Hoe staan de negen gemeenten in het hart van het aardbevingsgebied in Noord-Groningen er voor? De Economic Board Groningen (EBG) liet economen van Hanzehogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen er onderzoek naar doen.De Economic Board Groningen wil weten welke effecten het programma van EBG heeft op de economie van de negen gemeenten in het aardbevingsgebied. Om dat te kunnen vaststellen hebben economen van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van de Economic Board de huidige situatie in de negen Noord-Groninger gemeenten gemeten.
DOCUMENT
De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
DOCUMENT
Dit tweeluik is de uitkomst van het eerste deelproject van de studie ‘Sturen met Ruimte’ naar regionale sturingsnetwerken in het onderwijs. In het eerste deelproject van deze studie zijn we nagegaan wat zoal wordt verstaan onder ‘de regio’, hoe de regio conceptueel kan worden afgebakend, wat ‘de regio’ betekent als bestuurlijk schaalniveau en hoe de overheid ermee kan sturen. Hiervoor hebben we twee dingen gedaan: ten eerste het uitvoeren van een systematische internationale literatuurstudie en ten tweede het analyseren van het beleidsdiscours van de overheid over ‘de regio in het Nederlandse onderwijs’. Bij zowel de literatuurstudie als de beleidsanalyse zijn we open en inductief te werk gegaan door de bronnen – respectievelijk wetenschappelijke (onderzoeks-)literatuur en beleidsdocumenten – zoveel mogelijk zelf te laten ‘spreken’. We deden dat door op een systematische manier de bronnen te zoeken en te selecteren, de inhoud ervan in kaart te brengen, die te ordenen om vervolgens tot bevindingen te komen.
DOCUMENT
In deze studie wordt krimp vanuit een demografische en een sociologische invalshoek benaderd. Wat doet krimp met het sociale leven in de regio? En hoe kun je krimp als breekijzer voor het moderniseren van de samenleving gebruiken? Het gaat niet alleen om de getallen, maar ook om de impact van krimp op de kernfuncties en instituties van onze samenleving: zijn er voldoende zorgvoorzieningen, kunnen de basisschool en het buurtcentrum nog blijven bestaan? Bevat enkele figuren en een literatuurlijst.
DOCUMENT
Dit rapport brengt met acht portretten initiatieven in de regio Utrecht in kaart, waarmee het onderwijs en/of het werk anders georganiseerd werd in een onderwijsinstelling. De volgende onderzoeksvraag stond hierbij centraal: Hoe zijn onderwijsinstellingen in de regio Utrecht hun onderwijs en/of werk anders gaan organiseren? Om deze vraag te beantwoorden, werden de volgende deelvragen bestudeerd: a. Wat was de aanleiding om anders te gaan organiseren? b. Op welke manier werd er anders georganiseerd? c. Hoe is het proces van het anders organiseren verlopen? d. Welke (eerste) resultaten heeft het anders organiseren opgeleverd?
DOCUMENT
In deze aflevering van Social Work Future Proof gaat lector Maja Ročak in gesprek met Bart Wernaart, lector Moral Design Strategy, en Lucas van Houtert, verslaggever bij het Eindhovens Dagblad, over de toekomst van de Brainport regio. De plannen voor de aanzienlijke schaalvergroting in deze regio en de implicaties voor de samenleving worden besproken. Gemeenschapsbetrokkenheid bij stedelijke transformatie en bij besluitvormingsprocessen en het belang van (alle) burgers als mede-ontwerpers van onze toekomstige steden zijn belangrijk.
LINK
Krimpende en vergrijzende regio’s zijn regio’s in transitie en transformatie, waarin maatschappelijke, economische en bestuurlijke vraagstukken om nieuwe antwoorden vragen. Deze publicatie is een essay over de volgende vragen. Wat betekenen krimp en vergrijzing voor wonen, werken en recreëren? Welke voorzieningen zijn daarbij nodig en welke investeringen vraagt dat? Hoe geven we in een krimpende samenleving vorm aan sociale duurzaamheid en welke rol spelen ouderen als de grootste leeftijdsgroep hierin?
DOCUMENT
Recensie van het boek ‘De nieuwe groei heet krimp : een perspectief voor Parkstad Limburg’ van J. Latten en S. Musterd (red.)
DOCUMENT
De Nederlandse overheid stelt zich als doel om dakloosheid volledig uit te bannen vóór 2030 (Ministerie van BZK, Ministerie van SZW & Ministerie van VWS, 2022). Om dit doel te bereiken, zijn gegevens over de aard en omvang van dak- en thuisloosheid in Nederland van cruciaal belang. Hoeveel mensen er dak- en thuisloos zijn in Nederland is echter niet duidelijk. Ook is niet bekend wat hun kenmerken en leefsituaties zijn. In het recent verschenen Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis (2023-2030) wordt gewezen op het belang van betere monitoring van dakloosheid, zodat er gericht kan worden gestuurd aan de hand van kwantitatieve gegevens. De huidige monitoring van dakloosheid in Nederland biedt hiertoe onvoldoende mogelijkheden (Ministerie van BZK, Ministerie van SZW & Ministerie van VWS, 2022). Om beter zicht te krijgen op de werkelijke aard en omvang van dak- en thuisloosheid voerde Hogeschool Utrecht in samenwerking met Kansfonds een telonderzoek uit in twee regio’s in Noordoost-Brabant: regio Meierij en Bommelerwaard met centrumgemeente ’s-Hertogenbosch en regio Brabant Noordoost-Oost met centrumgemeente Oss. Hierbij werd gebruik gemaakt van een voor Nederland nieuwe definitie van dakloosheid, de ETHOS-Light classificatie, en van een nieuwe telmethode. Dit rapport bevat de resultaten van de telling die plaatsvond op 16 mei 2023 in regio Meierij en Bommelerwaard. De telling is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten die onderdeel uitmaken van deze regio: ’s-Hertogenbosch, Zaltbommel, Sint-Michielsgestel, Maasdriel, Vught, Meierijstad en Boxtel. Het onderzoeksteam van Hogeschool Utrecht werd ondersteund door het onderzoeksteam van de Katholieke Universiteit Leuven dat de toegepaste telmethode ontwikkelde. Dit onderzoeksteam, onder leiding van prof. dr. Koen Hermans, past de telmethode inmiddels al een aantal jaar met succes toe in een groot aantal Belgische regio’s. Met hun toestemming passen wij deze methode nu voor het eerst in Nederland toe. Met het uitvoeren van de telling geven de gemeenten in regio Meierij en Bommelerwaard, Hogeschool Utrecht en Kansfonds een impuls aan het in kaart brengen van dak- en thuisloosheid in Nederland. De betrokken gemeenten hebben de ambitie om dak- en thuisloosheid in hun regio gedegen aan te pakken. Zij willen hun beleid gericht op preventie en aanpak van dakloosheid baseren op concrete cijfers en profielkenmerken van dak- en thuisloze mensen in hun regio. De resultaten van deze telling worden gebruikt voor de ontwikkeling van een regionaal actieplan om dakloosheid te voorkomen en te beëindigen in 2030.
DOCUMENT
Wat kunnen we leren van hulpverleningstrajecten die eindigen in specialistische jeugdhulp? Die vraag wilden we beantwoorden met ouders, jeugdigen, professionals en beleidsmakers in het landelijke onderzoek Ketenbreed Leren. Samen hebben we met de ‘kennis van nu’ gekeken welke factoren belemmerend zijn geweest of juist hebben geholpen om de hulp goed te laten verlopen. We hebben met elkaar verbeterpunten besproken en een leer- en verbeterbeweging in de regio proberen te creëren. Binnen het project Ketenbreed Leren wilden we leren van hulpverleningstrajecten waar specialistische of weinig voorkomende jeugdhulp is ingezet met als uiteindelijke doel om: - sneller effectieve jeugdhulp te kunnen inzetten, - steeds beter te kunnen voorkomen dat ernstige problematiek ontstaat en - steeds beter te kunnen voorkomen dat deze vormen van hulp ingezet moeten worden. In vijf regio’s in Nederland verrichtten regionale onderzoekspartners in samenwerking met collega-instellingen casusonderzoeken. Het casusonderzoek werd uitgevoerd bij jeugdigen die verbleven in een justitiële jeugdinrichting, jeugdzorg+-instelling, een orthopedagogisch behandelcentrum (OBC) of in de jeugd-GGZ. In de regio Zuid-Holland Noord werd het onderzoek uitgevoerd door Curium-LUMC en het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de Haagse Hogeschool. Het onderzoek loopt nog tot half 2022, waarbij de werving van casuïstiek liep tot half januari 2022. In deze factsheet beschrijven we alleen de resultaten van het casusonderzoek in de regio Zuid-Holland Noord, waar de regio Haaglanden onderdeel van is. In de loop van 2022 verschijnt een uitgebreide landelijke rapportage.
MULTIFILE