Wanneer een kwaliteitsmanagementsysteem net is opgezet, is het zinvol om een interne audit te beperken tot het onderzoeken of datgene wat is beschreven ook in de praktijk zo wordt uitgevoerd. Naarmate een interne audit vaker wordt gehanteerd, dient het doel te verschuiven van non-conformiteit naar sturing. Pas dan kan de auditor nagaan of doelstellingen van processen en management daadwerkelijk worden behaald en ontstaan zinvolle verbeteracties. Wanneer men bij interne audits blijft steken in het toetsen van non-conformiteiten, bestaat het risico dat het kwaliteitsmanagementsysteem niet verder wordt ontwikkeld en verbeterd. Uit de resultaten van een pilot onderzoek in het Medisch Centrum Alkmaar blijkt dat een combinatie van verschillende procedures voor auditing aanbeveling verdient. Aldus worden resultaten verkregen op meerdere management niveaus en op meer terreinen dan alleen het werkproces als zodanig. Discrepanties tussen de praktijksituatie en de beschreven procedures komen snel aan het licht, evenals opties voor verbetering van de efficiëntie van processen en procedures. De informatie is een belangrijke impuls voor verbetering van werkprocessen en biedt tevens aanknopingspunten voor verbetering van belangrijke thema’s en speerpunten in de organisatie.
DOCUMENT
De toepassing van een kwaliteitssysteem in het onderwijs, gericht op doelen stellen, terugkoppeling geven en bekrachtigen.
DOCUMENT
Deze publicatie is bedoeld om examencommissies en onderwijsgevenden handvatten aan te reiken om de kwaliteit van toetsing en examinering te verbeteren en te borgen. Hierdoor kunnen zij een bijdrage leveren aan het bevorderen van studiesucces van studenten en aan een duurzaam en breed gedragen vertrouwen in de kwaliteit van de getuigschriften.
DOCUMENT
Theorieën die betrekking hebben op de kwaliteit van producten, processen, systemen en organisaties (systeemtechnische aspecten) geven geen of onvoldoende antwoord op vragen en problemen die betrekking hebben op de rol van de ‘factor mens’ in kwaliteitsmanagement. Omdat daar wel behoefte aan is, zijn de afgelopen jaren nieuwe theorieën ontwikkeld die wel oplossingsstrategieën bieden. Dit zijn kwaliteitsparadigma’s (beheersing en betrokkenheid), kwaliteitsscholen (empirische, normatieve en reflectieve school) en de drie kwaliteitsdimensies (professionele, organisatorische en relationele kwaliteit). In alle drie concepten zijn systeemtechnische (object/proces/norm) en sociaaldynamische (mens) aspecten gecombineerd. Betrokkenheid, reflectieve school en relationele kwaliteit zullen bepalend zijn voor het toekomstige kwaliteitsmanagement waarin de human factor een steeds belangrijker plaats gaat innemen.
DOCUMENT
De eerste uitgave van deze publicatie is in 1991 samengesteld onder auspiciën van de werkgroep "Kwaliteitsborgingsaspecten bij de vervaardiging van gelaste constructie" ressorterend onder de stuurgroep van het NIL Collectieve Onderzoeksproject "Lassen in de Ketel- en Apparatenbouw". In 2009 is deze publicatie aangepast aan de huidige stand der techniek. De inhoud van deze publicatie gaat in op de verschillende normen ten aanzien van kwaliteitsborging en de warmtehuishouding bij het lassen. Tevens wordt getracht informatie te verschaffen met betrekking tot het hoe en waarom van de "variabelen" die staan vermeld op de lasmethodebeschrijving. Dit laatst genoemde document zal in belangrijkheid gaan toenemen als instrument bij een verantwoord kwaliteitsbeleid. Bij gelaste constructies wordt uitgegaan van een minimum wanddikte van 3 mm.
DOCUMENT
Een aantal maal heb ik het genoegen gehad spreker te mogen zijn op het congres Trends in BPM. Een aantal van u weet dan ook, dat ik al enige tijd tamboureer op de beweging dat we in de samenleving, in de politiek en in ondernemingen de stap aan het zetten zijn van top-down management van knechten door bazen, naar bottom-up eindgebruiker-gedreven ontwikkeling met peer2peer-review als kwaliteitssysteem. Het schouderklopje van je peer. Niets is zo motiverend en sturend als dat. De pakweg 1 miljoen ZZP’ers (zelfstandigen zonder personeel) die nu in Nederland opereren, zijn een reflectie van deze beweging. Mijn vraag in deze column is: welk concrete kwaliteitseis moet je aan huidige en toekomstige softwarepakketten stellen zodat ze robuust zijn tegen het licht van deze ontwikkeling en ook in de aankomende tijd van perpetuele bèta’s een human 2.0-waarde hebben? Waar gaat het grote verschil zitten met nu? Is er wel een groot verschil?
DOCUMENT
1e alinea column: Hebt je je ook wel eens afgevraagd waarom mensen zoveel roddelen? Volgens mij heeft het er mee te maken dat je dan voor je gevoel samen 'gelijk' hebt. De anderen zitten echt fout! Iemand uitnodigen tot roddel is als uitnodiging om toe treden tot de winners, uiteraard ten koste van de losers. Ik vraag me wel eens af of we roddelen niet gewoon nodig hebben als simpele manier om jezelf winner te voelen, zo je mandje 'basic trust' voeden, als bron van sociale cohesie: 'conflict creates comfort'. Een kwestie van zelfmanifestatie. Wie durft immers echt op eigen inzicht te vertrouwen en werkelijk op zijn eigen stip te gaan staan als het er op aan komt? Dit mechanisme lijkt soms niet alleen op te gaan voor personen, maar ook voor de politiek en voor hele landen.
LINK
Een studente van Technische Bedrijfskunde heeft voor detailgroothandel en distributiecentrum Hoogvliet uit Alphen aan de Rijn de voorbereidingen getroffen en metingen uitgevoerd om de ISO-certificering binnen te halen. Dat is ook binnen 5 maanden gelukt. ISO 50001 gaat over energiemanagement en is een milieu kwaliteitszorgsysteem.
LINK
De vraag wat in het hbo wordt bedoeld met de term praktijkgericht onderzoek staat volop in de belangstelling. Ook de vraag wat de belangrijkste kwaliteitsindicatoren zouden moeten zijn, staat hoog op de agenda. Indicatoren maken zichtbaar wat kenniscentra doen op het gebied van onderzoek en hoe ze presteren op de domeinen kennis, onderwijs en beroepspraktijk. In de praktijk ligt bij indicatoren de nadruk vaak op de kwantiteit (telfunctie). Kwaliteit wordt dan afgemeten aan de mate waarin wordt gescoord op voor iedereen geldende, vooraf vastgestelde indicatoren, zoals aantal publicaties en aantal presentaties. In De padvinder en het oude vrouwtje wordt betoogt dat het van belang is een meer pluriforme benadering van kwaliteit als uitgangspunt te nemen, die beter recht doet aan het brede, gevarieerde palet aan kwaliteitsuitingen binnen de lectoraten. De padvinder en het oude vrouwtje is een pleidooi voor transparante en pluriforme kwaliteit van praktijkgericht onderzoek en geeft een aanzet voor integraal prestatiemanagement op dit vlak.
DOCUMENT