Binnen het landelijk opleidingsprofiel met een brede basis en een verplichte profielkeuze (jeugd; zorg; welzijn en samenleving), profileert de Social Work-opleiding van Hogeschool Utrecht zich vanuit een waardenfocus . Voor studenten betekent dit dat zij zich aan het einde van hun opleiding beroepstaken en sociale waarden eigen hebben gemaakt en daarmee een stevige basis hebben om het beroep van sociaal werker te kunnen uitoefenen . Studenten leren dit in kleine leerteams van ongeveer 10 personen . Dit is de (thuis)basis voor hun professionele ontwikkeling . In het leerteam brengen zij hun leerervaringen in uit zogenoemde “werkplaatsen” . Hierin is de nauwe samenwerking tussen beroepsopleiding, beroepspraktijk en ook praktijkonderzoek, in toenemende mate bepalend voor de (hybride) leeromgeving van studenten . Verbinding wordt bevorderd door in de opleiding naast theoretische en praktische kennis ook ervaringskennis, zowel van burgers als van de studenten zelf, in te brengen en aan te bieden .
Een van de thema’s op de kUS agenda van de afgelopen jaren betrof het samenspel tussen professionals en mensen die zich inzetten als mantelzorger of vrijwilliger. Zowel op themabijeenkomsten van het kUS als binnen onderzoeks- en onderwijsprojecten kreeg dit thema veel aandacht. Soms richtte de aandacht zich op het in beeld krijgen van het sociale netwerk, soms op het ondersteunen van de mantelzorger of op de positie van de vrijwilligers. Maar steeds bleef de vraag: hoe werk je nu samen? Want als professional beweeg je je tijdelijk in het leven van mensen die leven met een kwetsbaarheid. Voor de mantelzorger(s) is dat de dagelijkse praktijk. Ook als iemand niet meer thuis woont, is de betrokkenheid, vaak uit liefde, een belangrijke drijfveer voor een goed leven. Dan is de handen ineenslaan van belang voor iedereen
Op donderdag 22 mei 2014 worden in Nederland de verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden. De burger wordt in staat gesteld zijn/haar vertegenwoordiger in dit parlement rechtstreeks te kiezen. Er wordt tegenwoordig veel over Europa gediscussieerd. Dat is op zich een goede zaak. De discussie moet echter wel op een evenwichtige wijze plaatsvinden. Dat is niet altijd het geval. In het publieke debat wordt bijvoorbeeld het bestaan van de economische cisis vaak aan Europa verweten. Ook laten Europa-criticasters veel van zich horen. Daarentegen wordt weinig gehoord van de voorstanders van Europese samenwerking. In die zin is de betekenis van de verkiezingen aanzienlijk. Het is een testcase voor de geloofwaardigheid van het samenwerkingsproces in het algemeen en, belangrijker nog, voor de steun die Europa onder de bevolking geniet in het bijzonder. Mede vanwege de traditioneel lage opkomst voor de Europese verkiezingen (in Nederland in 2009 43,1%) is het goed een genuanceerd debat te stimuleren. Het is om die reden dat het lectoraat European Integration het plan heeft opgevat om naar aanleiding van de verkiezingen van 22 mei een publicatie het licht te doen zien waarin diverse aspecten rond de verkiezingen aan de orde komen, zoals: • Het al dan niet bestaan van een democratisch deficit in Europa; • De behoefte aan een Europese publieke ruimte; • De complexiteit van het besluitvormingsproces van de Europese Unie, in samenhang met de vraag hoe je dat uitlegt aan de burger • Aandacht voor de fundamentele waarden waarop het Europese integratieproces is gebaseerd; • De verantwoordelijkheid van de media bij de berichtgeving; • De betekenis van het Europees Burgerschap. Met deze publicatie hoopt het lectoraat bij te dragen aan een adequate voorlichting over het belang van de Europese verkiezingen. Het lectoraat is ook voornemens, parallel aan het gereedkomen van de publicatie een seminar op De Haagse Hogeschool te organiseren op donderdagmiddag 1 mei. Een openbaar debat met kandidaten voor de verkiezingen volgt op woensdagavond 14 mei in de Aula. Houd de website van het lectoraat www.dehaagsehogeschool.nl/lectoraat-eurint in de gaten! Komt allen en, belangrijker nog, breng uw stem uit op 22 mei!
De recente toename in het aantal bedwantsen in de Westerse wereld leidt ertoe dat steeds meer mensen in contact komen met deze insecten. Vroege detectie is cruciaal voor een snelle bestrijding. Dit is echter lastig door de cryptische leefwijze van de bedwants, en vereist vaak destructieve maatregelen. In dit project onderzoeken HAS Hogeschool en BioMon of het haalbaar is om een bedwantsdetectiekit te ontwikkelen waarmee de aanwezigheid van bedwants DNA in ruimten bepaald kan worden door het nemen van een swab of stofzuigersample. Bovendien wordt onderzocht hoe dit product en deze dienst efficiënt op de markt gezet kan worden.
Kansarme groepen in de samenleving, zoals mensen met een lage sociaal-economische positie, profiteren onvoldoende van gedragsveranderende interventies op het gebied van gezondheid. Dat terwijl de problemen die samenhangen met ongezond gedrag bij hen relatief vaak voorkomen. Onder gezondheidsprofessionals en interventie-ontwerpers is er behoefte aan een helder overzicht van de gedragsveranderende strategieën die aansluiten bij kansarme groepen, maar bewezen werkzame strategieën zijn nog nauwelijks voorhanden. Met name op het gebied van e-health voor gezonde voeding blijft het onderzoek achter. In dit project genereren we zo’n overzicht middels een scoping review (een systematische literatuuranalyse), waarvan we de resultaten toetsen aan experts uit de praktijk. We vormen een nieuw consortium met Hogeschool Utrecht, Voedingscentrum, Pharos, GGD Noord- en Oost-Gelderland, Stichting Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen & Verslaving (IVO) en Open Universiteit. De opbrengst van dit project bestaat uit een overzicht van gedragsveranderende strategieën en onderliggende werkingsmechanismen in interventies gericht op kansarme groepen, getoetst aan de beroepspraktijk. Daarnaast ontstaat een samenwerkingsverband dat de basis vormt voor een bredere vervolgaanvraag, waarin we diepgaand ingaan op het ontwerpen van effectieve interventies voor gezond gedrag gericht op kansarme groepen.