In november 2017 stelde het lectoraat Image in Context van Academie Minerva te Groningen in zijn jaarlijkse tentoonstelling en symposium onder de noemer Artistic Research in the North de wijze van publiekelijk maken van onderzoek centraal. Als tentoonstellen een geëigende vorm is voor het presenteren van kunst, is het dan ook een geschikt format voor het presenteren van artistiek onderzoek? Beide zijn tenslotte deels discursieve en deels beeldende en ruimtelijke praktijken. Drie onderzoekers (twee kunstlectoren en een hoogleraar) werden uitgenodigd hierover een reflectie te bieden. Sara Strandvad (RUG) ziet in de tentoonstelling vooral een mogelijkheid om het beeldende van het artistieke onderzoek naar de voorgrond te halen. Peter Sonderen (ArtEZ) brengt de noodzaak van het present zijn van het onderzoekproces als overdrachtsvorm onder de aandacht. Ruth Benschop (Hogeschool Zuyd) vraagt zich af hoe een tentoonstelling van artistiek onderzoek een andere toeschouwer kan produceren dan een tentoonstelling van kunst. De reflecties maken duidelijk dat de transformatie van kunst-tentoonstelling naar kunstonderzoek-tentoonstelling ingewikkeld is. Curator Anke Coumans licht in een inleiding het opzet toe.
LINK
Drie onderzoekers (twee kunstlectoren en een hoogleraar) werden uitgenodigd een reflectie te bieden op de tentoonstelling Dwell, act, transform van het lectoraat Image in Context van Academie Minerva. Peter Sonderen (ArtEZ) brengt de noodzaak van het present zijn van het onderzoekproces als overdrachtsvorm onder de aandacht. Sara Strandvad (RUG) ziet in de tentoonstelling vooral een mogelijkheid om het beeldende van het artistieke onderzoek naar de voorgrond te halen. Ruth Benschop (Hogeschool Zuyd) vraagt zich af hoe een tentoonstelling van artistiek onderzoek een andere toeschouwer kan produceren dan een tentoonstelling van kunst.De reflecties maken duidelijk dat de transformatie van kunsttentoonstelling naar kunstonderzoek-tentoonstelling ingewikkeld is. Deels omdat de tentoonstelling van de bezoeker onmiddellijk een reeds gecodeerde reactie oproept die in de praktijk van het kijken zelf gedeconstrueerd zal moeten worden. Deels omdat we nieuwe concepten nodig hebben om tot nieuwe tentoonstellingspraktijken te komen, waarbij een heroriënteren op de diversiteit van bestaande tentoonstellingspraktijken noodzakelijk zal zijn. En deels omdat we nog niet genoeg weten hoe we via beelden processen kunnen communiceren zonder aanvullende tekstuele uitleg.De belangrijkste vraag voor ons als curatoren van de tentoonstelling is daarbij de vraag naar de relatie tussen de onderzoeker en zijn publiek. Hoe kan een tentoonstelling zelf een middel worden waarmee de onderzoeker in gesprek komt met zijn omgeving? En welke complementaire performatieve overdrachtsvormen kunnen daarbij behulpzaam zijn?