Artikel op de website van GGZ-Delfland over het onderzoek van Richard Vijverberg: Wanneer moet een kind of jongere worden doorverwezen naar Familie FACT? Deze vorm van psychiatrie biedt behandeling aan kinderen en jongeren waarvoor poliklinische zorg niet intensief genoeg is. De zorgvraag van deze jeugdigen is zwaarder, ze hebben meer aandacht nodig. Ook het gezin en de directe omgeving wordt nauw betrokken bij deze langdurige en intensieve behandeling. Daarnaast krijgt de cliënt begeleiding bij zijn sociale en maatschappelijke ontwikkeling. Maar hoe kom je, liefst zo vroeg mogelijk, tot de conclusie dat een cliënt deze meer intensieve vorm van zorg nodig heeft?
LINK
Een literatuurstudie naar het versterken van informele en formele verbindingen rondom jeugdigen en gezinnen in de specialistische hulpverlening. Wat is er internationaal en nationaal bekend over het versterken van de samenwerking tussen het informele en formele netwerk? Deze vraag heeft centraal gestaan. In deze literatuurstudie staat beschreven welke kenmerken jeugdigen belangrijk vinden in de relatie met hun sociaal werker en andere belangrijke volwassenen. Ook worden er verschillende netwerkbenaderingen beschreven, waaronder de JIM-aanpak. In de conclusie worden er handelingsalternatieven geboden voor de professional. Deze literatuurstudie dient als vooronderzoek voor een praktijkonderzoek waarin er met een dossieranalyse wordt gekeken naar de mate waarin professionals het netwerk van jeugdigen en gezinnen optimaal benutten.
DOCUMENT
Op 1 januari 2015 werd de grootste wijziging van ons zorgstelsel sinds de invoering van de AWBZ in 1968 een feit. Nu het stof wat is neergedaald, schetst Jean-Pierre Wilken de veranderingen die hiermee gepaard gaan voor cliënten en professionals. Wat betekent het precies in de praktijk?
DOCUMENT
Zorg op maat voor patiënten met het post-intensive care syndroom: Dankzij verbeteringen in de zorg overleven steeds meer Intensive Care (IC) patiënten een levensbedreigende ziekte. De keerzijde is dat steeds meer patiënten met langdurige lichamelijke en mentale klachten als gevolg van het Post-Intensive Care Syndroom (PICS) uit het ziekenhuis worden ontslagen. Positieve gezondheid: een nieuw concept met focus op de kracht en eigen regie van mensen: In 2012 introduceerde arts onderzoeker Huber een nieuwe definitie van gezondheid, namelijk “Gezondheid als het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven”. Het concept Positieve gezondheid bevordert persoonsgerichte zorg en sluit goed aan bij wat voor de patiënt belangrijk is. Patiënten na een IC opname willen thuis een eigen regie kunnen voeren: De meeste patiënten met PICS ontvangen na ontslag uit het ziekenhuis fysiotherapie bij een 1e lijns fysiotherapeut. Deze ontvangen niet alle noodzakelijke informatie van het ziekenhuis over het ziekteverloop van de patiënt en zijn onvoldoende bekend met de gevolgen van PICS. Feitelijk heeft het zorgveld te maken met een nieuw ziektebeeld waarvoor nog geen revalidatiebehandeling bestaat. De diversiteit aan klachten worden niet op een juiste manier geïnterpreteerd en/of in een logische volgorde geadresseerd in een behandelplan. Bij PICS komen de dimensies van het concept van Huber naar voren en zal de zorgverlener – primair de fysiotherapeut - in overleg met de patiënt de terreinen moeten identificeren waarop ondersteuning noodzakelijk is. Het doel van dit RAAK project is om in een Community of Practice van professionals, studenten en patiënten een transmuraal fysiotherapieprogramma te ontwikkelen om patiënten die met PICS naar huis worden ontslagen optimaal te ondersteunen. Aan het einde van het project is een fysiotherapieprogramma ontwikkeld voor PICS en geïmplementeerd volgens het concept ‘Positieve gezondheid’. Daarnaast is kennis over de behandeling van patiënten met PICS gedissemineerd binnen de 1e lijns fysiotherapie en het (post)HBO onderwijs.
Stress-gerelateerde klachten hebben een grote impact op de gezondheid van mensen. Met name langdurige of intense stress kan tot lichamelijke en psychische gezondheidsklachten leiden. Het beïnvloedt de kwaliteit van leven en draagt bij aan hoge maatschappelijke kosten (zoals zorgkosten en kosten door arbeidsverzuim). Goed stressmanagement draagt bij aan het terugdringen van deze klachten. Het meten van het stressniveau helpt hierbij. De nieuwste draagbare sensoren maken het mogelijk om stressniveaus betrouwbaar te meten. Hierdoor kan iemand inzage krijgen in zijn eigen stressniveau, of het stressniveau van iemand die dat zelf niet goed kan communiceren (bijvoorbeeld bij dementie). Uit recent onderzoek blijkt dat de huidige beschikbare oplossingen die stressmetingen inzichtelijk maken niet geschikt zijn voor de gezondheidszorg. De huidige oplossingen passen niet in het zorgproces, of voldoen niet aan de wet- en regelgeving. In dit project gaan we daarom samen met de eindgebruikers, softwareontwikkelaars en juridische experts prototypes ontwikkelen van applicaties die het stressniveau kunnen meten, als bruikbaar worden ervaren door de eindgebruikers, en voldoen aan alle wet- en regelgeving. We focussen hierbij op twee gebruikersgroepen: 1) personen die langdurige stress-gerelateerde gezondheidsklachten ervaren en waarbij inzage in het stressniveau onderdeel is van de behandeling, en 2) personen die dementie hebben en daarbij onbegrepen gedrag laten zien, waarbij de zorgprofessionals graag inzage willen in het stressniveau van de betreffende cliënt. Door te werken met deze twee gebruikersgroepen, met verschillende eigenschappen, kunnen er prototypes ontwikkeld worden die maatschappelijk relevant zijn, en na dit project doorontwikkeld kunnen worden voor het gebruik in andere contexten.