een uitgebreide impressie van het event ‘Het Nieuwe Werken, van dromen... naar doen!’. Een event dat mensen met beginnende tot gemiddelde kennis en ervaring op gebied van Het Nieuwe Werken veel bruikbare (nieuwe) inzichten gaf. Om ook een ‘nieuwkomer’ en anderszins geïnteresseerden op gebied van Het Nieuwe Werken te laten aanhaken, biedt dit boek aanvullende kennis over en inzichten in Het Nieuwe Werken uit verscheidene andere bronnen. De manier waarop dit boek u het beste zal dienen, hangt mede af van de mate waarin u al bekend bent met Het Nieuwe Werken.
DOCUMENT
In een vijftal verhandelingen worden actuele onderwerpen binnen het hbo besproken. Het hbo als kennisinstituut nu en in de toekomst moet zorgdragen voor de ontwikkeling van het talent dat de samenleving kent. Door competentiegericht leren, voor sommigen via een duaal traject, kan de student zich ontwikkelen tot een deskundig kenniswerker. Hierbij speelt de docent een cruciale rol. In deze verhandelingen komen het management, de student en de docent zoals deze in de huidige tijd bijdragen aan de kenniseconomie, voor het voetlicht. Deze verhandelingen zijn tevens uitgegeven door THEMA, tijdschrift voor Hoger onderwijs @ Management.
DOCUMENT
Het project “Sporttoerisme - Sportas Amsterdam” draait om de vraag: welke kansen biedt sporttoerisme voor Sportas? De aanleiding voor het project is het bredere programma rond het gebiedsconcept Sportas Amsterdam. Dit programma behelst de ambitie van de gemeente Amsterdam, gemeente Amstelveen en partners om één ruimtelijk geheel te maken van het gebied en de sportfaciliteiten die in zuidwest Amsterdam zijn gelegen, grofweg van het Olympische Stadion tot en met de sportfaciliteiten in het Amsterdamse Bos. Het programma draagt bij aan city branding (regio Amsterdam), lokale bedrijfsontwikkeling (o.a. horeca, retail, dienstverlening), ondersteunen lokaal verenigingsleven en sportfaciliteiten (vitaliteit kantines en accommodatie), veiligheid (ruimtelijke eenheid, levendig) en leefbaarheid (toegankelijke en aantrekkelijke openbare ruimte). Bovenal kan de Sportas bijdragen aan het aantrekken en binden van de relatief hoogopgeleide en weinig plaatsgebonden leeftijdsgroep van 18-35 jaar. Dit sluit aan bij de ideeën van auteurs als Richard Florida (“The rise of the creative class”) en Charles Landry (“The art of city making”) over het aantrekken en vasthouden van de creatieve klasse en de kenniswerker. Het idee van de Sportas veronderstelt een transitie, van een versnipperd sportgebied naar geïntegreerd vrijetijdslandschap. Het gebied is momenteel al interessant voor sporttoerisme (topsport, breedtesport) en kan door deze transitie een impuls krijgen. Tegelijkertijd is de ontwikkeling van sporttoerisme een schakel in deze transitie. Er is echter nog te weinig bekend over de omvang van sporttoerisme en de potenties van de Sportas op dit vlak.
DOCUMENT
'Ondernemen in een veranderende wereld' biedt een nieuw perspectief op een veranderende wereld. Dit boek reikt handvatten aan om ontwikkelingen sneller te signaleren, consequenties voor de strategie te doorzien, en daardoor sneller te reageren. De nadruk ligt op technologische connectiviteit, veranderende businessmodels, het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen, outsourcing, de herrijzenis van China, samenwerking tussen organisaties, de veranderende consument, de veranderende marketing en authenticiteit. Centraal staat de invloed van deze ontwikkelingen op het businessmodel waarvoor het model van Osterwalder is gebruikt. Model van Osterwalder Een businessmodel bestaat uit negen bouwstenen waarbij het niet alleen gaat om de functie van de losse bouwstenen, maar ook om de verbindingen tussen de bouwstenen.
MULTIFILE
Reflectie lijkt langzaamaan weer een steeds belangrijkere plek in het sociale werkveld te krijgen. Tot groot genoegen van veel professionals, onder wie Marie-José Geenen. Zij houdt een pleidooi voor onderwijs aan sociaal professionals dat doorspekt is met aandacht voor (leren) reflecteren en een praktijk die tijd en ruimte creëert om echt werk te maken van reflectie op de werkvloer.
LINK
Oratie uitgesproken bij installatie als lector 'educatieve functies van ICT' aan de Fontys Hogescholen, Lerarenopleiding Sittard. Het verhaal gaat over leerobjecten, waarom we ze nodig hebben en waarom een zinvolle inzet ervan niet binnen de vigerende inrichting van het onderwijs past maar een transformatie daarvan vraagt. Geschetst wordt hoe dit zou kunnen, inclusief de rol die onderwijsmodelleertalen daarin kunnen spelen.
DOCUMENT