In opdracht van de Gemeente Den Haag en de faculteit ‘Astronomy and Society’ van de Universiteit Leiden, presenteren wij hierbij de evaluatie van het project ‘Studenten voor Educatie’ (hierna te noemen: 'het project'). De evaluatie beoogt bij te dragen aan een duurzame en strategisch partnerschap tussen de gemeente, de basisscholen en Stichting Brede Buurtschool als ook studenten. Samenwerking tussen deze partners staat centraal in het project. Dit project beoogt met gerichte inzet van tutoring door studenten, basisscholen te ondersteunen bij verschillende uitdagingen die zijn veroorzaakt en/of verergerd door de COVID19 -pandemie met langdurige gevolgen, zoals: 1. Leerachterstand—veel leerlingen raken steeds verder achterop in hun academische, creatieve en emotionele ontwikkeling; 2. Werkdruk — de werkdruk voor leerkrachten neemt tegelijkertijd exponentieel toe.
DOCUMENT
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
DOCUMENT
Amsterdam als laboratorium. Dat is wat de drie fieldlabs van de Hogeschool van Amsterdam en vele partners beogen. Laaggeletterdheid, schulden, leerachterstanden of extreme wateroverlast: de stad zit vol taaie vraagstukken die om nieuwe aanpakken vragen. Co-creatie en participatie van bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen zijn het uitgangspunt.
DOCUMENT
PREVENT is één van de 17 gestarte SPRONG-groepen. Binnen ‘SPRONG’ werken onderzoeksgroepen van hogescholen met subsidie van Regieorgaan SIA samen met bedrijven uit de beroepspraktijk, publieke instellingen en/of overheden aan diverse complexe maatschappelijke vraagstukken. Het project heeft de looptijd van 8 jaar en heeft als doel om een krachtige onderzoeksgroep in samenwerking met onderwijs en werkveld op te zetten op een specifiek thema.PREVENT zet in op integrale wijkgerichte preventie in een tijd waarin gezondheid en welbevinden van mensen onder druk staan en er grote maatschappelijke uitdagingen zijn, waaronder:Complexer wordende zorg- en hulp- vragenStijgende kosten, terwijl het huidige gefragmenteerde zorgsysteem en de financieringswijze daarvan een integrale aanpak bemoeilijkt en veel vraagt van zorg-/hulpverleners en (de gezondheidsvaardigheden) van bewoners.Een afname van stabiliteit in bestaanszekerheid voor verschillende kwetsbare groepenEen toename van het aantal mensen met chronische aandoeningenBovengenoemde ontwikkelingen gaan gepaard met stress, angst, somberheid, een ongezonde leefstijl, en/of andere gezondheidsproblemen. Door de coronacrisis is bovendien veel sociale problematiek vergroot (zoals werkloosheid, schulden, leerachterstanden), met als dreigend gevolg een sterkere toename van gezondheidsverschillen in de komende jaren.Brede kijk op gezondheidOndersteuning wordt vaak gefragmenteerd aangeboden: vanuit het gezondheidsdomein, óf vanuit het sociale domein. Het betreft echter steeds dezelfde inwoner(s). De noodzaak in te zetten op integrale wijkgerichte preventie op het snijvlak van gezondheid en welzijn wordt dan ook breed gedragen. De complexe relatie tussen sociale problematiek en gezondheidsvraagstukken onderstreept het belang van een bredere kijk op gezondheid waarbij het erom draait dat mensen meedoen en ertoe doen.
PREVENT is één van de 17 gestarte SPRONG-groepen. Binnen ‘SPRONG’ werken onderzoeksgroepen van hogescholen met subsidie van Regieorgaan SIA samen met bedrijven uit de beroepspraktijk, publieke instellingen en/of overheden aan diverse complexe maatschappelijke vraagstukken. Het project heeft de looptijd van 8 jaar en heeft als doel om een krachtige onderzoeksgroep in samenwerking met onderwijs en werkveld op te zetten op een specifiek thema.PREVENT zet in op integrale wijkgerichte preventie in een tijd waarin gezondheid en welbevinden van mensen onder druk staan en er grote maatschappelijke uitdagingen zijn, waaronder:Complexer wordende zorg- en hulp- vragenStijgende kosten, terwijl het huidige gefragmenteerde zorgsysteem en de financieringswijze daarvan een integrale aanpak bemoeilijkt en veel vraagt van zorg-/hulpverleners en (de gezondheidsvaardigheden) van bewoners.Een afname van stabiliteit in bestaanszekerheid voor verschillende kwetsbare groepenEen toename van het aantal mensen met chronische aandoeningenBovengenoemde ontwikkelingen gaan gepaard met stress, angst, somberheid, een ongezonde leefstijl, en/of andere gezondheidsproblemen. Door de coronacrisis is bovendien veel sociale problematiek vergroot (zoals werkloosheid, schulden, leerachterstanden), met als dreigend gevolg een sterkere toename van gezondheidsverschillen in de komende jaren.Brede kijk op gezondheidOndersteuning wordt vaak gefragmenteerd aangeboden: vanuit het gezondheidsdomein, óf vanuit het sociale domein. Het betreft echter steeds dezelfde inwoner(s). De noodzaak in te zetten op integrale wijkgerichte preventie op het snijvlak van gezondheid en welzijn wordt dan ook breed gedragen. De complexe relatie tussen sociale problematiek en gezondheidsvraagstukken onderstreept het belang van een bredere kijk op gezondheid waarbij het erom draait dat mensen meedoen en ertoe doen.
Een goede taalontwikkeling is voorwaardelijk voor de sociaal/emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Taalachterstanden veroorzaken lees- en leerachterstanden en vergroten kansenongelijkheid tussen kinderen. De centrale missie van Health Holland is het verkleinen van gezondheidsverschillen met 30%. Een goede taalontwikkeling bevordert gezondheid. Door personeelstekorten in de logopedie zijn er lange wachtlijsten ontstaan in de eerstelijnszorg. Kinderen met spraak/taalproblemen moeten inmiddels 6-12 maanden wachten op therapie. Steeds meer praktijken hanteren zelfs een aanmeldstop. De toegankelijkheid van de zorg staat steeds verder onder druk (IZA 2022). Vacatures blijven onvervuld, meer personeel is niet haalbaar, er is een nieuwe manier van werken nodig. In dit KIEM-project gaan we aan de slag met deze nieuwe manier van werken. We willen een netwerk oprichten van innovatieve logopedisten, ouders en kinderen, en ontwikkelaars van nieuwe behandelvormen, zoals mkb-Logoclicks, en de branchevereniging logopedie NVLF. In co-creatie gaan we een probleemanalyse uitvoeren, criteria vaststellen voor oplossingen en een Top-5 ontwikkelen van kansrijke oplossingen. Het nieuwe consortium beschikt over een grote betrokkenheid en deelname van relevante stakeholders (mkb-Logoclicks, mkb-logopediepraktijken, oudervereniging FOSS, NVLF). Concrete resultaten van deze KIEM aanvraag zullen zijn: (1) Analyse van de wachtlijstproblematiek binnen eerstelijns-logopediepraktijken voor kinderen met spraak/taalproblemen, (2) Criteria voor kansrijke oplossingen volgens ouders, logopedisten in eerste en tweede lijn, innovatie-MKB, logopedist-onderzoekers, (3) Een Top-5 van kansrijke oplossingen voor wachtlijstproblematiek volgens genoemde stakeholders. Ons consortium willen we consolideren om samen toe te werken naar een RAAK-mkb projectaanvraag om de kansrijke oplossingen verder uit te werken.