Sinds de invoering in 2002 van de bachelor-master structuur in het Nederlandse hoger onderwijs hebben Nederlandse instellingen voor hoger beroepsonderwijs hun bacheloropleidingen veelal opgedeeld in een major- en een minorgedeelte. De major vormt de hoofdmoot van de bacheloropleiding en wordt door alle studenten van de betreffende opleiding gevolgd. Minors zijn kleinere onderdelen van een bacheloropleiding, waarbij de student een keuze maakt uit een beschikbaar aanbod van minors. Minors bieden studenten de mogelijkheid hun bacheloropleiding vorm te geven op een wijze die aansluit bij hun persoonlijke ambities, interesses en kwaliteiten. Van hogescholen mag worden verwacht dat ze een passend minoraanbod ontwikkelen en dat ze studenten voorlichten over en begeleiden bij hun minorkeuze. Daarbij is het van belang kennis te hebben van beïnvloedingsfactoren van minorkeuze. Uit vooronderzoek blijkt dat nauwelijks iets bekend is waardoor studenten zich bij het maken van een minorkeuze laten beïnvloeden. Dit promotie-onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan het opvullen van deze leemte. Op basis van literatuuronderzoek en veldonderzoeken onder studenten van een zestal hogescholen die deel uitmaken van Fontys Hogescholen is in kaart gebracht door welke factoren studenten zich laten beïnvloeden bij het maken van een minorkeuze.
DOCUMENT
Sinds enige jaren kennen veel hogescholen een major-minor model. Middels minors kunnen studenten eigen accenten in hun studie aanbrengen. Minors kunnen daarmee worden gezien als een instrument van vraagsturing. Deze paper gaat in op factoren die studenten van belang vinden bij het kiezen van een minor.
DOCUMENT
Uit cijfers van het CBS zien we dat de vraag naar biologische producten achterblijft. De meerprijs die consumenten moeten neerleggen voor biologische productalternatieven blijkt een belangrijke belemmering te zijn voor de overstap naar biologisch. Hoe kunnen we deze gepercipieerde prijsbarrière bij de consument overkomen?
Door de toenemende welvaart wordt in Nederland steeds meer buiten de deur gegeten. Tegelijkertijd kampt bijna de helft van de Nederlanders van 18 jaar en ouder met overgewicht. Buitenshuis consumeert men gemiddeld meer calorieën consumeert dan wanneer het eten thuis wordt bereid. Dit draagt bij aan de overgewichtsproblematiek in Nederland. Daarnaast wordt er ook buitenshuis te veel zout, suiker en verzadigd vet geconsumeerd. De huidige trend van minder dierlijk en meer plantaardig biedt goede mogelijkheden hiervoor. Het zou dus veel gezonder kunnen: minder calorieën en betere kwaliteit (minder zout, suiker verzadigd vet, meer plantaardig). Maar hebben koks en catering personeel de tools en mogelijkheden om dit te veranderen? De gezonde keuze de gemakkelijke keuze laten zijn, dat is de opdracht. Hierbij richten we ons met dit project specifiek op het buitenshuis eten, de Foodservice markt, en meer specifiek bedrijfscatering. De volgende onderzoeksvragen staan centraal in dit project: • Welke tools hebben koks en catering personeel nodig om gezondere gerechten te kunnen samenstellen en aan te bieden in bedrijfsrestaurants? • Hoe kunnen de gasten verleid worden? Wat is het effect van nudging interventies zoals bv. menulabelling, standaard optie, portiegroottes, groente als ‘centre of plate’, etc. op het keuzegedrag van gasten in bedrijfsrestaurants? • Evalueren van een Gezonde bedrijfscateringsconcept 2.0 op een ‘real life’ locatie, gebruikmakend van de uitkomsten van de bovenstaande vragen.
Mkb-supermarkten staan voor de uitdaging om klanten te helpen bij het maken van gezondere voedingskeuzes, zeker nu de vraag naar gezondere opties toeneemt door groeiende gezondheidsproblemen zoals overgewicht en voedselallergieën. In de publieke opinie leeft de vraag waarom het zo moeilijk is om gezonde producten in supermarkten te vinden. Het maken van gezondere keuzes kost vaak tijd en kennis – iets wat niet elke klant heeft. Het beter ondersteunen van gezondere keuzes lijkt daarom cruciaal om klanten betere voedingskeuzes te laten maken, hun tevredenheid en loyaliteit te verhogen, en daarmee het succes van de supermarkt te versterken. Hoewel de supermarktsector in het Nationaal Preventieakkoord beloofde gezonde keuzes beter te ondersteunen, is er weinig vooruitgang geboekt. Mkb-supermarkten geven aan meer kennis nodig te hebben om gezondere keuzes op filiaalniveau te stimuleren. Ze zien vooral kansen in duidelijke, interactieve informatie tijdens het winkelen via web-based augmented reality (WebAR). Met WebAR kunnen klanten via hun smartphone schappen bekijken en producten laten oplichten aan de hand van persoonlijke voorkeuren, bijvoorbeeld rondom Nutri-Scores, voedingswaarden en allergenen. Eventueel kunnen ze ook gedetailleerde productinformatie opzoeken en producten vergelijken. Zo kunnen gezondere keuzes eenvoudig en laagdrempelig worden gestimuleerd, zonder app-download, losse productscans, of het oppakken van talloze producten. De centrale onderzoeksvraag van dit project luidt: Hoe en in welke mate beïnvloeden verschillende WebAR-strategieën via smartphones (Gezondheidsfilter op het Schap, Productverkenning in Detail, Vergelijk en Kies Bewust) het keuzegedrag voor gezondere voeding van mkb-supermarktklanten, en welke meerwaarde bieden deze strategieën de supermarktondernemer?” Om deze vraag te beantwoorden wordt er aan de hand van vier op elkaar afgestemde werkpakketten onderzoek gedaan in het werkveld. De kern van het consortium bestaat uit de Hogeschool van Amsterdam, Wageningen University & Research, negen supermarktondernemers, en een technologieprovider. De opgedane kennis is van grote waarde voor mkb-supermarken in heel Nederland.
Lectoraat, onderdeel van HAS green academy