Het vroegtijdig kunnen signaleren van achteruitgang bij de patiënt en daarop goed kunnen reageren, heeft grote invloed op diens prognose. Daarom is het essentieel dat verpleegkundigen hiertoe worden opgeleid. Hoewel simulatietrainingen worden aanbevolen om klinisch redeneren aan te leren, worden de meeste verpleegkundestudenten opgeleid via traditionele lesmethoden (klassikaal, luisterend en schriftelijk). Blanié et al. (2020) vergelijken in hun onderzoek een traditionele lesmethode met een serious game waarin een simulatie inclusief nabespreking centraal stond. Beide lesvormen hadden als uitgangspunt het klinisch redeneren te verbeteren rondom het signaleren en handelen bij achteruitgang van een patiënt. Maar werkt een serious game nu beter?
DOCUMENT
Het ondergaan van een eenzijdige beenamputatie is een drastische chirurgische ingreep. Mensen, die na een amputatie in staat zijn om te lopen met een prothese, zijn functioneel onafhankelijker, en hebben een hogere kwaliteit van leven dan mensen die in een rolstoel belanden. Het is daarom niet verrassend dat het herwinnen van de oopvaardigheid één van de voornaamste doelen is tijdens de revalidatie. Doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de factoren die het herwinnen en onderhouden van de loopvaardigheid van mensen na een beenamputatie beïnvloeden. Gebaseerd op de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de fysieke capaciteit hierbij een belangrijke rol speelt. Een relatief kleine verbetering in de capaciteit kan al resulteren in significante en klinisch relevante verbeteringen. Hoewel geavanceerde prothesen de mechanische belasting van het lopen met een beenprothese verminderen, kan een ineffectieve balanscontrole deze positieve resultaten weer tenietdoen. ABSTRACT Undergoing a lower limb amputation is a life-changing surgery. The ability to walk greatly influences the subject's functional independence and quality of life. Not surprisingly, regaining walking ability is one of the primary goals during prosthetic rehabilitation. The primary aim of the research performed was to enhance our understanding of some of the factors that influence the ability to regain and maintain walking after a unilateral lower limb amputation. Based on the results we can deduce that a person's physical capacity plays an important role in their walking ability. Relatively small improvements in capacity could lead to significant and clinically relevant improvements in people's walking ability. Furthermore, results show that sophisticated prosthetic feet can reduce the mechanical load experienced when walking with a prosthesis. Interestingly, inefficient balance control strategies can undo any positive effect of these prostheses.
DOCUMENT
Wat is klinisch leiderschap eigenlijk? Het UMCU, Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht zijn samen met Elevate, een internationaal online cursusplatform, gestart met een pilot van de blended cursus Leadership in Healthcare. De blend bij deze cursus bestond uit een zestien weken durende online cursus gecombineerd met het zes dagen schaduwen van een klinisch leider in de praktijk. In dit artikel wordt teruggeblikt op dit experiment.
DOCUMENT
ACHTERGROND EN DOELAspecifieke lage rug- en/of nekpijn is een veel voorkomende klacht en kan tot veel beperkingen in ADL leiden. De vraag is “wat is de toegevoegde waarde van een self-tracking systeem de LumoBack” voor de fysiotherapie.METHODEIn dit onderzoek is geobserveerd of patiënten met aspeci eke lage rug en/of nekklachten (ALRNK) na twee weken gebruik van de LumoBack en reguliere fysiotherapie (groep A) minder moeite in activiteiten hebben en minder pijn ervaren, dan patiënten die alleen twee weken reguliere fysiotherapie (groep B) kregen. Het onderzoek bestond uit een voor- en nameting waarbij de VAS, de PSK en de QBPDS werden afgenomen.RESULTATENUit de resultaten blijkt dat er na twee weken geen signi cant verschil is gevonden tussen beide groepen. Wel is de verbetering in VAS1 en PSK3 signi cant verschillend tussen beide groepen. Groep A laat grotere verbeteringen zien met een klinisch relevante vermindering in vas 1 en vas 2.
DOCUMENT
Dit onderzoek heeft de beleving van ziekenhuisverpleegkundigen over betekenis en toepassing van leiderschapscompetenties in verpleegkundig handelen in kaart gebracht. Daarnaast was het onderzoek gericht op bewustwording van de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap. METHODE: Het betreft een mixed-methods onderzoeksdesign met kwalitatieve data van 75 diepte-interviews en 24 focusgroepen over een periode van 2 jaar en kwantitatieve data van 430 verpleegkundigen. RESULTATEN: Verpleegkundig leiderschap blijkt vooral gerelateerd aan opkomen voor patiënten vanuit expertise waarvan concrete voorbeelden werden gevonden. Tegelijk blijkt dat verpleegkundigen zich niet volledig bekwaam achten op bachelor niveau; op competenties zoals evidence based practice (EBP), zelfmanagement bevorderen en gezamenlijke besluitvorming is sprake van kennistekorten. Factoren die de ontwikkeling van leiderschap bevorderen zijn werkcultuur-gebonden. DISCUSSIE EN CONCLUSIE: Inzetten op vergroten van bewustwording van zowel onbewuste bekwaamheid als onbekwaamheid naast een veilige teamsfeer zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling van klinisch leiderschap. Hierin zijn reflectie en uitwisseling van goede voorbeeldsituaties ondersteunend. Het onderzoek levert een model voor verpleegkundig leiderschap op dat laat zien hoe persoonlijke leiderschapscompetenties door alle verpleegkundigen, ongeacht het functieniveau, worden ingezet in combinatie met expertise die aan het functie en opleidingsniveau is gekoppeld en waarbij gedeeld leiderschap als een gezamenlijke opdracht in teamverband wordt beoefend.
MULTIFILE
In de geestelijke gezondheidszorg wordt in toenemende mate wetenschappelijk onderzoek gedaan, vooral in het kader van opleidingen. Er is onbekendheid met de regelgeving en ethiek bij beginnend onderzoekers. Zorgvuldige overwegingen - conform de richtlijnen voor good clinical practice (gcp) en medisch-ethische toetsing, worden daardoor lang niet altijd gemaakt. DOEL Beschrijven van praktische handvatten en stimuleren van het medisch-ethische denken bij patiëntgebonden onderzoek in de geestelijke gezondheidszorg. METHODE In dit artikel wordt een op de praktijkbehoefte gebaseerd overzicht van praktische handvatten en ethische overwegingen gegeven. RESULTATEN Dit artikel benadrukt dat onderzoekers reeds vóór de start van het onderzoek belangrijke afwegingen dienen te maken. Instructies daarvoor en richtlijnen voor medisch-ethische toetsing zijn te vinden in: het richtsnoer voor good clinical practice, het stroomschema van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (ccmo) met de bijbehorende e-learningmodule en in de basiscursus ‘Regelgeving en organisatie voor klinisch onderzoekers’(brok). Praktische tips, geïllustreerd met voorbeelden, schetsen een kader om het medisch-ethisch denken te stimuleren. Tot slot is het van belang om de organisatorische inbedding van onderzoek in het kader van opleidingen te verbeteren. CONCLUSIE Basisinformatie over gcp en medisch-ethische toetsing bij patiëntgebonden onderzoek is via diverse kanalen beschikbaar. De uitdaging zit vooral in de inbedding van gcp in patiëntgebonden onderzoek door beginnend onderzoekers in de ggz.
DOCUMENT
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Ongeveer zeventig procent van alle patiënten die een amputatie hebben ondergaan, krijgt te maken met fantoompijn. Fysiotherapeuten hebben in de praktijk vaak weinig behandelopties. Spiegeltherapie lijkt een veelbelovende interventie om fantoompijn te bestrijden, maar er is nog weinig bekend over de praktische toepassing van de therapie in de dagelijkse zorgpraktijk. In het PAtient Centered Telerehabilitation (PACT) project werd een klinisch raamwerk voor spiegeltherapie en een digitaal platform voor mensen met fantoompijn na een beenamputatie ontwikkeld en geëvalueerd.
DOCUMENT
Dubbel-essay van de Vereniging Hogescholen : een essay van Carola Hageman met de titel 'Wie schrijft die blijft : open access publiceren van praktijkgericht onderzoek' en een essay van Daan Andriessen met de titel 'Werk aan de winkel : uitdagingen voor de volgende 15 jaar praktijkgericht onderzoek in het hbo'
LINK
Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof. dr. H.R.B.M. Kummeling, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 1 december 2023 des middags te 12.15 uur.
DOCUMENT