Aanbieders van Wmo-voorzieningen zijn verplicht een zorgvuldige en laagdrempelige klachtenregeling te treffen. Verlenen diezelfde aanbieders zorg krachtens de Zorgverzekeringswet, dan zijn ze vanaf 1 januari 2017 gebonden aan de klachten- en geschillenbepalingen van de Wkkgz. Wat betekent dit voor de vormgeving van de klachtenprocedure voor Wmo-klachten bij deze zorgaanbieders, mede gezien het feit dat ook gemeenten, in het licht van hun integrale verantwoordelijkheid voor maatschappelijke ondersteuning, betrokken kunnen zijn bij dergelijke klachten?
MULTIFILE
Bemiddeling is een belangrijke fase in de klachtenprocedure.
DOCUMENT
De financiële dienstverlening voor mkb-bedrijven is de afgelopen jaren fundamenteel veranderd met de komst van non-bancaire financiers. Naast de traditionele bank zijn crowdfunding, leasing, factoring en andere verstrekkers van vreemd en eigen vermogen belangrijke financiers van het mkb geworden. De markt voor non-bancaire financiering wordt, in tegenstelling tot de bancaire markt, niet strikt gereguleerd. Dit heeft enerzijds bijgedragen aan de groei van de sector en het bijbehorende diverse aanbod. Anderzijds blijkt dat kleine ondernemers en hun adviseurs niet voldoende bekend zijn met al deze verschillende vormen van alternatieve financiering. Dit leidt tot een informatie-asymmetrie die de verdere groei van de non-bancaire mkb-financieringsmarkt belemmerd. Minimale kwaliteitseisen voor aanbieders van non-bancaire producten kunnen deze informatie-asymmetrie reduceren en non-bancaire financiers helpen bij het verwerven van een legitieme marktpositie
DOCUMENT
Europese landen worstelen met het ‘post Snowden’-tijdperk. Dit is zichtbaar in de nieuwe wetgeving die in veel landen recentelijk tot stand is gekomen. Grote thema’s daarbij zijn onder meer hoe om te gaan met de hedendaagse informatiesamenleving, die oneindige hoeveelheden data produceert en die zich kenmerkt door snelle technologische ontwikkelingen. Hoe kan worden voorkomen dat zich een tweede ‘Snowden’-onthulling gaat voordoen? Ook de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 is opnieuw een product van zijn tijd. Deze wet probeert de nieuwe dilemma’s te ondervangen terwijl tegelijkertijd een werkbare situatie voor de bescherming van de rechtstaat via inlichtingen en veiligheidsdiensten wordt nagestreefd. Wij presenteren in dit artikel een aantal kanttekeningen bij de Wiv 2017. Dit doen wij door een aantal relevante in Nederland (Eskens e.a. 2016; Loof e.a. 2016) en in de Europese Unie1 verschenen overkoepelende studies over grondrechten te bespreken. Deze kanttekeningen zijn deels gebaseerd op normatieve uitgangspunten en aanbevelingen uit deze studies, deels ontleend aan nog lopend onderzoek. Gezien de aard en omvang van dit artikel is een selectie gemaakt en beperkt de analyse zich tot het schetsen van de belangrijkste dilemma’s.
DOCUMENT
Voor het nummer over ethiek spraken de auteurs met Jeffrey Wijnberg - psycholoog, publicist en schrijver van een groot aantal populairwetenschappelijke boeken. Wijnberg werkt als gezondheidspsycholoog en psychotherapeut en is met name bekend geworden door zijn bijzondere stijl van begeleiden: de provocatieve stijl. ‘Uitdagen met liefde en humor’, schrijft hij daar zelf over op zijn website. Het uitdagen bij provocatief behandelen gaat soms ver. Dat is de reden waarom de auteurs met hem van gedachten wilden wisselen over de vraag: iemand helpen door te provoceren, kun je dat wel maken?
LINK
In deze bijdrage staan we stil bij de staat van supervisieopleidingen. Welke ontwikkelingen doen zich daar voor? Hoe gaat het met de instroom? En waar komen supervisoren terecht? Deze en andere vragen legden we voor aan enkele coordinatoren en docenten van supervisieopleidingen.
LINK
New Public Management heeft het begrip doelmatigheid ontegenzeggelijk op de agenda gezet van het openbaar bestuur. In deze bijdrage wordt bezien hoe het begrip doelmatigheid is verankerd in het openbaar bestuur, welke knelpunten dit heeft opgeleverd en welke oplossingen hiervoor kunnen worden aangedragen. De uitwerking vindt op drie niveaus plaats. Allereerst wordt het begrip doelmatigheid nader uitgewerkt en afgebakend. De mogelijkheden doelmatigheid te bepalen zijn sterk afhankelijk van het soort voortbrengingsproces waarin het wordt gebruikt. Bij sommige voortbrengingsprocessen in de publieke sector is hetgeen wordt voortgebracht goed in maat en getal te vangen. Dat is echter lang niet altijd het geval. De output is vaak onhelder, er bestaat onduidelijkheid over het transformatieproces, of de doel-middel relaties zijn niet duidelijk. De bijdrage gaat vervolgens in op een aantal knelpunten van methodisch-technische, organisatorische en facilitaire aard bij de vertaling van het begrip doelmatigheid naar de praktijk van het openbaar bestuur. Voor de vraag hoe om te gaan met de verschillende contexten waarin het relevant is om tot bepaling van doelmatigheid te komen en ook te gebruiken als basis voor sturing, wordt aansluiting gezocht bij zogenoemde differentiatiemodellen. Het gebruik van deze modellen geeft echter geen antwoord op de vraag waarom een bepaalde mate van doelmatigheid is gerealiseerd en hoe doelmatigheid geoptimaliseerd kan worden. Daarom wordt in deze bijdrage tevens een koppeling naar een handelingsperspectief gemaakt. Daar worden de mogelijkheden tot beheersing van het voortbrengingsproces aan de orde gesteld. Ook is in deze bijdrage een illustratie van deze operationalisatie opgenomen, waarin een onderzoek naar de verlening van bouwvergunningen door gemeenten gepresenteerd wordt. Het geheel sluit af met enkele conclusies.
MULTIFILE
Dit is een testitem bedoeld voor functioneel beheerders bij de Hogeschool Utrecht om te beoordelen.Als mogelijk bron wordt vermeld: Dijk, M. van, & Gellaerts, S. L. (2022). Zorgvuldig ict-gebruik : een eerste kennismaking met het zorgvuldig gebruik van ict (7e druk). Wolters KluwerPag 98 - Privacyrecht, pag 103 Auteursrecht.
DOCUMENT
BACKGROUND: Since the number of heart failure (HF) patients is still growing and long-term treatment of HF patients is necessary, it is important to initiate effective ways for structural involvement of primary care services in HF management programs. However, evidence on whether and when patients can be referred back to be managed in primary care is lacking.AIM: To determine whether long-term patient management in primary care, after initial optimisation of pharmacological and non-pharmacological treatment in a specialised HF clinic, is equally effective as long-term management in a specialised HF clinic in terms of guideline adherence and patient compliance.METHOD: The study is designed as a randomised, controlled, non-inferiority trial. Two-hundred patients will be randomly assigned to be managed and followed in primary care or in a HFclinic. Patients are eligible to participate if they are (1) clinically stable, (2) optimally up-titrated on medication (according to ESC guidelines) and, (3) have received optimal education and counselling on pre-specified issues regarding HF and its treatment. Furthermore, close cooperation between secondary and primary care in terms of back referral to or consultation of the HF clinic will be provided.The primary outcome will be prescriber adherence and patient compliance with medication after 12 months. Secondary outcomes measures will be readmission rate, mortality, quality of life and patient compliance with other lifestyle changes.EXPECTED RESULTS: The results of the study will add to the understanding of the role of primary care and HF clinics in the long-term follow-up of HF patients.
DOCUMENT