The Centre of Research in Knowledge Organisations and Knowledge Management of Zuyd University has developed a knowledge management scan. The scan initiates from two models. The first model is based on the Value Based Knowledge Management approach (Tissen, Andriessen & Lekanne Deprez, 1998) and includes 6 basic abilities of a knowledge-intensive organisation that will enable the organisation to operate successfully in a knowledge based economy (.The second model, developed by Wierdsma and Swieringa (2002), categorises organisations according to their level of learning that is to say, how it develops a specific learning ability. Both models are briefly reviewed within this paper. This knowledge management scan is a tool that enables an organisation to assess the development of its six basic abilities. Once the organisation has a clear insight into its own abilities, it will be able to strengthen its overall learning ability and improve the organisations’ competitive position. Additionally we take a close look at our research approach for developing and implementing the knowledge management scan. The scan encompasses 15 statements per ability (90 statements in total). The complete scan will be assessed on a five-point scale by a representative group of selected employees and managers of an organization, supervised by a researcher/consultant. During the analysis of the results and the presentation of recommendations, specific attention is paid to those statements that achieve high and low scores respectively (invitation to implement improvement actions) and statements that have a relatively high spread across a broad range (differences of opinion or the statement is open to different interpretations). In particular we have examined how the knowledge management scan was put into practice in one of the departments of Zuyd University. After a short summary of the organisation's initial situation, we discuss subsequent steps taken during the assessment, analysis and the advisory process. This paragraph is followed by a concise summary of the results generated by the scan. Finally we offer the recommendations and subsequent steps to be taken to implement these advices in the near future.
DOCUMENT
Het Maaslandziekenhuis van het Orbis Medisch en Zorgconcern te Sittard is door de overheid in de gelegenheid gesteld het ziekenhuis van de 21st eeuw te realiseren. Een prachtige nieuwbouw is verrezen die begin 2009 betrokken wordt. Met de Hogeschool Zuyd is begin 2006 een convenant afgesloten. Uitvloeisel van dit convenant is het RAAK project De Nieuwe Manier van Werken. Dit RAAK project valt uiteen in vier deelprojecten: Elektronisch Verpleegkundig Dossier, Patiëntgecentreerde Bejegening, Kwaliteitsindicatoren en Ketenzorg Verloskundigen. Dit grootschalige samenwerkingsproject heeft vorm gekregen vanuit het Expertisecentrum Quality of Life van de Hogeschool Zuyd. Hierin participeren: de Faculteit Gezondheid & Zorg en de kenniskringen Kennisorganisaties & Kennismanagement, Kennisontwikkeling Vaktherapieën, Autonomie & Participatie en Technologie in de Zorg. Het project is een voorbeeld hoe kenniscreatie en kenniscirculatie tot stand komt tussen hogeschool en publieke instelling. Dit artikel beschrijft het project Patiëntgecentreerde Bejegening
DOCUMENT
De functie en methode van onderzoek door kenniskringen aan hogescholen en de relatie tussen onderzoek aan hogescholen en universiteiten staan intensief ter discussie. Daarbij worden op de schaal tussen fundamenteel en toegepast onderzoek verschillende posities ingenomen. In dit artikel staat de co-creatie tussen onderzoekers van kenniskringen van hogescholen en professionals uit de praktijk centraal. Uitgangspunt daarbij is de behoefte van professionals om hun werk te innoveren, ontwikkelen en evidence based te maken. Het onderscheid tussen evidence based practice en practice based evidence laat zien hoe top-down onderzoek en bottom-up onderzoek elkaar aanvullen en versterken. Het artikel laat zien hoe onderzoek in en door de praktijk tot gevolg heeft dat lerende organisaties en community’s of practice tot ontwikkeling komen, waarin professionals blijvend de rol van onderzoeker op zich nemen. Drie voorbeelden van lopende onderzoeken uit de domeinen zorg en welzijn illustreren concreet hoe onderzoek in en door de praktijk vanuit kenniskringen gestalte krijgt.
DOCUMENT
In Nederland wordt op grote schaal gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen. Tegelijkertijd is er zowel onduidelijkheid als zorg over de verspreiding van deze stoffen in onze leefomgeving en de gevolgen voor de volksgezondheid. De maatschappelijke druk om ten aanzien van bestrijdingsmiddelen het voorzorgsbeginsel toe te passen groeit. Om effecten te kunnen bestuderen is het noodzakelijk om te weten in hoeverre bestrijdingsmiddelen in onze directe leefomgeving voorkomen. De koolmees kan ons hierbij helpen. Deze vogel komt vrijwel overal voor in natuur, platteland en stad. Gedurende het broedseizoen verzamelt een koolmees in zijn directe omgeving, die ook vaak onze directe leefomgeving is, nestmateriaal en duizenden rupsen. Hierbij komen lokaal aanwezige bestrijdingsmiddelen in de koolmezen, hun eieren en jongen terecht. Dit maakt de koolmees een uitermate geschikte soort om de verspreiding van bestrijdingsmiddelen in heel Nederland in kaart te brengen. In ‘Meet de Mees - de koolmees als biomonitoring tool voor de verspreiding van bestrijdingsmiddelen (MdM)’ verzamelen we met behulp van een citizen science approach niet-uitgekomen eieren en dode jonge koolmezen die na afloop van het broedseizoen achterblijven. De hierin aanwezige bestrijdingsmiddelen worden geanalyseerd met een speciaal hiervoor ontwikkelde methode gebaseerd op vloeistofchromatografie gekoppeld aan massaspectrometrie (LC-MS). We zullen onze data vergelijken met de Bestrijdingsmiddelenatlas om te beoordelen of koolmeesgegevens kunnen bijdragen aan een beter inzicht in de bestrijdingsmiddelenverspreiding. Overheden, zoals de gemeente Leiden, kunnen de projectresultaten inzetten om beleid te ontwikkelen gericht op het verminderen van bestrijdingsmiddelgebruik, het bevorderen van biodiversiteit en het ondersteunen van een gezondere leefomgeving. Vogelbescherming Nederland zal dit op landelijk niveau coördineren via haar uitgebreide netwerk en publieke betrokkenheid. Om duurzaam gebruik van de onderzoeksresultaten te garanderen zal het MdM-consortium een biobank voor eieren en nestjongen van koolmezen aanleggen ten behoeve van toekomstig onderzoek naar de aanwezigheid, transmissieroutes en effecten van bestrijdingsmiddelen in relatie met biodiversiteit en volksgezondheid.