Flyer Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
De landelijke prevalentie van kindermishandeling ligt rond 3 procent. Dat betekent dat ongeveer 119.000 kinderen jaarlijks slachtoffer zljn van mishandeling. Een maatschappelÍjk probleem dat niet alleen een ernstige bedreiging vormt voor de lichamelijke en psychische gezondheid van kinderen, maar ook voor hun ontwikkeling. Klndermishandeling vormt een risico voor het ontstaan van diabetes, depressíe, posttraumatische stressstoornis, risicogedrag en relatieproblemen. De kans op intergenerationele overdracht is groot. JaarlÍjks overlijden in Nederland veertig tot vijftig kinderen aan de gevolgen van huiselijk geweld. Vroeg ingrijpen is daarom essentieel. Schattingen van het aantai gevallen van kÍndermishandeling dat op de SEH wordt gemist, lopen uiteen van 11 procent tot 64 procent.
Is het wenselijk dat professionals die huiselijk geweld of kindermishandeling hebben meegemaakt, hun ervaringen inzetten in het werken met cliënten met vergelijkbare problematiek? Cliënten en (aankomend) professionals in ons onderzoek denken hier positief over. Zij menen dat dit van meerwaarde is voor cliënten, doordat professionals met ervaringen met huiselijk geweld, gemakkelijker een vertrouwensband opbouwen met cliënten, beter aansluiten bij wat cliënten nodig hebben en ook een positief voorbeeld en hoop aan cliënten geven. Voor professionals zelf draagt het bij aan een diepere verwerking en herstel, en geeft het voldoening om de eigen negatieve ervaringen om te zetten in iets positiefs voor een ander. Voor de teams waar deze professionals werken, levert dit eveneens een verrijking op. Wel noemden de geïnterviewden enkele voorwaarden. Zo moet het inzetten van de ervaringskennis in het belang van cliënten zijn: het moet bijdragen aan verwerking en herstel. Hoe dat er dan precies uitziet, bleek lastig te verwoorden. Intuïtie en inschatting van de behoeften van cliënten bleken daarin een grote rol te spelen. Een andere belangrijke voorwaarde was dat professionals hun eigen ervaringen voldoende verwerkt hebben, zodat het risico op valkuilen zoals projectie en vermenging van beleving en emoties tussen cliënten en professionals zo klein mogelijk is. Belangrijk daarbij is dat er visie, draagvlak en kaders zijn binnen de organisaties waar deze professionals werken. Dit helpt een veilig klimaat en ruimte voor reflectie te creëren om ervaringskennis in te zetten.
MULTIFILE
Hoe zou de wereld er uitzien als de samenwerking tussen school en Veilig Thuis perfect zou zijn? In het bijzonder voor kinderen die het zwaar te verduren hebben door verwaarlozing, misbruik of mishandeling?
Hoe zou de wereld er uitzien als de samenwerking tussen school en Veilig Thuis perfect zou zijn? In het bijzonder voor kinderen die het zwaar te verduren hebben door verwaarlozing, misbruik of mishandeling?Doel In dit onderzoek gaan we na wat de belemmerende en bevorderende factoren bij leerkrachten in het primair onderwijs zijn in hun aanpak van kindermishandeling (denk aan signaleren, melden en het toepassen van de verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling). Ook onderzoeken we het resultaat van een korte interventie waarbij een Veilig Thuis medewerker een gesprek heeft met de leerkracht over diens knelpunten bij deze aanpak. Daarbij gaan we na of deze aanpak de duur van wel gemelde kindermishandeling kan verkorten. Resultaten Inzicht in de verbeterpunten in de samenwerking tussen Veilig Thuis en primair onderwijs bij het signaleren en melden van (vermoedens van) kindermishandeling. Aanbevelingen aan beleidsmakers, jeugdprofessionals en opleidingen. Publicatie in vakblad voor professionals in het primair onderwijs. Publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift Looptijd 01 september 2020 - 01 mei 2022 Aanpak Een medewerker van Veilig Thuis spreekt met de leerkracht op school over de knelpunten die deze leerkracht (of school) ervaart. De bevindingen worden in elk van de betreffende regio’s besproken met de belanghebbende ketenpartners. Ook wordt een bovenregionale expertmeeting gehouden waarin naast de resultaten ook de economische aspecten van deze samenwerking tegen het licht gehouden worden.
Kindermishandeling is een veelkoppig monster. Een van die koppen is de eenzaamheid die slachtoffers ervaren. Onderdeel daarvan is dat kinderen meestal zwijgen over wat ze meemaken. Maar deze stilte dient deze kinderen niet. Een ontwikkeld lespakket en vier uitzendingen van Het Klokhuis kunnen kinderen helpen het zwijgen te doorbreken.Doel Het doel van de vier uitzendingen en het lespakket is onder meer kindermishandeling te herkennen en kinderen te stimuleren om met anderen te praten over kindermishandeling. Dit praten over kindersmishandeling is niet alleen bedoeld voor kinderen die een vorm van kindermishandeling meemaken, maar voor alle andere kinderen, zodat ze gaan ervaren dat kindermishandeling een onderwerp van gesprek mag zijn. De leerkracht werd aangemoedigd om zich voor te bereiden en werd daarin ondersteund met achtergrond- en lesmateriaal. In de vier lessen wordt gebruik gemaakt van allerlei werkvormen, waaronder video’s en groepsgesprekken. Resultaten De aanpak met dit lespakket blijkt een succesvolle methode. In dit onderzoek hebben we niet alleen de effecten vastgesteld, maar geven we ook antwoorden op de vraag waarom dit lespakket effectief is. Belangrijke resultaten zijn dat kinderen in de experimentele conditie (zij die met het lespakket hadden gewerkt) situaties van kindermishandeling vaker zijn gaan herkennen, maar ook na schooltijd vaker over kindermishandeling gingen praten, dan kinderen in de controle conditie (die niet met het lespakket hadden gewerkt). Bovendien vonden we krachtige ondersteuning dat sociale of omgevingsfactoren van invloed zijn op het praten over kindermishandeling. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van onze kennis over het disclosure klimaat. Looptijd 01 juni 2017 - 01 oktober 2021 Aanpak Het effect van dit lespakket hebben we onderzocht met een quasi-experiment. Dit betekent dat we klassen (kinderen plus leerkrachten) die dit lespakket gebruikten vergeleken met klassen die dat niet deden en zij een voor- en nameting kregen. We hebben daarbij een steekproef getrokken uit scholen waarop vooral kinderen zitten van laag opgeleide ouders en met verschillende etnische achtergronden. In totaal namen 757 kinderen uit 53 klassen aan beide metingen deel. Naast deze studie hebben we een bijeenkomst georganiseerd met experts uit beleid, onderzoek, onderwijs, training en ervaringsdeskundige experts. Samen met hen zijn we nagegaan hoe we dit lespakket samen met de andere onderwijsmiddelen voor dit doel kunnen inzetten om kindermishandeling tegen te gaan. Ook is de verworven kennis gedeeld met het landelijke Actieprogramma van de Rijksoverheid Geweld Hoort Nergens Thuis.