Zeker in de stad? is het tweede deel van de reeks Haagse Sociale en Culturele Verkenningen van het lectoraat Grootstedelijkentwikkelingen van De Haagse Hogeschool. Deze bundel van verschillende onderzoeken, uitgevoerd door de kenniskringleden van dit lectoraat, richt zich op de dagelijkse woon- en leefomgeving in Den Haag. In bepaalde delen van de stad komen we armoede tegen, een lage arbeidsparticipatie, grote druk op het onderwijs, rommelige woonomgeving en veel nieuwe initiatieven van verschillende partijen om daar iets aan te doen. Hoe gaat dit? Hoe werken de talloze aanwezige instituties aan de verbetering van het woon- en leefklimaat? De verkenningen vinden plaats in de Schilderswijk, de Stationsbuurt en Morgenstond/Zuidwest, waarbij de thema's illegaliteit, opgroeimogelijkheden, klimaat, prachtwijken, beheren en bouwen aan de orde komen.
Inleiding:In Almere groeien rond de 8000 kinderen en jongeren (0-18 jaar) op in armoede. Kinderen en jongeren uit (langdurig) arme gezinnen hebben het vaak moeilijker dan kinderen en jongeren uit meer welvarende gezinnen. Er is minder geld voor nieuwe kleren, verjaardagen of vakantie. Ook een lidmaatschap van een vereniging, het hebben van een laptop voor school of het meedoen aan schoolexcursies is niet vanzelfsprekend. Daardoor is het risico op sociale uitsluiting groter (Kalthoff, 2020). Daarbij lopen kinderen die opgroeien in armoede een groter risico om later zelf in armoede te leven.In Almere zijn er veel voorzieningen voor gezinnen in armoede die kunnen bijdragen aan een positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren, bijvoorbeeld ondersteuning bij het betalen van sportlessen, studiematerialen of een coach voor het gezin. Cijfers lieten echter zien dat de groep kinderen en jongeren die in 2017 gebruik maakte van voorzieningen nog redelijk klein was. In 2017 maakten 2000 van de 8000 kinderen gebruik van deze voorzieningen, wat betekent dat er nog een grote groep was die niet werd bereikt met de beschikbare ondersteuning in Almere (Handboek ‘Als ik later groot ben’ 2021). Om dit gat te dichten is in 2017 het project ‘Als ik later groot ben’ van start gegaan ten behoeve van het bij elkaar brengen van gezinnen en het aanbod in de stad.Deze praktijkbeschrijving is tot stand gekomen op basis van deskresearch, kwalitatieve interviews met uitvoerders en deelnemers van het initiatief en een enquête onder de doelgroep.
De coronacrisis heeft grote en zichtbare gevolgen voor de Nederlandse samenleving: het is stiller geworden op straat, er zijn veel mensen (ernstig) ziek, we houden afstand van elkaar en de meeste mensen zitten thuis waar ze al dan niet werken of onderwezen worden. Maar wat speelt zich af buiten het zicht van die zichtbare gevolgen? Hoeveel mensen lijden armoede, vermijden medische zorg en zijn bang voor hun toekomst? Hoe gaat het met de sociale relaties in de buurt? Vertrouwen mensen de overheid en andere instanties? En hoe is het antwoord op dit soort vragen verschillend voor verschillende bevolkingsgroepen: mensen met hoge of lage inkomens, laag- of hoogopgeleid, jong of oud? In dit rapport wordt de maatschappelijke impact van COVID-19 op de stad Den Haag beschreven waarbij we ons richten op deze minder zichtbare gevolgen. Het zijn berichten uit een stille stad waar toch veel aan de hand is.