Kunstsocioloog Pascal Gielen verdedigt de hypothese dat de geglobaliseerde kunstwereld een ideaal terrein voor economische uitbuiting is. In de roes van de creative cities en de creatieve industrie omarmen overheden dit postfordistische werkmodel en sluiten zo naadloos aan bij de mondiale, neoliberale markteconomie. Gielen diept deze situatie uit en wil tegelijkertijd nieuwe alternatieven aanreiken, die de kunstwereld nodig heeft om haar eigen dynamiek en vrijheid te bewaren. Zijn zoektocht leidt hem naar plaatsen van gedeelde intimiteit en ‘slowability’ temidden van de hectische, globale flow van artistieke ontwikkelingen en trends. Deze derde editie is geheel herzien en bijgewerkt met Gielens meest recente inzichten in de politieke dimensies van kunst, autonomie en de relatie tussen kunst, ethiek en democratie.
DOCUMENT
In dit essay onderzoeken we in vogelvlucht enkele perspectieven op het economisch potentieel. Daarna laten we zien welke positie het lectoraat Change Management inneemt in het leggen van de verbinding tussen kunst en bedrijfskunde.
DOCUMENT
Deze rapportage bevat een analyse van het maatschappelijk debat over de terreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media. De analyses zijn in de periode 2010-2015 gemaakt. De analyses van het maatschappelijk debat zijn bedoeld om het beleid beter te doen aansluiten bij de maatschappelijke vraag. De analyse van het media-debat is van de hand van Andra Leurdijk en Saskia Welchen.
DOCUMENT
Full text via link. Het kabinet wil het huidige systeem van loonkostensubsidie voor werkgevers inruilen voor een systeem waarbij iemand die niet genoeg verdient zelf aanvullende bijstand moet aanvragen. Voor de bijna 200.000 werknemers die niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, betekent dit dat zij bij de gemeente zelf een aanvulling op hun inkomen moeten aanvragen. Een slecht idee, vinden betrokkenen en deskundigen
LINK
Koos Zwaan heeft een bijdrage geleverd aan deze publicatie in de vorm van het opstellen van de Domeinbeschrijving Kunst en Economie, het coördineren van de bijdragen van de bij dit domein aangesloten lectoraten en het mede opstellen van de beschrijving van de hogeschool Inholland. Inhoudelijke samenvatting: “Onderzoek is een kernwoord in de huidige kunsten geworden. In beeldende kunst, in ontwerpen, in podiumkunsten, in kunsteducatie staat research centraal. De artistieke praktijk wordt steeds meer als onderzoekend begrepen. Er is daarom een urgente behoefte aan onderzoek als integraal, professioneel verzorgd onderdeel van het kunstvakonderwijs. Naast artistiek (ontwerp-)onderzoek is er ook behoefte aan nieuwe verbindingen met wetenschappelijke onderzoeksdisciplines en methodologieën: cultuurwetenschappelijk, maatschappelijk, economisch en technologisch. In deze ontwikkelingen vervullen de lectoraten in het kunstvakonderwijs de initiërende en centrale rol.” Dit statement is tot stand gekomen op basis van individuele bijdragen van lectoren, die tijdens de Lectorendag (6 juni 2014) gebundeld werden. De lectoren was gevraagd een antwoord te formuleren op de vraag wat de belangrijkste karakteristiek is van onderzoek in kunstvakonderwijs. Leeswijzer Deze gids is een resultaat van de Taskforce KUO Onderzoek, en tot stand gekomen op basis van de individuele bijdragen van lectoren: zij maakten beschrijvingen van hun lectoraat, en verzorgden per domein gezamenlijk een domeinbeschrijving. De indeling in de hier gepresenteerde domeinen is discutabel; andere indelingen zijn mogelijk. Er is op dit moment gekozen voor een deels traditionele indeling in disciplines, en deels een thematische indeling. Hierdoor zijn er enkele lectoraten die onder twee domeinen ingedeeld zouden kunnen worden, maar bij één domein worden vermeld. Mogelijk wordt in het volgende jaar van de Taskforce de huidige indeling heroverwogen.
DOCUMENT
Onderzoeker Philip Marcel Karré bespreekt twee recente rapporten die sociale innovatie in de stadslandbouw belichten. De auteurs beschrijven en analyseren Rotterdamse projecten vanuit twee resp. invalshoeken: als burgerinitiatief in de buitenruimte en als sociale onderneming, en schetsen zo een beeld van de stand van zaken in de praktijk.
LINK
Het lijkt of de e(sthe)tisch-politieke dialectiek tussen kunst en wetenschap de laatste jaren sterk aan erosie onderhevig is. De ‘druk van het hedendaagse’ heeft behoorlijke sporen getrokken door dat subtiele landschap en het is essentieel om te onderzoeken wat de consequenties daarvan zijn.
MULTIFILE
Al bijna tien jaar onderzoekt Jacco van Uden de vraag wat organisaties kunnen leren van de kunsten. En na al die tijd weet hij nog steeds niet zeker of en hoe ‘de toegevoegde waarde van kunst voor organisaties’ iets anders kan zijn dan zomaar een uitbreiding van de managementtoolkit. Afkomstig uit de kunsten heeft Marjolijn Zwakman een vergelijkbare interesse in het verkennen van de relatie tussen kunst en organisatie. Samen ontwikkelden ze de workshop ‘Professionele ruimte op het spel’. In deze workshop onderzoeken de auteurs aan den lijve met de deelnemers welke principes uit de performancekunst kunnen verschijnen als een geïntegreerd, actief onderdeel van de organisatiepraktijk. Door deze samenwerking moeten zij de verborgen aannames in hun vakgebied onder ogen zien en aanpakken. In de vorm van een briefwisseling reflecteren zij in de deze bijdrage op hun ervaringen.
DOCUMENT
Hoofdstuk 6 in Wat werkt als je samenwerkt – deel 2. In dit hoofdstuk wordt de cursus Kind in de Wereld beschreven. Kind in de Wereld wordt gegeven in het derde jaar van de pabo op de Hogeschool Utrecht. De cursus is een samenwerking tussen drie vakgebieden: Wetenschap en Technologie (W&T), de kunstvakken en digitale geletterdheid. Onder deze drie vakgebieden vallen de volgende vakken: - W&T: aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek - Kunstvakken: beeldende vorming, dans & drama en muziek - Digitale geletterdheid
LINK
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT