Het hoger beroepsonderwijs heeft het opleiden van studenten tot professionals die in staat zijn om kritisch te denken en zo kunnen bijdragen aan vernieuwing van de beroepspraktijk hoog in het vaandel staan. Wat ‘kritisch denken’ inhoudt, blijft echter vaag. In dit artikel wordt het kritische, ontregelende en bevrijdende denken van Friedrich Nietzsche, zoals verwoord in De vrolijke wetenschap (1999/1887), als uitgangspunt genomen om te onderzoeken hoe ‘kritisch denken’ een bij het hoger beroepsonderwijs passende inhoud kan worden gegeven. Wat zou het voor hedendaagse hbo-studenten en -docenten betekenen als studenten tot deze radicale vorm van kritisch denken worden opgeleid? De voor- en nadelen van het radicale, nietzscheaanse kritische denken worden afgewogen om zo tot een opvatting van kritisch denken te komen dat zowel recht doet aan de vrije, experimenterende en creërende geest van Nietzsche als aan de educatieve doeleinden van het hedendaagse hoger beroepsonderwijs.
MULTIFILE
Samenvatting niet beschikbaar
DOCUMENT
In de 'Pedagogische Canon – Bronnen van betekenis’ vind je een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. In deze aflevering Jan Masschelein, emeritus professor wijsgerige pedagogiek verbonden aan het Laboratorium voor Educatie en Samenleving van de KU Leuven. Masschelein presenteert kritisch pedagogisch denken en onderzoek als een tocht die ons de wereld invoert. ‘Het leidt niet tot dé kennis of dé waarheid, maar naar de ervaring dat men zelf deel is van wat er wordt gezegd en gedacht.’
LINK
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Wat zijn zaken die, naar wij vermoeden, de energie en vitaliteit in en rondom dergelijke initiatieven zullen vergroten? Voor de doeners in de initiatieven geldt: organiseer voldoende kritische geluiden! Dit betekent dat je naast medestanders, ook open moet blijven staan voor tegenstanders en/of dwarse denkers. Sluit je er niet voor af (ook al haalt het de vaart uit het initiatief). Daarnaast: blijf mensen die (nog) niet direct betrokken zijn bij het initiatief benaderen en blijf (hen) vragen stellen. Meedoen is geen verplichting, maar een regelmatig signaal aan minder direct betrokkenen dat je te allen tijde oprecht welkom bent is belangrijk. Als derde – en dit geldt vooral voor de kartrekkers – blijf je realiseren dat het niet om jou of de organisatie gaat. Het initiatief richt zich op een bijdrage aan het publieke domein, gedragen door mensen die zich inzetten vanuit hun eigen motivatie. Vraag mensen dus niet alleen voor leeggevallen ‘plekken’ in het initiatief of voor specifieke taken. Maar: vraag ze ‘wat wil je graag doen?’ en ‘waar ben je goed in?’ Ten vierde: nodig mensen op tijd uit in de ‘cockpit’ van het initiatief als oplossing voor het opvolgingsprobleem (en stop zelf op tijd). Veel van de expertise in dergelijke initiatieven is ‘al doende geleerd’, en nieuwe mensen moeten voldoende tijd hebben om te leren. Ten vijfde: wees transparant over (mogelijke) privé belangen. Hoe lastig het ook is om dit thema bespreekbaar te maken, het niet bespreken is op den duur vaak nog lastiger. Het is hierbij natuurlijk wel zoeken naar een goede vorm om het bespreekbaar te maken – het moet wel een gesprek zijn en geen beschuldiging bij voorbaat – en wellicht kunnen enkele gezaghebbende en diplomatieke mensen uit de gemeenschap hier een rol in vervullen (dat geldt overigens voor conflictoplossing in het algemeen). Ten zesde: zorg voor een netwerk binnen, maar ook buiten de lokale gemeenschap. Veel ideeën, inspiratie, hulpbronnen (sociaal, politiek en economisch kapitaal) zijn natuurlijk te vinden in de eigen gemeenschap, maar trek er ook op uit. Het levert regelmatig wat op. En ten slotte, vergeet niet dat het simpelweg leuk is om mee te doen – lol is een zeer rijke energiebron. Vergeet dus niet je successen te vieren.
DOCUMENT
De onderwerpen inclusie en diversiteit zijn nogal eens voedingsbodem voor conflictstof en polarisatie. Hoe voorkom je dat en wat staat je daarbij als hogeschool of als docent te doen? Machteld de Jong, lector Diversiteitsvraagstukken aan Hogeschool Inholland, laat daarover haar licht schijnen.
LINK
In deze publicatie geven wij duiding aan het begrip kritisch denken in relatie tot het .beroepsonderwijs.
DOCUMENT
Hogescholen zouden een grotere bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van de armste landen. Ik zal proberen aan te geven welke ethische, en andere, overwegingen de rationale vormen voor die stelling. Kritische reflectie op ethische vragen is belangrijk voor het maken van de juiste keuzen. Capaciteitsopbouw in hoger beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden, het creëren van hoog opgeleide vaklieden en entrepreneurs, is een vruchtbare vorm van ontwikkelingssamenwerking. Maar alleen als het goed, effectief en duurzaam gebeurt. Veel hulp is nog ineffectief. Het lectoraat Internationale Samenwerking heeft een direct doel: kennis genereren die het mogelijk maakt Nederlandse hogescholen meer en effectiever in te zetten bij ontwikkelingssamenwerking. Daarmee is het hoger onderwijs in ontwikkelingslanden gediend en daarmee de sociale en economische ontwikkeling in deze landen. En daar is het Nederlandse hoger beroepsonderwijs mee gediend, dat internationaler wordt en zo tegemoet komt aan de wensen van studenten en de behoeften van de arbeidsmarkt.
DOCUMENT
Mijn deelname aan het rollenspel is ingegeven door enthousiasme. Ik wilde uitdragen dat wij als professionals zelf ons vak op de kaart kunnen zetten en onze verantwoordelijkheid nemen. Op de kaart zetten is belangrijk maar minstens even belangrijk is „in je kaart‟ laten kijken”. “Het voelt soms kwetsbaar, je kunt fouten maken, er kan om je gelachen worden. Maar je eigen gedrag laten zien en bespreken vind ik bij professionaliteit horen”. Aldus spreken twee van de vijf reclasseringswerkers die de professionele moed toonden om kenmerkende situaties van het reclasseringswerk te laten zien voor een zaal met 235 collega‟s. Vanwaar het idee om de professionele expertise te behandelen aan de hand van een dergelijk rollenspel? Professionaliteit kan niet worden getoond in een lezing waarin professionele kennis wordt overgedragen. Hoewel zo‟n lezing een belangrijke voedingsbron is en het opnemen van nieuwe kennis onlosmakelijk bij professionaliteit hoort. De bespreking van casuïstiek, inclusief kritische reflectie op het eigen handelen en explicitering van de gehanteerde methoden, is al een duidelijker vorm waarin de professional kan tonen hoe hij denkt en werkt. Maar professionele expertise wordt pas zichtbaar bij „de professional at work‟ in de praktijk. In het gedrag dat hij of zij vertoont tijdens het werken met cliënten en ketenpartners. In dat gedrag komen verschillende bronnen van kennis samen.
DOCUMENT