Leerlingbegeleiding wordt veelal omschreven als het geheel van activiteiten binnen de school, dat erop gericht is leerlingen optimaal van het onderwijs te laten profiteren. Hoewel leerlingbegeleiding gerelateerd is aan discussies over de pedagogische functie van de school (waarom en hoe onderwijzen en begeleiden we leerlingen?), wordt zij momenteel toch vooral omschreven in organisatorische termen (wie doet wat wanneer?). Vanuit het idee om meer preventief te werken wordt veelal gesproken over integratie van het onderwijssysteem en het begeleidingssysteem: geontegreerde leerlingbegeleiding of tegenwoordig ook integrale leerlingbegeleiding. In dit artikel wordt dit integratie-begrip verwarrend genoemd, zeker wanneer gesteld wordt dat onderwijs en begeleiding hetzelfde zijn. Wij spreken liever van begeleidend onderwijs als overkoepelend doel voor zowel de leerlingbegeleiding als het onderwijs in de klas. Voorgesteld wordt leerlingbegeleiding te blijven benoemen als aparte discipline in de school, maar de functie en taak daarvan te herdefinikren Het zou moeten gaan om ontwikkelingsgerichte leerlingbegeleiding, primair gericht op de ondersteuning van docenten bij het realiseren van begeleidend handelen in de klas. Begeleidend onderwijs (1) is gericht op de ontwikkeling van de sociale, persoonlijke in intellectuele vorming van alle leerlingen, (2) waardeert individuele verschillen en stimuleert de zelfverantwoordelijkheid van leerlingen en (3) vindt plaats in een schoolklimaat dat de behoeften van alle leerlingen respecteert. In dit artikel wordt aangegeven hoe ontwikkelingsgerichte leerlingbegeleiding daaraan kan bijdragen.
DOCUMENT
Gebruik van normgerefereerde teste als uitgangspunt voor leerlingbegeleiding
DOCUMENT
Wat is leerlingbegeleiding?, Hoe verhoudt leerlingbegeleiding zich ten opzichte van andere taken van de school? Hoe kan men leerlingbegeleiding verbeteren? In scholen voor secundair onderwijs leven veel vragen over leerlingbegeleiding. Vaak houden die vragen verband met de aanpak die gevolgd kan worden om op die vragen een antwoord te geven. Toepassing van nieuw geleerde - door anderen ontwikkelde - kennis blijkt vaak teleurstellend. Docenten met begeleidende taken hebben behoefte aan een aanpak waarbij hun eigen praktijkkennis erkend wordt en waarbij zij gestimuleerd worden deze praktijkkennis verder te ontwikkelen. Een aanpak die betrokkenen uitdaagt tot het denken en doen over de grenzen van hun eigen routines en gewoontes heen. Dit boek laat aan de hand van vele praktische voorbeelden zien hoe docenten en lerarenopleiders in internationale project TRIO samenwerkten om op hun vragen een antwoord te vinden. Zij gingen daarbij uit van een nieuwe, ontwikkelingsgerichte visie op leerlingbegeleiding in de vier betrokken landen (Nederland, Rusland, Amerika en Engeland). Het 'op zoek gaan' hield in: actief en onderzoeksmatig de eigen situatie in kaart brengen en systematisch nadenken over mogelijke oplossingen. De in dit boek gegeven praktische voorbeelden zijn ingebed in meer theoretische beschrijvingen van leerlingbegeleiding in de vier deelnemende landen en een meer theoretische beschrijving van de onderzoeksmatige methode om het eigen handelen in de praktijk te begrijpen en te verbeteren. Op basis van de ervaringen worden tenslotte beroepskenmerken van de begeleidende docent aan de orde gesteld.
DOCUMENT
Zeker in een tijd waarin steeds meer pubers psychisch kwetsbaar zijn, is het zaak om hun eerste vertrouwenspersonen op VO-scholen optimaal toe te rusten om ook daadwerkelijk die vertrouwenspersoon te kunnen zijn. Dat vraagt om professionalisering bij alle schoolbesturen en op alle scholen waar dat nog onvoldoende gebeurt. Door gericht cursusaanbod, door mogelijkheden voor reflectie en intervisie, door het mogelijk maken van uitwisseling over leerlingen tussen mentoren die elkaar opvolgen in de begeleiding van groepen en door actieve steun vanuit de zorgstructuren op scholen. En door daartoe via het scheppen van adequate randvoorwaarden aan bij te dragen. Daartoe zijn bestuurders en directies aan zet, en daartoe roepen wij hen met kracht op.
MULTIFILE
Wanneer wij een praktisch probleem willen oplossen, dan doet zich onmiddellijk de vraag voor naar methoden en strategiekn die we daarbij zullen gebruiken. Het belangrijkste criterium dat wij over het algemeen zullen hanteren is de mate waarin de gekozen methoden en strategiekn geschikt zijn om onze doelen te bereiken. In het dagelijks leven kiezen we onze methoden en strategiekn vaak op basis van routines of op basis van impliciete ideekn over wat wel en niet juist is en wat wel en niet zal werken. In ons professionele leven hebben we echter behoefte aan meer weloverwogen keuzes op basis van expliciete verwachtingen met betrekking tot wat wel en niet juist is en wat wel of niet zal werken. Wij hebben behoefte aan inzicht in en kennis over onze praktijk. In dit artikel beschrijven wij een benadering waarmee docenten hun routines en impliciete ideekn voor zichzelf en voor anderen zichtbaar kunnen maken, om vervolgens daarop te reflecteren en te handelen. Het gaat daarbij om actieonderzoek als professionaliseringsstrategie. Binnen deze benadering vormt reflectie een basis om (1) het inzicht in en kennis over belangrijke thema's met betrekking tot de eigen onderwijspraktijk te vergroten en (2) de eigen onderwijspraktijk te veranderen.
DOCUMENT
Dit rapport omvat de resultaten van het jaarlijkse onderzoek naar de leerlingbegeleiding in het voortgezet onderwijs en de samenwerking tussen de leerlingenzorg van scholen, samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs en instellingen uit het (speciaal) onderwijs, het welzijnswerk, de jeugdzorg, de (geestelijke) gezondheidszorg en de politie. Het Nederlands Jeugdinstituut volgt jaarlijks de stand van zaken in Nederland op dit terrein. Opdrachtgever van dit onderzoek is het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
DOCUMENT
Achtergrond en theorie van het SchoolloopbaanVolgSysteem ontworpen door het IVBO team van de PTH
DOCUMENT
Achtergrond en ontwikkeling leerlingvolgsystemen
DOCUMENT
Jonge mensen hebben steeds meer behoefte aan loopbaancompetenties. Dat vraagt van docenten dat ze zich anders gaan opstellen. Want zij praten nog steeds te veel tegen leerlingen in plaats van met leerlingen.
DOCUMENT