Het horen, zien of ruiken van een roofdier kan stress veroorzaken bij prooidieren, zo blijkt uit onderzoek. Die stress zorgt voor negatieve veranderingen in het gedrag van het prooidier, en zou effect kunnen hebben op de voortplanting. Er is nog maar weinig bekend over het effect van meerdere roofdieren op de voortplanting van prooidieren. Probleem is, hoe tel je de effecten van kleine roofdieren en grote roofdieren bij elkaar op? En weten we dan genoeg om, via beheermaatregelen, bedreigde diersoorten te beschermen tegen een overmaat aan stress door meerdere roofdieren?
DOCUMENT
Background: Burn scar maturation can take several years but is generally studied shortly after injury. Therefore, we investigated patient-reported scar quality up to 5–7 years post-burn. Methods: Patients with ≤ 20 % total body surface area burned completed the Patient Scale of the Patient and Observer Scar Assessment Scale (POSAS 2.0) on the same scar at 3, > 18 months (median 28 months) and 5–7 years (median 63 months) post-burn. Results: Fifty-eight patients (21 children; 37 adults) with a median total body surface area burned (TBSA) of 6.3 % participated. Average patient-reported scar quality (POSAS score) was generally worst at 3 months (median score: 4.2), best at 28 months (median score: 2.2) and intermediate at 63 months post-burn (median score: 3.4) (p < 0.001). Many patients (66 %) reported a median 1.8 point higher (worse) POSAS score at 63 months compared to 28 months post-burn, whereas 14 % reported an identical, and 21 % a lower (better) score. At any assessment, largest differences with normal skin were reported for scar colour. Univariate predictive factors of long-term patient-reported scar quality were scar quality at 3 months (p = 0.002) and 28 months post-burn (p < 0.001), full-thickness burn size (p = 0.033), length of hospital stay (p = 0.003), and number of surgeries (p < 0.001). Conclusion: Two-thirds of patients with burns up to 20 % TBSA scored the quality of their scars worse at 63 months compared to 28 months post-burn. Whether this corresponds to increased dissatisfaction with scars in the long term should be further investigated. These new insights add to the body of knowledge on scar maturation and underscores the importance of discussing patients’ expectations.
DOCUMENT
Tijdens een fietsvakantie in het Engelse Cornwall, samen met zijn vrouw Ellen Witteveen, liep Ger Monden uit Amsterdam ruim tien jaar geleden hersenletsel op door een val. Na een half jaar in coma onderging hij intensieve revalidatie. Ellen merkte dat zij vaak onvoldoende bij dat proces werd betrokken. ‘Als mantelzorger ben je veelal geen interessante partner voor de medische wereld. Sommige professionals ervaren je voor mijn gevoel toch meer als concurrent als je een aandeel in de behandeling wilt hebben. Ik ben docent en onderzoeker bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht. We doen onderzoek naar mensen die langdurige zorg nodig hebben.
DOCUMENT
Een slecht genezende wond kan het onverwachte gevolg van zelfbeschadiging zijn. Dan lopen somatische en psychiatrische zorg ineens door elkaar. Voorkomen moet worden dat onbekendheid met het andere specialisme tot meer schade leidt. Aan de hand van een somatische casus wordt geschetst hoe dit proces kan verlopen. Het doel van dit artikel is de kwaliteit van zorg aan psychiatrische patiënten met een wond te optimaliseren. Wondbehandeling en psychiatrische zorg lijken moeilijk verenigbaar. Door de eigen specifieke gerichtheid op ofwel de somatische ofwel de psychiatrische zorg, is het voor een verpleegkundige lastig zich te verplaatsen in de problematiek van de patiënt als deze buiten het eigen aandachtsgebied valt. Door het ontbreken van kennis en vaardigheden lukt het niet altijd met de juiste professionele blik naar problematiek te kijken en adequaat te handelen. Ook leidt het gedrag van de patiënt met een psychiatrisch beeld en een wond vaak tot onbegrip bij de somatische hulpverleners en andersom leidt het bij de psychiatrisch hulpverleners vaak tot een onjuist behandelbeleid. Hierdoor bestaat het risico dat een wond bij een psychiatrische patiënt gemakkelijk tot complicaties leidt die de wondgenezing verstoren, waardoor er een slecht genezende wond is. Wonden bij psychiatrische patiënten die slecht genezen worden geassocieerd met zelfbeschadigend gedrag, wat kan leiden tot vooroordelen aan de kant van de somatische hulpverlener. Zowel de psychische als de fysieke littekens kunnen aanwezig blijven. Dit artikel heeft tot doel deze schade zoveel mogelijk te beperken door inzicht en handvatten te geven om de kwaliteit van zorg aan psychiatrische patiënten met een wond te optimaliseren en dit vanuit het brede somatische en psychiatrische perspectief te bekijken.
DOCUMENT
Het pakket bestaat uit twee delen: Deel A: Het achtergronddocument: hierin worden u allerlei theoretische en procedurele gegevens aangereikt die van belang zijn om goed met het interventiepakket te kunnen werken. Deel B: Het werkboek: dit werkboek biedt u praktische ondersteuning om in samenwerking met de patiënt effectief met het zelfverwondende gedrag om te gaan. Het werkboek kan als WORD-document digitaal worden opgeslagen. Denkt u hierbij vanzelfsprekend aan de privacybescherming van de patiënt. Bij het werkboek behoren een aantal bijlagen.
MULTIFILE