Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Er zijn verrassend weinig studies uitgevoerd naar de verschillen in kenmerken tussen starters en overnemers. Internationaal onderzoek wijst uit dat starters de concurrentiekracht van het bedrijfsleven versterken, maar dat zij op lange termijn een negatief effect hebben op de werkgelegenheid. Het zijn vooral de overnemers die een hoge overlevingskans hebben, bijdragen aan innovaties, omzetgroei en de werkgelegenheid.
DOCUMENT
Surviving a burn can dramatically alter a child’s life, yet few studies examined long-term health-related quality of life (HRQL). This study assessed HRQL 5–7 years post-burn in children with mild/intermediate and severe burns and identified associated factors. Parents of children (5− < 18 years) who were hospitalized or had burn surgery between 08/2011 and 09/2012 completed the Burn Outcomes Questionnaire (BOQ). Outcomes were compared between two subgroups: children with mild/intermediate burns (10% (TBSA) burned; (2) aged ≥10 years with >20% TBSA burned; or (3) >5% full-thickness burns). A total of 102 children were included (mean age at survey: 8.4 (3.0) years; mean former TBSA: 7.1%). At a mean of 5.7 years post-burn, many parents rated their child’s health as excellent (46.1%) or very good (35.3%), with few reporting issues with ‘pain’ (2.3%), ‘physical function and sports’ (1.6%), and ‘upper extremity function’ (0.9%). Parents of children with severe burns indicated significantly more problems with ‘appearance’ (89.2% versus 71.5%; p = 0.014) and ‘parental concern’ (94.1% versus 84.8%; p = 0.021). Upper limb burns, facial burns, burn size, length of hospital stay, full-thickness burns, and the number of surgeries predicted poorer outcomes. In general, these findings indicate positive long-term HRQL, though especially children with full-thickness burns and/or surgical interventions face a higher risk of reduced HRQL. The results can be used to inform children and their families about the long-term implications. Furthermore, healthcare professionals can use these insights to identify children at higher risk of poorer long-term HRQL.
DOCUMENT
Aansluiten bij eigen hulpvraag is belangrijk maar ook ingewikkeld. Omdat 1) de timing belangrijk is 2) het niveau waarop doelen geformuleerd worden moet aansluiten bij jongere en gezin/systeem 3) de behandelingsmethodiek ruimte moet bieden om aan te sluiten bij de doelen. Fasering kan hierbij behulpzaam zijn en voorkomen dat het lange termijn perspectief ondergesneeuwd raakt.
DOCUMENT
De laatste decennia woedt de discussie over de vraag of ondernemingen zich uitsluitend op aandeelhouders moeten richten of op alle belanghebbenden, of zij vooral aan de korte of aan de lange termijn moeten denken, anders gezegd of zij het Angelsaksische of het Rijnlandse model moeten hanteren. Dit onderzoek probeert na te gaan hoe het onderscheid tussen deze beide modellen gemeten kan worden. Het lijkt erop, dat het verschil vooral voor de bühne bestaat. Dit suggereert, dat de twee modellen wel gebruik kunnen worden als motivatie, als ideaaltype, maar dat in de praktijk weinig mensen consequent het ene of het andere model aanhangen.
DOCUMENT
Dit rapport is een aanvulling op de de toekomstvisie van het NBTC betreffende het inkomend toerisme in Nederland. Als aanvullende input voor genoemde toekomstvisie heeft het NBTC aan ETFI gevraagd om met behulp van een scenariostudie te komen tot (betere) ramingen van de omvang van het internationaal verblijfsbezoek aan Nederland richting 2030. Een dergelijke studie kan helpen bij het identificeren van onzekerheden en het bepalen van bandbreedtes. De doelstelling was als volgt omschreven: Op interactieve wijze een aantal toekomstscenario’s ontwikkelen die helpen bij het identificeren van onzekerheden en het bepalen van bandbreedtes waarbinnen het internationaal verblijfsbezoek zich op de (middel)lange termijn kan gaan ontwikkelen.
DOCUMENT
In dit review wordt een overzicht gegeven van effect van mobiele applicaties en activity trackers op een gezonde leefstijl. 17 artikelen werden geïncludeerd. De effecten van apps op beweeggedrag lijken positief. Het effect van apps op voeding en gewicht was wisselend. Maar er leek een trend te zijn voor verbetering van het voedingspatroon. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar effect van activity trackers op leefstijl, maar eerste resultaten laten een positieve invloed zien op beweeggedrag. Voor apps aanbevolen kunnen worden, is verder onderzoek nodig. Hiervoor is grootschalig onderzoek nodig met uitgebalanceerde controlegroepen en lange termijn follow-up testen.
DOCUMENT
De Catshuisregeling voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslagaffaire stemt in het geheel niet positief. De doelstelling, een snelle genoegdoening, is voor het merendeel van de ouders buiten bereik. Ouders worden opnieuw vermalen, omdat de regeling geen rechtszekerheid biedt vanwege een gebrek aan heldere beslissingscriteria. De helft van de aanvragen is afgewezen. Met name de ouders met een complex dossier met een schade boven € 30.000 wacht een lange weg naar de Commissie Werkelijke Schade totdat hun werkelijke schade vergoed wordt. Niet duidelijk is welke schade in voldoende causaal verband staat en voor vergoeding in aanmerking komt. Daarbij hebben ouders voldoende rechtsbijstand nodig om hun zaak te onderbouwen, ook dat lijkt nu onvoldoende gewaarborgd. Het kabinet moet daarom met spoed terug naar de tekentafel.
LINK
Er is behoefte aan professionals die hun eigen rol plaatsen in een lange termijn perspectief voor herstel van de leefsituatie van de jongere, zich daarop met elkaar verbinden en zelf maatwerk organiseren om onverwachte wendingen in het grillige verloop van een traject op te vangen. Een nieuwe werkwijze vergt doorontwikkeling via experimenteren en leren in de praktijk. Dat kan alleen succesvol zijn als het samen gaat met gestructureerde gezamenlijke reflectie op de beoogde werkwijze, het vaststellen van verbeterpunten en het monitoren hiervan met indicatoren om te evalueren of de gewenste versterking is bereikt (Donker & Hanrath, 2016).
DOCUMENT
Door het expertiseteam Kennismanagement van de Afdeling onderwijs is in 2002 een notitie uitgegeven waarin het beleidskader voor kennismanagement in Fontys uitgewerkt is. Beschreven wordt wat de huidige en de wenselijke situatie met betrekking tot kennismanagement in Fontys is en welke acties ondernomen moeten worden op de middellange termijn.
DOCUMENT