Inclusief onderwijs streeft ernaar om leerlingen met onderwijszorgbehoeftes in het regulier onderwijs te houden. Om voor deze leerlingen een passend onderwijszorgaanbod te realiseren, is interprofessionele samenwerking tussen de leerkracht en de jeugdhulpverlener nodig. Er is echter nog onvoldoende bekend over interprofessionele samenwerking in het primair onderwijs en wat hierin belemmerend of bevorderend werkt. In deze overzichtsstudie gaan we in op de thema’s die naar voren komen in de literatuur over deze samenwerking. We gebruiken hiervoor drie invalshoeken: het interprofessioneel handelen, het pedagogisch-didactisch handelen en de organisatorische factoren. Op basis van de analyse van 47 studies over interprofessioneel samenwerken hebben we een raamwerk opgesteld met samenhangende thema’s en de daarbij horende knelpunten en succesfactoren. Het raamwerk biedt mogelijkheden om praktijken te onderzoeken en voor onderwijs- en opleidingspraktijk om in kaart te brengen waar de knelpunten en succesfactoren binnen hun eigen samenwerking liggen. Hiermee kan een verbeterplan worden opgesteld.
DOCUMENT
Intreerede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de positie van lector Vitale Vakdidactiek aan NHL Stenden Hogeschool op vrijdag 15 november 2019 door dr. Siebrich de Vries
DOCUMENT
Verzamelde werken van leerling-docent-interactie bij schrijven in de vakken: een ontmoeting tussen wetenschap en praktijk. In: Evers-Vermeul, J. e.a. (Red). Schrijven is een effectief middel om te leren, en vindt plaats in alle vakken. Hoe kunnen taal- en vakdocenten door interactie en feedback bijdragen aan het schrijfproces en -resultaat van hun leerlingen? Hoe kunnen leerlingen en studenten leren om adequate school- en vaktaal te gebruiken en hun tekst goed te structureren? Taalgericht vakonderwijs biedt mogelijkheden om leerlingen zich deze vaardigheden eigen te laten maken. Expliciete instructie en op de leerling afgestemde feedback zijn hierbij essentieel, oftewel: de interactie tussen docent en leerling speelt een belangrijke rol.
LINK
Het lerarentekort geeft alle aanleiding om aandacht te besteden aan de begeleiding van startende leraren. We kunnen het ons immers niet veroorloven om jonge starters te verliezen doordat ze in de eerste fase van hun beroep overvraagd worden. Maar bovendien, er is ook het belang van de leerling.
LINK
Het TEACCH-curriculum (Mesibov, Shea, & Schopler, 2004) beschrijft autisme als een andere cultuur, zoals het de manier bepaalt waarop mensen denken, voelen en zich gedragen. In dit onderzoek heb ik dit vertaald naar ‘de wereld van autisme’. Mensen met autisme hebben ‘vertaling’ nodig om te kunnen begrijpen en begrepen te worden. Ik heb het model van de ijsberg (MCClelland) gebruikt om aan te geven dat ‘niets is wat het lijkt’. Aan het gedrag wat je ziet (de top van de ijsberg) liggen vele oorzaken ten grondslag (onder de waterspiegel). Om een leerling met autisme te kunnen ‘verstaan’, en een aansluiting te kunnen maken waar hij nodig is, moet je onder de waterspiegel kijken. Om professionals in de praktijk op het STIP VSO Utrecht deze vertaling te bieden, ben ik op zoek gegaan naar antwoord op de volgende vraag: Op welke manier kunnen de unieke behoeften, beperkingen en kwaliteiten van elke leerling met autisme en een verstandelijke beperking op het STIP VSO overzichtelijk in beeld gebracht worden, zodat deze informatie toegankelijk is voor de professionals die met deze leerlingen werken? Eén van de uitkomsten van dit onderzoek is de ontwikkeling van een pASSpoort. In de keuze voor relevante aspecten, invulling en vormgeving van dit pASSPoort heb ik, gesteund door een stevig theoretisch kader, praktijkonderzoek gedaan op vier scholen voor (V)SO-ZMLK. Op het STIP VSO Utrecht heb ik het kernteam, de leerkrachten en diverse onderwijsprofessionals, waaronder een aantal ouders van leerlingen met ASS en VB, bevraagd. Het (h)erkennen van de andere wereld, het andere (be)leven, van een leerling met ASS en VB, ondersteund door dit pASSpoort, zal veel over (of onder-)vraging, en hierdoor stress, voorkomen.
DOCUMENT
Schrijven is een effectief middel om te leren, en vindt plaats in alle vakken. Hoe kunnen taal- en vakdocenten door interactie en feedback bijdragen aan het schrijfproces en -resultaat van hun leerlingen? Hoe kunnen leerlingen en studenten leren om adequate school- en vaktaal te gebruiken en hun tekst goed te structureren? Taalgericht vakonderwijs biedt mogelijkheden om leerlingen zich deze vaardigheden eigen te laten maken. Expliciete instructie en op de leerling afgestemde feedback zijn hierbij essentieel, oftewel: de interactie tussen docent en leerling speelt een belangrijke rol.
DOCUMENT
Dit onderzoeksinstrument heeft als doel om de (ervaren)interprofessionele samenwerking tussen onderwijs- en jeugdhulpprofessionals in kaart te brengen. Interprofessioneel samenwerken is belangrijk om leerlingen met een ingewikkelde zorgvraag goed te ondersteunen, zowel op beleids- als uitvoeringsniveau. Interprofessioneel samenwerken is een vorm van samenwerking waarbij professionals met diverse achtergronden gezamenlijk zorg dragen voor de ondersteuning van leerlingen. Met ‘diverse achtergronden’ wordt gedoeld op een professional van een andere sector (onderwijs / jeugdhulp) dan waar u zelf werkzaam in bent. Het gaat om een samenwerking waarin met en van elkaar geleerd wordt.Met behulp van een Q-sort wordt in kaart gebracht wat de balans is tussen ervaren knelpunten en succesfactoren in de interprofessionele samenwerking. Door kaartjes met onderwerpen te sorteren, wordt duidelijk waar de persoonlijke prioriteiten liggen. Omdat u moet nadenken over de mate waarin u de tekst op het kaartje als een knelpunt of succesfactor ervaart en daarin keuzes moet maken, wordt u zich meer bewust van de samenwerking in uw eigen praktijk. De q-sorteringen van een heel team of netwerk geven aanwijzingen om de praktijk (samen) een impuls te geven.
DOCUMENT
Sport Education (SE) is een didactisch model dat ontwikkeld is om alle leerlingen op school binnen de LO ‘echte’ en vooral prettige sportervaringen op te laten doen. Ondanks het feit dat dit model met name ontwikkeld is op basis van de Amerikaanse situatie, waarin de toegang tot sportclubs en -verenigingen niet voor ieder kind vanzelfsprekend is, is het model ook voor de Nederlandse LO-context bruikbaar. In dit artikel wordt deze meerwaarde verder uiteengezet.
DOCUMENT
Persoonsvorming in het onderwijs staat recent sterk in de belangstelling. Het wordt door velen gezien als een cruciaal element van goed onderwijs. Maar er zijn ook vragen. Wat is persoonsvorming nu precies? Hoe geef je er als leraar vorm aan in de praktijk van het klaslokaal? Voor welke uitdaging staat een schoolleider die met persoonsvorming aan de slag gaat? Dit boek beschrijft de praktijk van een school die persoonsvorming als vak heeft ingevoerd. Het biedt geen defi nitief antwoord op deze vragen, maar reikt ervaringen, theoretische kaders en reflecties vanuit het perspectief van leraar en leerling aan, die andere leraren en schoolleiders kunnen inspireren om zelf bewust met persoonsvorming in hun onderwijs aan de slag te gaan.
DOCUMENT