In de komende jaren moet 75% van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen zelf thuis metingen kunnen uitvoeren en moet iedereen met zorg en ondersteuning thuis 24/7 via een beeldscherm met zorgverleners kunnen communiceren. De verschuiving naar meer zorg op afstand verloopt moeizaam door verschillende barrières, o.a. doordat veel verpleegkundigen aangeven de vereiste telehealth-competenties te missen. Voor dit artikel werd onderzocht hoe verpleegkundigen competent kunnen worden in het verlenen van telehealth.
LINK
Dat goed opgeleide verpleegkundigen nu en in de toekomst hard nodig zijn is niet nieuw. Zeker in academische ziekenhuizen, top-klinische centra en teaching hospitals is deze behoefte uitgesproken. Goed opgeleide verpleegkundigen op hbo-niveau zijn jonge professionals, die in de ogen van het werkveld en de maatschappij de juiste bagage hebben meegekregen voor een goede start en verdere groei. Wilma Scholte op Reimer legt in deze openbare les, aan de hand van een verhaal van een verpleegkundige in opleiding, uit hoe zij als lector de komende jaren hieraan een steentje wil bijdragen. Het illustreert het belang van Evidence Based Nursing en vervolgens de toepassing ervan op observeren (van kijken naar zien) en implementeren van kennis (van weten naar doen).
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft de bevindingen uit een explorerend literatuuronderzoek naar de grammaticale ontwikkeling van Nederlandstalige kinderen tussen 7 en 10 jaar met en zonder een taalontwikkelingsstoornis (TOS). De resultaten worden ook in een klinische context geplaatst, met als doel logopedisten te ondersteunen in de behandeling van grammaticale problemen bij kinderen met TOS in deze leeftijdsgroep. Grammaticale problemen zijn een kernprobleem van kinderen metTOSen behandeling van deze grammaticale problemen is daarmee een kerntaak van de logopedist. De verwervingsvolgorde van grammaticale structuren bij Nederlandstalige kinderen met een normale taalontwikkeling is redelijk duidelijk tot een leeftijd van 5 á 6 jaar. Voor oudere kinderen is dit veel minder het geval. Deze informatie is echter wel van belang om passende grammaticale behandeldoelen te kunnen selecteren en prioriteren.
DOCUMENT
Met genoegen bieden we hierbij Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 aan. Het Onderwijsraamwerkpalliatieve zorg 2.0 beschrijft de competenties ten behoeve van de palliatieve zorgverlening voorzorgprofessionals op niveau 2 tot en met 8 volgens het Nederlands kwalificatie raamwerk zoals vastgesteld door het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF). Deze bestaat uit acht niveaus en één instroomniveau. De niveaus worden vastgesteld aan de hand van beschrijvingen van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces. Deze beschrijvingen van de niveaus van kennis, vaardigheden en zelfstandigheid en verantwoordelijkheid noemen we leerresultaten. (www.nlqf.nl)
MULTIFILE
Dit artikel beschrijft de mogelikheden die het concept kritisch denken biedt in de differentiatie van Mbo en Hbo opgeleide verpleegkundigen.
DOCUMENT
Evidence based practise (EBP) is de laatste jaren een veel besproken onderwerp in de paramedische beroepsgroepen. Het belang van het evidence based handelen in het dagelijkse methodisch handelen wordt steeds meer onderstreept. Het verwerven van evidence based vaardigheden bij studenten logopedie krijgt dan ook steeds meer een prominentere rol in het competentiegericht opleidingscurriculum. In dit artikel wordt beschreven wat onder EBP wordt verstaan en hoe de implementatie van het evidence based practise denken en handelen in het buitenschoolse leren van de opleiding logopedie Hogeschool Zuyd systematisch wordt aangepakt.
DOCUMENT
Inleiding: Het totale pijn concept en het management van pijn heeft een interdisciplinaire invalshoek nodig. Naast medicamenteuze behandeling hebben patiënten de wens om meer symptoom management interventies die complementair zijn. Verpleegkundigen zijn een stabiele dagelijkse factor bij pijnmanagement en vaak de eerste professional in het signaleren van pijn. Het inzetten van nonfarmacologische verpleegkundige interventies zou kunnen bijdragen aan het verlichten van pijn.Onderzoeksvraag: Welke non-farmacologische verpleegkundige interventies zijn er voor het verlichten van pijn bij de palliatieve patiënten?Methoden: Een opgestelde zoekstrategie werd gebruikt en aangepast naar de databases: PubMed, CINAHL, PsycINFO en Embase. De zoekresultaten werden dubbelblind gescreend en de methodologische kwaliteit dubbelblind beoordeeld met de Joanna Briggs Institute Critical Appraisal Tools. Data-extractie vond plaats en de resultaten samengevat. Er werd een best-evidence synthese gebruikt waarin de methodologische kwaliteit, aantal studies met dezelfde interventies en consistentie in resultaten werden vertaald naar sterk, gematigd, gemixt of onvoldoende evidentie.Resultaten: Er werden 2385 artikelen gevonden. 22 studies zijn geselecteerd waarin verschillende nonfarmacologische verpleegkundige interventies werden gebruikt. Een aantal interventies zijn in meerder studies onderzocht: massage en virtual reality hadden de meeste evidentie voor het ondersteunen bij pijn verlichting en kunst therapie had onvoldoende bewijs. Mindful breathing gafgeen significante pijnverlichting. Alle andere interventies zijn onvoldoende onderzocht. Hypnose, progressieve relaxatie met interactieve geleide visualisaties, cognitive behavioural audiotapes, voetenbad, reflexology en muziek therapie gaven veelbelovende resultaten voor pijnverlichting en mindfulness-based stress reductie programma, aromatherapie en aromatherapie massage gaven deze resultaten niet.Conclusies: Ondanks dat niet alle studies significante veranderingen in pijnscores lieten zien kunnen non-farmacologische verpleegkundige interventies nog wel klinisch relevant zijn voor de palliatieve patiënt. De interventies kennen geen risico’s, hebben allemaal een korte-termijn effect op pijn, zijn in alle settingen van zorg in te zetten, kunnen waar gewenst ook aangeleerd worden door de patiënt of mantelzorg en door de verpleegkundige 24/7 in te zetten. Vanwege de waarde die de interventies voor de patiënt kunnen hebben zou de inzet ervan overwogen moeten worden voor het pijn management plan. Onderzoek met sterke methodologische kwaliteit naar non-farmacologische verpleegkundige interventies blijft nodig.Aanbevelingen: De interventies massage, virtual reality en kunst therapie zouden vanwege de beste evidentie een eerste optie kunnen zijn die verpleegkundigen aanbieden aan patiënten. Vanwege de klinische relevantie is het van belang naar de wens van de patiënt, het ziektebeeld en progressie van de ziekte te kijken welke non-farmacologische verpleegkundige interventies het best passend is.
LINK
OBJECTIVES: This study compares the scope of practice of Dutch dental hygienists (DHs) educated through a 2- or 3-year curriculum ('old-style DHs') with that of hygienists educated through a new extended 4-year curriculum leading to a bachelor's degree ('new-style DHs'), with the aim to investigate whether an extended scope of practice positively affects perceived skill variety, autonomy and job satisfaction.METHODS: The questionnaires were obtained from old- and new-style DHs (n = 413, response 38%; n = 219, response 59%, respectively), in which respondents had recorded their dental tasks, perceived skill variety, autonomy and job satisfaction. T -tests were used to analyse differences between old- and new-style DHs, and regression analyses were performed to assess the relation between scope of practice and skill variety, autonomy and job satisfaction.RESULTS: New-style DHs have a more extended scope of practice compared with old-style DHs. Despite their more complex jobs, which are theoretically related to higher job satisfaction, new-style DHs perceive lower autonomy and job satisfaction (P < 0.05). Skill variety is the strongest predictor for DHs' job satisfaction (β = 0.462), followed by autonomy (β = 0.202) and caries decisive tasks, the last affecting job satisfaction negatively (β = -0.149). Self-employment is the strongest significant predictor for autonomy (β = 0.272).CONCLUSIONS: The core business of DHs remains the prevention and periodontology services. New-style DHs combine these tasks with extended tasks in the caries field, which can lead to comparatively less job satisfaction, because of a lower experienced autonomy in performing these extended tasks.
DOCUMENT
Een Geriatriefysiotherapeut is een geschoolde en vakbekwame fysiotherapeut die zich, middels een, door de NVAO Geaccrediteerde en KNGF en NVFG erkende, opleiding, heeft gespecialiseerd in de zorg voor kwetsbare ouderen.Het specialisme richt zich op verbetering en behoud van gezondheid, zelfredzaamheid, participatie en kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen of ouderen die het risico lopen kwetsbaar te worden, met de focus op het bewegend functioneren.Het domein van de geriatriefysiotherapie valt onder de medische, bewegings- en gedragswetenschappen en baseert zich op actuele wetenschappelijke inzichten, methoden en technieken uit deze kennisgebieden.
DOCUMENT
Het onderzoek Studentenwelzijn 2017-2018 is een eerste meting om in kaart te brengen hoe het gaat met de studenten van Hogeschool Inholland. Vanuit het Student Wellbeing Model zijn verschillende variabelen op het gebied van studentenwelzijn in kaart gebracht. We hebben gekeken naar energiebronnen, mate van stress, grootste stressoren en mogelijke stressreacties. Ook is onderzocht hoe studenten hun eigen gezondheid en levensstijl beoordelen en in welke mate zij bevlogen zijn. Tot slot is er aan studenten gevraagd wat er volgens hen kan worden gedaan om het welzijn van studenten te verbeteren. Er is gekozen voor een benadering waarbij het onderzoek werd afgenomen in de klas, tijdens de les, met als doel om in mindere mate een steekproef te trekken uit de onderzoekspopulatie. Op basis van deze eerste meting (0-meting) kunnen we geen harde conclusies trekken. Het onderzoek geeft echter wel enkele indicaties en in de onderzoeksresultaten is een paradox te zien.
DOCUMENT