Most multi‑problem young adults (18–27 years old) have been exposed to childhood maltreatment and/or have been involved in juvenile delinquency and, therefore, could have had Child Protection Service (CPS) interference during childhood. The extent to which their childhood problems persist and evolve into young adult‑ hood may differ substantially among cases. This might indicate heterogeneous profiles of CPS risk factors. These pro‑ files may identify combinations of closely interrelated childhood problems which may warrant specific approaches for problem recognition and intervention in clinical practice. The aim of this study was to retrospectively identify distinct statistical classes based on CPS data of multi‑problem young adults in The Netherlands and to explore whether these classes were related to current psychological dysfunctioning and delinquent behaviour. This article is distributed under the terms of the Creative Commons Attribution 4.0 International License (http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/).
MULTIFILE
There is a central dilemma embedded in the relationship between teachers and researchers. Teachers know the story of the classroom well, but they are seldom asked to tell their stories, nor do they usually have the opportunity. Researchers, on the other hand, are skilled at telling certain things about classrooms, but they often miss the central stories that are there. This divergence can lead to different opinions on what teaching is about and what is important within it. To bridge this gap, we describe an approach which puts the teacher and the student at the centre. With respect to emotional and behavioural problems of students, we underline the notion of student-teacher compatibility, deriving from theories emphasizing the transactional/reciprocal nature of human behaviour. One of the aims of the Lectorship and Knowledge Network Behavioural Problems in School Practice, is to identify at-risk-teachers (i.e. those most vulnerable to the presence of behaviourally challenging students and parents) so that interventions, both in initial teacher training as well as in inservice training can be applied to help them develop adequate attitudes and coping-skills. In clinical supervision, peer coaching or reflective practice, these teachers can be helped to consider in what way student and parental problem behaviour contribute to their loss of satisfaction, their feelings of self doubt, perceived disruption of the teaching process, and their frustration working with parents.
Vanuit de lectoraten Praktijkgerichte Sportwetenschap en Integraal Jeugdbeleid van de Hanzehogeschool zijn Henriëtte en Roos de afgelopen jaren werkzaam geweest binnen de innovatiewerkplaats ‘Kind in de wijk’. Deze had als doel om bestaande voorzieningen in een wijk op het gebied van actieve gezonde leefstijl en vreedzaam samenleven voor kinderen, te versterken en te verbinden. De stem van het kind stond hierbij centraal en kinderen zijn door middel van participatief onderzoek actief ingezet als onderzoekers. De werkvormen gepresenteerd in deze ideeënwaaier zijn succesvol gebleken in de praktijk.
Kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) hebben een verhoogd risico een achterstand op te lopen in hun sociale ontwikkeling. Zij hebben doorgaans moeite met sociale interactie. In de behandeling van kinderen met ASS wordt ingezet op het trainen van deze sociale vaardigheden (SoVa). Tijdens project SoVaTass hebben we drie proof of concepts opgeleverd die een bijdrage leveren aan het bevorderen van de sociale vaardigheden van kinderen met ASS. Eén van deze proof of concepts richt zich daarin op de context van de school, omdat een veilige sociale context voorwaardelijk is gebleken om ontwikkelde sociale vaardigheden tot uiting te brengen. Mijn Strip richt zich als proof of concept op het verbeteren van een veilig pedagogisch klimaat op de (speciaal) basisonderwijs instelling, zodat het kind met ASS de geleerde vaardigheden beter in de praktijk kan brengen. Mijn Strip is een digitale tool waarmee basisschoolleerlingen in de leeftijd van 8 – 12 jaar hun eigen persoonlijke stripverhaal kunnen maken. Door het invullen van een vragenlijst kunnen kinderen aangeven waar ze goed in zijn, op welke manier zij het beste functioneren in de klas en hoe je het beste met hun om kunt gaan. Deze tool is uiterst veelbelovend gebleken om gesprekken op diepere niveaus te bewerkstelligen tussen peers, waarmee het onderlinge begrip tussen kinderen wordt verhoogd. Hiermee ontstaat een veiliger pedagogisch klimaat. Het huidige proof-of-concept is enthousiast ontvangen en getest met kinderen (n=48). Ook leerkrachten zijn erg gemotiveerd om met de tool aan de slag te gaan. Er moeten echter nog enkele stappen gezet worden om de huidige demo door te ontwikkelen tot inzetbare tool. Dit betreft (1) de technische afronding; (2) het ontwikkelen van de lessessie; en, (3) het testen, evalueren en finetunen van de tool. Na afronding kunnen leerkrachten zelfstandig gebruik maken van Mijn Strip.