This chapter discusses educational aspects and possibilities of serious games. For researchers as well as game designers we describe key learning theories to ground their work in theoretical framework. We draw on recent metareviews to offer an exhaustive inventory of known learning and affective outcomes in serious games, and to discuss assessment methods valuable not only for research but also for efficient serious game design. The implementation and design of serious games are outlined in separated sections. Different individual characteristics that seem to be strongly affecting process of learning with serious games (learning style, gender and age) are discussed with emphasis on game development.
MULTIFILE
poster voor de EuSoMII Annual Meeting in Pisa, Italië in oktober 2023. PURPOSE & LEARNING OBJECTIVE Artificial Intelligence (AI) technologies are gaining popularity for their ability to autonomously perform tasks and mimic human reasoning [1, 2]. Especially within the medical industry, the implementation of AI solutions has seen an increasing pace [3]. However, the field of radiology is not yet transformed with the promised value of AI, as knowledge on the effective use and implementation of AI is falling behind due to a number of causes: 1) Reactive/passive modes of learning are dominant 2) Existing developments are fragmented 3) Lack of expertise and differing perspectives 4) Lack of effective learning space Learning communities can help overcome these problems and address the complexities that come with human-technology configurations [4]. As the impact of a technology is dependent on its social management and implementation processes [5], our research question then becomes: How do we design, configure, and manage a Learning Community to maximize the impact of AI solutions in medicine?
Hoe kan in ons land innoveren, werken en leren beter worden verknoopt ten dienste van de grote maatschappelijke opgaven waar we voor staan? NWO, Regieorgaan SIA en Topsectoren hebben het initiatief genomen om meer (praktijkgericht) onderzoek te doen naar zogenoemde Learning communities en de kennis hierover beter te delen. De belangstelling voor Learning communities is enorm gegroeid en nu vaak al een vanzelfsprekend onderdeel van (regionaal-) economisch beleid. De nieuwe samenwerkingsverbanden hebben naar verwachting grote gevolgen voor de toekomst van individuele bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen alsook hun collectieve maatschappelijke impact. De grote maatschappelijke uitdagingen als de energie- en zorgtransitie vragen meer kennis, (menselijk) kapitaal en innovaties. Dit staat centraal in het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MTIB). Vraag daarbij is hoe medewerkers zich (toekomstbehendig) kunnen blijven ontwikkelen en wat de bijdrage van Learning communities kan zijn. Het ‘dichter tegen elkaar gaan organiseren van innoveren, werken en leren’ gebeurt in varianten als: Fieldlabs, Skills labs, Praktijkwerkplaatsen, Living labs, Centres of Expertise (CoE) en Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV). Over de grenzen van de afzonderlijke organisaties, domeinen en professies ontstaan nieuwe leer werkgemeenschappen met alle vragen en effecten vandien. Hoe kunnen we die meerpartijen samenwerkingen beter bouwen, beoordelen, betalen en borgen? Het NWO-onderzoeksprogramma Learning communities omvat onderzoeksprojecten in diverse werkcontexten (logistiek, energie, ICT e.a.). Gemeenschappelijke vraag in het programma: wat zijn de werkzame elementen van zo’n Learning community? Naast kennisontwikkeling door het onderzoeksprogramma wordt ook netwerkvorming gestimuleerd tussen onderzoekers en beleidsen praktijkprofessionals. De overtuiging is dat het potentieel in de driehoek innoveren-werken-leren beter kan worden benut. Voor de versterking van de kennisbasis onder het concept Learning communities hebben wij een inventarisatie gedaan naar benaderingen en zienswijzen. Learning communities worden door ons gepresenteerd als samenwerkingsverbanden tussen organisaties en andere (niet of minder georganiseerde) partijen, die het collectief vermogen vergroten van leren, werken en innoveren. Dit vermogen heeft zowel betrekking op het vermogen van de (beroeps)bevolking om zich aan te passen aan veranderende ONDERZOEKSPROGRAMMA EN NETWERK LEARNING COMMUNITIES 4 beroepen en werkpraktijken als het innovatie- en verdienvermogen van organisaties en bedrijven. We verkennen perspectieven op de inrichting, opbrengsten en de relationele dynamiek in Learning communities. We benadrukken dat Learning communities bestaan uit verschillende actoren, partijen en groeperingen – ook wel praktijken genoemd – en dat juist op de grens tussen deze praktijken geleerd wordt. Een Learning community ontwikkelt zich gaandeweg op verschillende systeemniveaus van samenwerking. We gaan in op het belang van een constructief klimaat van samenwerking waarvoor vaak (proces) begeleiding nodig is. Op basis van de verschijningen, uitkomsten en dynamiek hebben we een aantal kernprincipes gedefinieerd. Wat betreft verduurzaming van de communities pleiten wij voor een andere manier van denken. In plaats van een focus op de bestendiging van een tijdelijke (organisatie)structuur, gaat het dan over het verduurzamen van het proces van samenwerkend leren, werken en innoveren dat in gang is gezet. Ook waardevolle activiteiten en interacties die hun doorwerking of spin-off hebben buiten de Learning community zorgen voor bestendiging en verduurzaming van het samenwerkend leren. De verkenning van de kennisbasis voor de Learning communities heeft ook nieuwe onderzoeksvragen opgeleverd voor academisch en praktijkgericht onderzoek. Naast de verkenning van de kennisbasis heeft een expertgroep Instrumenten gewerkt aan een inventarisatie waarmee de concepten uit de kennisbasis op een praktische wijze kunnen worden vertaald in instrumenten om Learning communities (door) te ontwikkelen. De tips en selectie van instrumenten en aanbevelingen zijn samengebracht rond de verschillende ontwikkelingsfasen van Learning communities te weten starten, ontwerpen, uitvoeren en verduurzamen. Er zijn heel veel instrumenten die ‘facilitators’ van Learning communities en anderen kunnen gebruiken bij het opzetten en begeleiden ervan. Actuele vraag is dus in hoeverre en op welke wijze een digitaal platform het aanbod van - en de vraag naar - dergelijke instrumenten beter bij elkaar kan brengen. Er is daarom een verkenning gedaan naar (het ontwerp van) een digitaal platform vanuit zowel de vraagkant maar ook de aanbodkant van instrumenten (de onderzoekers en ontwikkelaars van instrumenten). Hoe het concept Learning communities verder ‘carrière zal maken’ hangt in belangrijke mate af van de vraag of deze veranderingen in het ‘landschap van leren en innoveren’ beter kunnen worden geborgd dan tot dusver middels projecten (en tijdelijke projectfinanciering). De onderlinge afhankelijkheid tussen bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen wordt hoe dan ook steeds groter en daarmee de noodzaak om samenwerking op een nieuwe en meer duurzame manier te organiseren. De Learning communities-benadering komt ook terug in verschillende recente Groeifondsprojecten en regionaal-economische innovatiestrategieën, wat als een bewijs kan worden gezien van de hoge verwachtingen van de benadering. Met onze ervaringen en inzichten doen wij tenslotte enkele suggesties voor de agendering van het thema in het nieuwe Kennis- en Innovatieconvenant (2024-2027). Wij benadrukken daarbij dat de bestaande Learning communities tot nu vooral (tijdelijke) ‘hulpstructuren’ zijn gebleken die niet hebben geleid tot fundamentele aanpassing van de primaire processen van de ONDERZOEKSPROGRAMMA EN NETWERK LEARNING COMMUNITIES 5 betrokken onderwijsinstellingen, organisaties en bedrijven. Wij verwachten dat in de toekomst de vernetwerking in (regionale) innovatie-ecosystemen meer radicale consequenties gaan hebben voor die ‘staande organisaties’ en de wijze waarop werkend leren wordt georganiseerd, gefinancierd en beoordeeld. Om ons hierop beter voor te bereiden doen wij een aantal aanbevelingen ten behoeve van een nieuwe onderzoeksagenda, professionaliseringsagenda en transitieagenda die verder richting en invulling kunnen geven aan deze maatschappelijke beweging. Een beweging waaromheen de verwachtingen hooggespannen zijn en waaraan wij gezamenlijk middels deze publicatie met plezier een bijdrage hebben geleverd.
In order to achieve much-needed transitions in energy and health, systemic changes are required that are firmly based on the principles of regard for others and community values, while at the same time operating in market conditions. Social entrepreneurship and community entrepreneurship (SCE) hold the promise to catalyze such transitions, as they combine bottom-up social initiatives with a focus on financially viable business models. SCE requires a facilitating ecosystem in order to be able to fully realize its potential. As yet it is unclear in which way the entrepreneurial ecosystem for social and community entrepreneurship facilitates or hinders the flourishing and scaling of such entrepreneurship. It is also unclear how exactly entrepreneurs and stakeholders influence their ecosystem to become more facilitative. This research programme addresses these questions. Conceptually it integrates entrepreneurial ecosystem frameworks with upcoming theories on civic wealth creation, collaborative governance, participative learning and collective action frameworks.This multidisciplinary research project capitalizes on a unique consortium: the Dutch City Deal ‘Impact Ondernemen’. In this collaborative research, we enhance and expand current data collection efforts and adopt a living-lab setting centered on nine local and regional cases for collaborative learning through experimenting with innovative financial and business models. We develop meaningful, participatory design and evaluation methods and state-of-the-art digital tools to increase the effectiveness of impact measurement and management. Educational modules for professionals are developed to boost the abovementioned transition. The project’s learnings on mechanisms and processes can easily be adapted and translated to a broad range of impact areas.
The IMPULS-2020 project DIGIREAL (BUas, 2021) aims to significantly strengthen BUAS’ Research and Development (R&D) on Digital Realities for the benefit of innovation in our sectoral industries. The project will furthermore help BUas to position itself in the emerging innovation ecosystems on Human Interaction, AI and Interactive Technologies. The pandemic has had a tremendous negative impact on BUas industrial sectors of research: Tourism, Leisure and Events, Hospitality and Facility, Built Environment and Logistics. Our partner industries are in great need of innovative responses to the crises. Data, AI combined with Interactive and Immersive Technologies (Games, VR/AR) can provide a partial solution, in line with the key-enabling technologies of the Smart Industry agenda. DIGIREAL builds upon our well-established expertise and capacity in entertainment and serious games and digital media (VR/AR). It furthermore strengthens our initial plans to venture into Data and Applied AI. Digital Realities offer great opportunities for sectoral industry research and innovation, such as experience measurement in Leisure and Hospitality, data-driven decision-making for (sustainable) tourism, geo-data simulations for Logistics and Digital Twins for Spatial Planning. Although BUas already has successful R&D projects in these areas, the synergy can and should significantly be improved. We propose a coherent one-year Impuls funded package to develop (in 2021): 1. A multi-year R&D program on Digital Realities, that leads to, 2. Strategic R&D proposals, in particular a SPRONG/sleuteltechnologie proposal; 3. Partnerships in the regional and national innovation ecosystem, in particular Mind Labs and Data Development Lab (DDL); 4. A shared Digital Realities Lab infrastructure, in particular hardware/software/peopleware for Augmented and Mixed Reality; 5. Leadership, support and operational capacity to achieve and support the above. The proposal presents a work program and management structure, with external partners in an advisory role.
The objective of DIGIREAL-XL is to build a Research, Development & Innovation (RD&I) Center (SPRONG GROUP, level 4) on Digital Realities (DR) for Societal-Economic Impact. DR are intelligent, interactive, and immersive digital environments that seamlessly integrate Data, Artificial Intelligence/Machine Learning, Modelling-Simulation, and Visualization by using Game and Media Technologies (Game platforms/VR/AR/MR). Examples of these DR disruptive innovations can be seen in many domains, such as in the entertainment and service industries (Digital Humans); in the entertainment, leisure, learning, and culture domain (Virtual Museums and Music festivals) and within the decision making and spatial planning domain (Digital Twins). There are many well-recognized innovations in each of the enabling technologies (Data, AI,V/AR). However, DIGIREAL-XL goes beyond these disconnected state-of-the-art developments and technologies in its focus on DR as an integrated socio-technical concept. This requires pre-commercial, interdisciplinary RD&I, in cross-sectoral and inter-organizational networks. There is a need for integrating theories, methodologies, smart tools, and cross-disciplinary field labs for the effective and efficient design and production of DR. In doing so, DIGIREAL-XL addresses the challenges formulated under the KIA-Enabling Technologies / Key Methodologies for sectoral and societal transformation. BUas (lead partner) and FONTYS built a SPRONG group level 4 based on four pillars: RD&I-Program, Field Labs, Lab-Infrastructure, and Organizational Excellence Program. This provides a solid foundation to initiate and execute challenging, externally funded RD&I projects with partners in SPRONG stage one ('21-'25) and beyond (until' 29). DIGIREAL-XL is organized in a coherent set of Work Packages with clear objectives, tasks, deliverables, and milestones. The SPRONG group is well-positioned within the emerging MINDLABS Interactive Technologies eco-system and strengthens the regional (North-Brabant) digitalization agenda. Field labs on DR work with support and co-funding by many network organizations such as Digishape and Chronosphere and public, private, and societal organizations.