Most multi‑problem young adults (18–27 years old) have been exposed to childhood maltreatment and/or have been involved in juvenile delinquency and, therefore, could have had Child Protection Service (CPS) interference during childhood. The extent to which their childhood problems persist and evolve into young adult‑ hood may differ substantially among cases. This might indicate heterogeneous profiles of CPS risk factors. These pro‑ files may identify combinations of closely interrelated childhood problems which may warrant specific approaches for problem recognition and intervention in clinical practice. The aim of this study was to retrospectively identify distinct statistical classes based on CPS data of multi‑problem young adults in The Netherlands and to explore whether these classes were related to current psychological dysfunctioning and delinquent behaviour. This article is distributed under the terms of the Creative Commons Attribution 4.0 International License (http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/).
MULTIFILE
Deze leidraad is voortgekomen uit ons afstudeerproject voor de opleiding Logopedie te Hogeschool Utrecht. Aan de hand van de leidraad willen wij logopedisten in Nederland op weg helpen met het toepassen van dynamisch testen in de praktijk. Zoals de titel weergeeft is de leidraad gericht op dynamisch testen bij kinderen met spraak- en/of taalproblemen. U vindt informatie over de term dynamisch testen, de verschillende methodes en natuurlijk hoe dynamisch testen toegepast kan worden. Om u een duidelijk beeld te geven zijn er voorbeeldcasussen uitgewerkt met betrekking tot spraak- en/of taalproblemen. In deze casussen zijn bestaande taaltesten gebruikt. Hiermee hopen wij de drempel om dynamisch testen toe te passen te verlagen.
Kinderen buiten beeld. De leefsituatie van ongedocumenteerde kinderen in Nederland Dit artikel werpt licht op de omstandigheden waaronder kinderen zonder verblijfsstatus (ongedocumenteerde kinderen) opgroeien in Nederland en niet in beeld zijn bij de overheid. Het betreft uitgeprocedeerde kinderen en kinderen die nooit een asielaanvraag hebben ingediend. In beide gevallen gaat het om kinderen die met hun ouders een bestaan in de illegaliteit opbouwen. De data zijn afkomstig uit een studie naar de woon- en leefsituatie van 29 illegale kinderen tussen 6 tot 19 jaar oud. De kinderen benoemen problemen die gedeeltelijk samenvallen met die van andere kinderen in Nederland, ook kinderen die in armoede opgroeien. De problemen van ongedocumenteerde kinderen werken echter zwaarder door. Ook staan zij onder grote psychische druk. Ze leven met het geheim van hun juridische status, zijn bang door de politie te worden opgepakt, weten niet wie ze kunnen vertrouwen en ervaren hun toekomst als ongewis.
Kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) hebben een verhoogd risico een achterstand op te lopen in hun sociale ontwikkeling. Zij hebben doorgaans moeite met sociale interactie. In de behandeling van kinderen met ASS wordt ingezet op het trainen van deze sociale vaardigheden (SoVa). Tijdens project SoVaTass hebben we drie proof of concepts opgeleverd die een bijdrage leveren aan het bevorderen van de sociale vaardigheden van kinderen met ASS. Eén van deze proof of concepts richt zich daarin op de context van de school, omdat een veilige sociale context voorwaardelijk is gebleken om ontwikkelde sociale vaardigheden tot uiting te brengen. Mijn Strip richt zich als proof of concept op het verbeteren van een veilig pedagogisch klimaat op de (speciaal) basisonderwijs instelling, zodat het kind met ASS de geleerde vaardigheden beter in de praktijk kan brengen. Mijn Strip is een digitale tool waarmee basisschoolleerlingen in de leeftijd van 8 – 12 jaar hun eigen persoonlijke stripverhaal kunnen maken. Door het invullen van een vragenlijst kunnen kinderen aangeven waar ze goed in zijn, op welke manier zij het beste functioneren in de klas en hoe je het beste met hun om kunt gaan. Deze tool is uiterst veelbelovend gebleken om gesprekken op diepere niveaus te bewerkstelligen tussen peers, waarmee het onderlinge begrip tussen kinderen wordt verhoogd. Hiermee ontstaat een veiliger pedagogisch klimaat. Het huidige proof-of-concept is enthousiast ontvangen en getest met kinderen (n=48). Ook leerkrachten zijn erg gemotiveerd om met de tool aan de slag te gaan. Er moeten echter nog enkele stappen gezet worden om de huidige demo door te ontwikkelen tot inzetbare tool. Dit betreft (1) de technische afronding; (2) het ontwikkelen van de lessessie; en, (3) het testen, evalueren en finetunen van de tool. Na afronding kunnen leerkrachten zelfstandig gebruik maken van Mijn Strip.