In de Standaard voor vakvolwassenheid van klantmanagers is vastgelegd wat klantmanagers moeten kennen en kunnen om hun beroep uit te oefenen. De Standaard bestaat uit drie niveaus:a) Basisniveaub) Vakbekwaamc) VakvolwassenVan elke taak en competentie wordt het benodigde niveau omschreven. De zeven primaire taken van de klantmanager 1. Intake (verbijzondering van de probleemanalyse);2. In beeld brengen van de vraag van de werkgever en de mogelijkheden en belemmeringen van de werkzoekende;3. Afspreken van doelen en acties met zowel werkgever als werkzoekende;4. Uitvoeren van afgesproken acties;5. Bewaken van afspraken tijdens de uitvoering; 6. Handhaven wanneer de afspraken door de werkgever en/of werkzoekende niet nagekomen worden;7. Evalueren van de uitvoering en de resultaten. Drie secundaire taken:1. Rapporteren over de verrichte werkzaamheden;2. Leveren van een bijdrage aan beheer en beleid van de organisatie;3. Bevorderen van de (eigen) deskundigheid.Acht competenties om de taken uit te kunnen voeren. - Communicatieve vaardigheden- Coachen- Flexibiliteit- Probleemanalyse- Doel- en resultaatgericht- Plannen en organiseren- Netwerken- CreativiteitPizzabodem en toppings. Door de decentralisatie van de uitvoering is er een grote verscheidenheid van klantmanagement ontstaan. Omdat er zoveel differentiaties bestaan, zijn we bij de ontwikkeling van de Standaard uitgegaan van het gemeenschappelijke. We hebben dit de pizzabodem van het beroep genoemd. Een pizzabodem bestaat uit een aantal basisingrediënten (deeg, kaas en tomatensaus). Daarbovenop komen de toppings. Deze toppings, de verbijzonderingen van het beroep, hebben we niet in de Standaard opgenomen.
DOCUMENT
Bij de gemeenten beslissen klantmanagers over de toegang tot uitkeringen, over mogelijke sancties en de deelname aan een re-integratietrajecten. Zij zijn de frontline professionals die binnen hun discretionaire ruimte beslissingen nemen over de uitvoer van de participatiewet. De autonomie van deze professionals wordt begrensd door de logica’s van de markt en de bureaucratie. Hun handelen kan worden geduid vanuit het spanningsveld tussen deze logica’s.Door decentralisaties zijn verantwoordelijkheden voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden verplaatst van de rijksoverheid naar gemeenten. Met het opgaan van delen van de Wet Werk en Bijstand en de Wajong in deze Participatiewet verandert de rol van de klantmanager en daarmee ook de opgave van hen om bijstandsgerechtigden aan een betaalde baan te helpen. In de semigestructureerde interviews zijn 14 klantmanagers van een grote gemeente gevraagd te verhalen over hun opvattingen over arbeid, hun positie, bijstandsgerechtigden en hun ervaringen met de participatiewet.De klantmanagers redeneren veelal vanuit een professionele logica en formuleren daarbij nadrukkelijk doelen, die op het welzijn van bijstandsgerechtigden zijn gericht, en die breder liggen dan de toeleiding naar betaald werk. De handelingsruimte wordt begrensd door de participatiewet maar zij geven aan de grenzen ervan zoveel mogelijk op te zoeken wanneer zij dit zinvol achten. Bij het handelen baseren zij zich veelal op individuele ervaringen uit het verleden en ze geven aan horizontale sturing te missen.
MULTIFILE
De Hanzehogeschool, Divosa en de Beroepsvereniging voor Klantmanagers (BvK) hebben een standaard voor vakvolwassenheid voor klantmanagers ontwikkeld. De standaard bestaat uit de beschrijving van de primaire taken van de klantmanager en de gevraagde competenties. Hiermee wordt de professionalisering van de re-integratiesector versterkt.
DOCUMENT
Het is belangrijk om als klantmanager een begin te maken met vakmanschap.Louis Polstra ontwikkelde samen met Divosa en de Beroepsvereniging voor Klantmanagers (de BvK) de beroepsstandaard voor klantmanagers. Hij geeft vijf tips hoe je kunt werken aan je eigen werk.
DOCUMENT
Veel gemeenten hebben vanuit de transities gekozen om de ondersteuning voor inwoners zo integraal mogelijk te organiseren. Dit betekent dat gekeken wordt naar meerdere leefgebieden om te voorkomen dat inwoners aan te veel instanties steeds weer hun verhaal moeten doen om de benodigde ondersteuning te kunnen krijgen. Twee jaar geleden constateerde de Inspectie van het ministerie van SZW (2016) dat er geen duidelijke definitie is van het begrip integrale dienstverlening. Er kan vanuit beleidsperspectief worden gekeken, vanuit organisatieperspectief, uitvoeringsperspectief, maar ook vanuit het perspectief van de klant. Elk perspectief kent zijn eigen betekenis toe aan integraal werken, roept zijn eigen beelden op. Dit maakt het gesprek erover lastig. De opdracht van dit onderzoek was het uitvoeren van een kennissynthese: het bij elkaar brengen van verschillende typen kennis (wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en klantenkennis), niet alleen om de betrouwbaarheid en validiteit van die kennis te vergroten maar vooral de toepasbaarheid. Daartoe hebben we de beelden en betekenissen van de centrale partijen, klanten, sociale professionals en klantmanagers, over integraal werk en de werkzame bestanddelen ervan onderzocht en deze samengebracht met hetgeen in de literatuur hierover bekend is. De onderzoeksvragen luiden: • Wat verstaan klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen onder integrale dienstverlening? • Wat zijn volgens klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen werkzame en effectieve principes van integrale dienstverlening? • Welke onderbouwing in de wetenschappelijke literatuur is er voor de door de klanten, sociale professionals en klantmanagers Werk en Inkomen geformuleerde werkzame en effectieve principes van integrale dienstverlening?
DOCUMENT
Professionals in de sociale zekerheid kampen met dilemma’s op de werkvloer. Gedeelde reflectie in een open praktijkdialoog1kan goede en creatieve oplossingen stimuleren. Het gaat overheidswillekeur tegen en biedt de morele steun van een zorgvuldige besluitvorming. De begrippen situationele gelijkheid en ieder het zijne helpen daarbij.
MULTIFILE
"Veel gemeenten zien integrale samenwerking op het snijvlak van zorg & welzijn en werk & inkomen als een oplossing om meer mensen met problemen op verschillende leefgebieden naar betaald of vrijwillig werk toe te leiden. Met integraal samenwerken wordt bedoeld dat problemen op het gebied van bijvoorbeeld wonen, gezondheid of financiën in samenhang aangepakt worden. Hiervoor is goede afstemming tussen professionals nodig. In drie Nederlandse gemeenten is in de periode 2018-2020 een kwalitatief onderzoek uitgevoerd dat inzicht biedt in knelpunten en oplossingen op het gebied van samenwerking. Er zijn gedurende deze periode bijeenkomsten georganiseerd waaraan in totaal circa 60 uitvoerende professionals (onder anderen sociaal werkers en klantmanagers) en beleidsmedewerkers deelnamen. Ook zijn meer dan 30 verdiepende interviews gehouden met professionals, beleidsmedewerkers en managers in het sociaal domein en circa 40 gesprekken gevoerd met inwoners. De resultaten laten zien dat het mogelijk is integraal werk vorm en inhoud te geven wanneer professionals in de gelegenheid worden gesteld om met elkaar af te stemmen, gebruikmaken van elkaars kennis en expertise, en werken vanuit een gezamenlijke visie op (arbeids)participatie. We concludere"
DOCUMENT
Voor een goede uitvoering van het Amsterdams Experiment met de Bijstand en het onderzoek naar de effecten daarvan was een gecommitteerd en zorgvuldig opererend team van klantmanagers cruciaal. Zij vormden het zogeheten dedicated team. Het waren deze klantmanagers die in de praktijk invulling moesten geven aan de twee experimentele begeleidingscondities: extra aandacht en zelfregie (zie hoofdstuk 1 voor de opzet van het experiment) Zij moesten deze specifieke begeleiding drie jaar lang volhouden onder allerlei omstandigheden, waaronder de coronatijd. Ze ontvingen daarbij ondersteuning van een teamleider van de gemeente en daarnaast van het onderzoeksteam van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Ze namen maandelijks deel aan een intervisiebijeenkomst, waarbij een onderzoeker van de HvA aansloot. Tijdens deze bijeenkomsten brachten de klantmanagers casuïstiek en dilemma’s in, voortkomend uit de begeleidingsvormen, waarbij de grenzen van de Participatiewet en de mogelijkheden van het experiment werden verkend.
DOCUMENT
This thesis is about dilemmas, discretionary space and ethics in public welfare. In my position as a lecturer of ethics in socio-legal practices I am concerned with the way in which these practices open up to an ethical development of their professionals. Thus, this thesis is a search for the most fundamental themes and issues in understanding and judging public welfare as a, perhaps, ethical socio-legal practice. In the field of public services professionals function as the intermediary between government and citizen. In their daily work public welfare professionals take care of the important societal task and goal of poverty alleviation. During the last decades, public welfare has developed into a civil right that involves many obligations on the part of the client in return. The requirement to see to it that the client fulfils these obligations has complicated the public welfare professional’s task of helping citizens in need.
DOCUMENT