One of the characteristics of arts-based environmental education is that it encourages participants to be receptive to nature in new and uncommon ways. The participant is encouraged to immerse him or herself in nature, to seek a “deep identification.” In my paper I explore if there could be cases where such immersion may reach – or even go beyond – a point of no return. A point, where the “intertwining” with nature causes the subject to sever the “life lines” to the world which would enable him or her to maintain the psychological, cultural and spiritual integrity of the ego. The dissolving of the ego’s boundaries through artistic practice can be seen as having certain shamanistic qualities, specifically in cases when this transgression involves efforts to connect with other animal species. Such undertakings may constitute – at least in the perception of the shaman-artist – a form of “going native,” becoming “one” with the non-human Others.As relevant cases I discuss the “trespassing” from the world of culture into the world of nature by Joseph Beuys in his famous studio encounter with a coyote and Timothy Treadwell entering the life-world of the grizzly bears in Alaska, for which he ultimately paid the price of death (the tragic story was documented in Werner Herzog’s film “Grizzly Man”).I analyze these phenomena along the distinction between Apollonian versus Dionysian sensibility in cultural activity as articulated by Nietzsche. Finally I discuss some pedagogical implications for teachers and facilitators who encourage an attitude of radical amazement and vulnerability in arts-based environmental education.
LINK
Blog.Sense Ecology is een duurzaam en praktijkgerciht kunst-onderzoeksproject. Het project onderzoekt alternatieve manieren om het landschap te ervaren, en onderzoekt en ontwikkelt nieuwe methoden en hulpmiddelen voor biodiversiteitsonderzoek. Sense Ecology ontwerpt en ondersteund projecten die zich richten op zintuigelijke waarneming van de natuurlijke omgeving.
LINK
Verandering en innovatie zijn een zaak van lange adem. Ook bij praktijkgericht onderzoek in het sociaal domein vergt de introductie van nieuwe manieren van werken vaak geduld en tijd. In ons dagelijks werk ervaren wij dat bestaande perspectieven op onderzoek nog beperkt ruimte bieden aan de mogelijkheden die de kunsten kunnen creëren. Tegelijkertijd is er in de Angelsaksische literatuur een “nieuwe loot” aan de (praktijkgerichte) onderzoekstam ontsproten: ‘Arts-Based Research (ABR)’. Volgens ons krijgt ABR als praktijkgericht onderzoek nog niet de aandacht die het verdient. In Nederlandstalige rapportages en literatuur over praktijkgericht onderzoek vinden we er weinig over terug. Binnen het onderwijs en de beroepspraktijk in het brede sociaal domein bestaat er echter wel een lange traditie van het werken met kunst en creativiteit. Het gaat dan bijvoorbeeld om creatief agogisch werken, projecten en activiteiten gericht op sociaal-culturele participatie of kunst- en cultuureducatie in school of wijk. Het is zaak het praktijkgericht onderzoek hierop aan te sluiten, met als inzet het opleiden tot de onderzoekende creatieve sociale professional van de 21e eeuw. Dat is een professional met onderzoekend vermogen (Greve, Munneke & Andriessen, 2015) die steeds weer doet wat nodig is in de specifieke context. Door de inzet van Arts-Based Research bij sociale vraagstukken wordt onzes inziens een nieuw perspectief toegevoegd dat andere mogelijkheden creëert om een bijdrage te leveren aan verandering in de complexe praktijk van het brede sociaal domein
DOCUMENT
Kenniscentrum Educatie rapportnummer 16-03 In de regio Utrecht-Amersfoort hebben vijf academische basisscholen vanaf het schooljaar 2012-2013 deelgenomen aan het vierjarige schoolverbeteringsproject: het Academische Opleidingsscholen project (AOS-project). Het uiteindelijke doel van het project was de scholen te leren systematisch en doelgericht te werken aan schoolontwikkeling. Om dit doel te realiseren is nauw samengewerkt tussen het kenniscentrum van de Hogeschool Utrecht, Instituut Theo Tijssen, het bestuur en de scholen. Deze rapportage is een bijlage bij het onderzoeksrapport dat verschenen is over het project: Op basis van data de schoolontwikkelingsagenda bepalen (2016). In deze rapportage zijn de vijf casebeschrijvingen opgenomen, die zijn geschreven door de coördinatoren van de deelnemende scholen in samenwerking met een docent van de Hogeschool Utrecht. Het doel van de casebeschrijvingen is om zicht te krijgen op het verloop van het implementatieproces op de individuele scholen. Iedere school beschrijft de resultaten die zijn behaald, de successen die zijn geboekt, maar ook de knelpunten die ze hebben ervaren tijdens de uitvoering van het project op de school.
DOCUMENT
De missie van het lectoraat Fotonica is om een bijdrage te leveren aan een gezonde wereld en een duurzame economie door het toepasbaar maken van fotonicatechnologie in de praktijk. Ook draagt het lectoraat bij aan het opleiden van professionals op het gebied van fotonica, wat een voorwaarde is om de ambities van deze groeisector waar te kunnen maken. Het fotonica-onderzoek richt zich op de toepassingsgebieden Hightech Industrie, Agri & Food, Energie & Klimaat, Gezondheid en Mobiliteit. Digitale technologie speelt in de ontwikkeling van deze gebieden een grote rol, waarbij fotonica op grote schaal wordt ingezet voor het verkrijgen van digitale data. Sleutelwoorden voor het onderzoek zijn spectroscopie, metrologie en afbeelding. Het toepassen van optische sensoren, zoals spectrometers of glasvezel-gebaseerde sensoren, speelt hierbij een centrale rol. De lijfspreuk van de natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes ‘door meten tot weten’, aangevuld met ‘door weten tot handelen’, is dan ook een leidraad voor het lectoraat.
DOCUMENT
Lezing gehouden tijdens congres "Wie beslist er over wat: congres over subsidiariteit en het middenbestuur in de 21e eeuw" op 19 december 2005.
DOCUMENT
Al jaren wordt geprobeerd de relatief gunstige fiscale behandeling van eigenwoningbezit te verminderen. Zeker nu, met de overspannen woningmarkt, staat dit hoog op de agenda. Een van de voorstellen is om overwaarde in Box 3 te gaan belasten. Volgens Ewoud Jansen gaat dit echter gepaard met veel praktische problemen.
LINK
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector aan Hogeschool van Hall Larenstein, 16 juni 2023. Rivieren en beken zijn een gemeenschappelijk, gedeeld goed (in het Engels: common property). De grote rivieren stonden via transport van sediment aan de oorsprong van ons Deltaland en zijn een manifestatie van een belangrijk gedeeld proces: de waterkringloop (Fig. 1). De biogeochemische processen binnen diehydrologische kringloop zorgen voor ons belangrijkste gemeenschappelijk goed: zoet water. Oppervlaktewater – zoals zeewater – verdampt, en wordt door de wind in de vorm van wolken landinwaarts gebracht. Daar valthet als neerslag en zakt in de aarde, wordt gebruikt door planten, verdampt of stroomt vanuit een groter of kleiner stroomgebied via beken en rivieren terug naar zee. Het is daarbij van levensbelang voor ons allen: mensen, dieren en planten. Wij gebruiken rivieren en beken voor ons drinkwater, omvoedsel te verzamelen, als transportader, als riool, als natuurlijke hulpbron inagrarische en industriële productie, voor energieproductie (zowel waterkracht als koeling), als aantrekkelijke woonplaats en voor recreatie. Maar ook wilde dieren en planten gebruiken het als drinkwater,transportader, om voedsel te verzamelen en als leefomgeving. Daarnaast genieten we van de schoonheid van rivieren en beken en biedt het onsinspiratie. Een goed beheer van (het stroomgebied van) beken en rivieren is daarom een gemeenschappelijk belang, waarbij het cruciaal is om de draagkracht van onze watersystemen te kennen en ze niet te overschrijden. Soms moeten we daarvoor terug of verder kijken: naar hoe het vroegerwas, hoe onze buren het doen, of hoe het zou kunnen. In deze rede wordt geschetst hoe er met natuur-gebaseerd rivierbeheer op zoek wordt gegaan naar grote gemene delers: maatregelen waar velen baat bij hebben en waar de belangen ook samenvallen, terwijl we binnen de systeemgrenzen blijven en de draagkracht niet wordt overschreden.
DOCUMENT
Dit boek geeft allereerst een uitgebreide impressie van het event ‘Het Nieuwe Werken, van dromen... naar doen!’. Een event dat mensen met beginnende tot gemiddelde kennis en ervaring op gebied van Het Nieuwe Werken veel bruikbare (nieuwe) inzichten gaf. Om ook een ‘nieuwkomer’ en anderszins geïnteresseerden op gebied van Het Nieuwe Werken te laten aanhaken, biedt dit boek aanvullende kennis over en inzichten in Het Nieuwe Werken uit verscheidene andere bronnen. De manier waarop dit boek u het beste zal dienen, hangt mede af van de mate waarin u al bekend bent met Het Nieuwe Werken.
DOCUMENT
Dit boek is het resultaat van het SIA Raak MKB project “Biocomposieten voor civiele en bouwkundige toepassingen; Biobased brug”. Het is geschreven voor bedrijfsleven en studenten van het MBO, het HBO en de universiteiten. Het project leverde een haalbaarheidsonderzoek van een volledig biocomposieten voetgangersbrug. Materialenonderzoek bij Inholland Composites en stijfheid en sterkte berekeningen toonden aan dat een volledig biocomposieten voetgangersbrug haalbaar was. De Dommelbrug is met succes door ruim 100 studenten gebouwd.
DOCUMENT