Regioparken zijn instrumenten in de ruimtelijke ordening voor stedelijke regio’s met betrekking tot het landschap. De ontwikkeling van regioparken moet op strategische wijze het belang van het recreatief buitengebied in de zin van een multifunctionele landschapsontwikkeling versterken ten opzichte van andere belangen zoals woningbouw of bedrijventerreinen. Regioparken zijn informele instrumenten, hieraan zijn geen restrictieve consequenties verbonden.
DOCUMENT
Toelichting op de oprichting van het lectoraat 'Geïntegreerd natuur- en landschapsbeheer' van hogeschool Van Hall Larenstein en beschrijving van twee casussen waarin wordt nagegaan of en hoe geïntegreerde landschapsontwikkeling werkt in de praktijk.
MULTIFILE
Natuurbeschermingsorganisaties staan voor een grote nieuwe uitdaging. De overheid trekt zich terug en moet bezuinigen. Daardoor moet natuur- en landschapsontwikkeling meer dan ooit concurreren met andere vormen van landgebruik. Om voldoende draagvlak te krijgen voor natuur is het daarom niet meer genoeg om alleen naar soorten en habitats te kijken. Naast ecologische moeten ook economische en sociale afwegingen gemaakt worden. Die zijn bepalend voor de manier waarop het landschap wordt beleefd en gewaardeerd. De landschapsbeheerder van vandaag is daar onvoldoende op voorbereid. De beheerder van de toekomst moet beschikken over geïntegreerde kennis en handelingsperspectieven vanuit het ecologische, cultuurhistorische en economische kennisdomein en moet deze op een interactieve manier kunnen inzetten. Om dit te bereiken zijn bij Hogeschool Van Hall Larenstein Velp drie Groene Pluslectoren in deeltijd benoemd. Deze zijn elk gespecialiseerd in een ander aspect van natuur- en landschapsbeheer: milieu-econoom Martijn van der Heide, ecoloog John Janssen en sociaal wetenschapper Derk-Jan Stobbelaar. Het lectoraat Geïntegreerd Natuur- en Landschapsbeheer streeft naar een bredere visie op natuurbeheer, waarbij de ecologische waarden van natuur samenhangen met de geschiedenis van het landschap en met de economische mogelijkheden voor behoud, beheer en ontwikkeling daarvan. Bevat een interview met Derk-Jan Stobbelaar en Martijn van der Heide.
MULTIFILE
Van oudsher zijn bedrijventerreinen monofunctioneel opgezet. Werken staat centraal. De laatste jaren is er veel aandacht voor het vergroenen van bedrijventerreinen. Slechts één procent van het oppervlak van bedrijventerreinen is ‘groen’. De gezondheid van werknemers en omwonenden krijgt echter weinig aandacht. Vergroenen richt zich eenzijdig op klimaat en biodiversiteit. Dit moet en kan anders. Zo’n 30 procent van de mensen werkt op een bedrijventerrein. Dit vraagt om een groene omgeving die mensen kunnen beleven en waar zij kunnen bewegen omdat dit bijdraagt aan hun welzijn en gezondheid. Werkgevers hebben ook belang bij fitte werknemers. Hoe kan het dan dat de gezondheid bij het vergroenen van bedrijventerreinen nog maar weinig aandacht krijgt? Wat zijn beweegredenen voor gezondheidsbevorderend vergroenen en hoe komen stakeholders in beweging? Vraagstelling: dit beoogde KIEM-onderzoek richt zich op de vraag waarom de gezondheidsbevorderende aspecten van het vergroenen van bedrijventerreinen nog weinig aandacht krijgen van lokale beleidsmakers, parkmanagement op bedrijventerreinen en van ondernemers en op de vraag hoe dit kan verbeteren en hoe de gewenste transitie er uit kan zien. In het onderzoek inventariseren onderzoekers van lectoraat De Ondernemende Regio van Fontys Hogeschool samen met partners uit het werkveld, met name Verhoeven | De Ruijter – bureau voor stedenbouw en landschapsontwikkeling, waar initiatiefnemers en betrokkenen bij het investeren in gezondheidsbevorderend vergroenen van bedrijventerreinen tegenaan lopen. De inventarisatie brengt ook de omstandigheden en overwegingen in beeld waarom op bepaalde locaties goede voortgang wordt gemaakt op dit vlak terwijl dit elders nog niet of maar weinig het geval is. De opbrengst van het onderzoek vatten wij als volgt samen: • Agenderen van de gezondheidsbevorderende aspecten van groenere bedrijventerrein. • Inzicht in succes- en faalfactoren bij het gezondheidsbevorderend vergroenen van bedrijventerreinen. • Handreikingen voor lokale beleidsmakers, parkmanagers en overige betrokkenen om in de komende jaren op dit vlak meer voortgang te boeken.