Heerlen is een van de snelst verouderende gemeenten in Nederland. Bovendien is Heerlen een gemeente met een onevenredig groot aandeel mensen in een uitkeringssituatie die op of onder de grens van de armoede leven. Het aantal arme ouderen in Heerlen die van een laag of ontoereikend pensioen moeten rondkomen, is naar verwachting dan ook hoog. De verwachting is dus dat er in Heerlen een aanzienlijke groep ouderen is die als kwetsbare ouderen kunnen worden beschouwd. De WMO omschrijft in prestatieveld 3 de gemeentelijke taak om cliënten te informeren, te adviseren en te ondersteunen. Deze algemene taak wordt in dit onderzoek vertaald naar het armoedevraagstuk van ouderen in de gemeente Heerlen. Hoe kan de gemeente ouderen, die hetzij reeds onder de armoedegrens leven, hetzij dreigen daarin te komen ondersteunen om hun plek in de Heerlense samenleving in te vullen? Welke projecten zijn er die zich richten op deze doelgroep en hoe kunnen dergelijke projecten worden uitgevoerd door Heerlense diensten en instellingen, die zich op het terrein van het armoedevraagstuk bewegen? Voor ouderen is een gang naar de arbeidsmarkt om uit hun armoedesituatie te komen geen optie. Sociale activering van ouderen dient dan ook een ander karakter te hebben dan sociale activering bij ontvangers van een uitkering. Dit onderzoek zoekt naar manieren waarop de gemeente Heerlen haar ouderen – en specifiek haar arme ouderen – kan uitnodigen en ondersteunen om actief aan de samenleving deel te nemen. Anders gezegd – wat kan actief burgerschap betekenen voor ouderen op of onder de armoedegrens in Heerlen? Het onderzoek richt zich op de verbetering van de uitvoeringspraktijk van de gemeente Heerlen ten aanzien van ouderen, die op het sociale minimum of daaronder zitten. Speciale aandacht zal er in dit verband uitgaan naar de sociale activering van die ouderen. Hiertoe zullen ‘practices’ van elders onderzocht worden en geanalyseerd op hun bruikbaarheid voor de gemeente Heerlen. In dit onderzoek worden dus twee begrippen gecombineerd, namelijk het begrip kwetsbare ouderen met de aan elkaar verwante begrippen sociale activering en actief burgerschap.
Dit onderzoeksrapport richt zich op de bevordering van economische zelfstandigheid bij vrouwen in Amsterdam Nieuw-West, met specifieke aandacht voor de rol van het ontwikkelingscentrum Vrouw en Vaart. Het rapport onderzoekt de factoren die bijdragen aan of belemmeren de arbeidsmarktpositie van vrouwen, met een focus op vrouwen met een migratieachtergrond. Door middel van storytelling-workshops werden ervaringen van 19 (voormalige) deelnemers verzameld. De resultaten benadrukken dat Vrouw en Vaart niet alleen praktische vaardigheden en educatieve programma's biedt, zoals taallessen en beroepsopleidingen, maar ook een veilige sociale gemeenschap creëert die zelfvertrouwen en persoonlijke ontwikkeling bevordert. Het rapport identificeert belemmeringen zoals taalproblemen, sociale isolatie en traditionele rolpatronen, en belicht helpende factoren, waaronder sociale steun, toegang tot kinderopvang en empowerment.De studie concludeert dat Vrouw en Vaart een significante bijdrage levert aan de persoonlijke en economische ontwikkeling van vrouwen, en biedt aanbevelingen voor het versterken van de impact, zoals verdere investering in taalprogramma's, flexibele activiteitenschema's en samenwerking met lokale werkgevers. Verdere studies zijn nodig om de langetermijnimpact op de arbeidsmarktpositie te evalueren. Dit onderzoek onderstreept het belang van sociale maatschappelijke organisaties bij het bevorderen van gelijkheid en economische inclusie.
LINK
In dit rapport beschrijven we de onderzoeksresultaten van het project ‘Toekomstbestendig Sociaal Ondernemen’. Sociale ondernemingen staan voor de continue uitdaging om hun commerciële en sociale doelen in balans te houden. Door het organiseren en behouden van deze balans kunnen sociale ondernemingen blijven bijdragen aan een betere arbeidsmarktpositie voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt en hierin verder groeien en professionaliseren. Er is echter niet één manier om dit te doen en de onderlinge verschillen tussen sociale ondernemingen zijn groot.Via interviews en leernetwerken zijn spanningen en uitdagingen op de thema’s organisatie, personeel, begeleiding, leiderschap en inkomsten vertaald naar concrete voorbeelden en naar factoren die de toekomstbestendigheid van sociale ondernemingen kunnen vergroten: de succesfactoren.
MULTIFILE
Sociaal ondernemingen onderscheiden zich van traditionele ondernemingen doordat ze missie-gedreven zijn, waarbij winst geen doel op zichzelf is, maar een middel om maatschappelijke meerwaarde te creëren. Het combineren van de maatschappelijke doelstelling en financieel economische duurzaamheid is één van de grootste uitdagingen voor veel sociaal ondernemers. Dit projectvoorstel richt zich op sociale ondernemingen die als primaire doelstelling verhoogde arbeidsparticipatie ofwel werk voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt nastreven. Het aantal sociaal ondernemingen groeit. Echter, veel sociaal ondernemingen hebben moeite om vanuit de startfase een volgende fase te bereiken. Dit project richt zich op sociaal ondernemers in de start-up fase die hun onderneming toekomstbestendig willen maken. Deze ondernemers worstelen met het in balans houden van hun sociale en commerciële waardepropositie. Ze zijn gestart vanuit een primaire, sociale, doelstelling. Maar om te verduurzamen moeten ze voldoende aandacht besteden aan de secundaire, commerciële, doelstelling. Deze draagt immers zorg dat de onderneming kan blijven bestaan en sociale impact kan realiseren. De centrale onderzoeksvraag luidt: “Hoe kunnen sociale ondernemingen na de start-up fase hun onderneming organiseren opdat bij de volgende fase de balans tussen commerciële als sociale doelstelling wordt behouden?”. Dit project heeft als doel nieuwe kennis te ontwikkelen over de balans tussen de commerciële en maatschappelijke waardepropositie en over wat in de organisatie nodig is om deze balans te behouden: Hoe kunnen sociaal ondernemers in de start-up fase hun dubbele waardepropositie verduurzamen en welke product-markt-doelgroep combinaties sluiten hierop aan? Hoe kunnen werkprocessen en inzet van personeel worden georganiseerd die hieraan bijdragen? Welke leiderschapsrol past bij de fase van verduurzaming van de sociale onderneming? Kennis over de wijze waarop deze ondernemers een fundament kunnen leggen als basis voor verduurzaming, kan bijdragen aan de duurzaamheid van sociaal ondernemingen en daarmee aan duurzaam werk voor mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.