Background: Main goal of the SPEACHProject is to increase awareness andbehavioural change regarding HEPAin sport professionals and Europeancitizens. To achieve this, HEPA relatededucational modules are beingdeveloped based on the wishes andneeds of current and future physicaleducation (PE) teachers and sportcoaches. This developmental processis based on a multi-step needs analysisincluding data from seven Europeancountries. Results from the needsanalysis are presented. Methods: A three-step strategy wasconducted: 1) data was collected onthe knowledge, interest and attitudesof future sport coach and physicaleducators, the students, in relation toHEPA via a digital survey; 2) input oncurrent organisational perspectives,as to the integration of HEPA relatedmodules into existing educationalstructures, was collected throughinterviews with representatives ofkey national organisations fromthe sport coaching and/or PEsector; 3) input was collected viaa focus group with key experts. Results: A total of 660 studentswere included and the following HEPA themes were deemed most important and relevant: changing behaviour; personal leadership; physical activity for special target groups; health policy; testing &prescription; nutrition. Students stated that the optimal curriculum should focus on: practice oriented learning; training-, group- and classroombased learning; internship; involving/reflective learning. Importantly, both content areas and learning methods must be defined in accordance with the knowledge, skills and competences students need to build.Discussion: Opportunities should be given to develop professional communication skills and pedagogic competences enabling students to support and coach various target groups to acquire an active and healthy lifestyle. A strong recommendation from the focusgroup meeting was that the developed modules should be flexible and differentiated from master to vocational level. Implications: The SPEACH/HEPAmodules should be thematic and integrated in nature meaning that several content themes need to be included. Regarding the didactics, a mixed method should be promoted including forms like: training, internship, group- and classroom based teaching. Finally, the modules should be flexible and offer differentiated levels so they can be implemented at vocational,bachelor as well as master level.
DOCUMENT
Grant legt de nadruk op de verschillen tussen docenten bij het behandelen van een onderwerp. Die verschillen bestaan als het gaat om de inhoud en de didactische aanpak van de stof. Het onderwerp waarbij Grant dit onderzocht was de burgerrechtenbeweging in de V.S. vanaf de jaren ‟50. Grant heeft twee doelen met zijn artikel. Ten eerste wil hij kijken naar hoe docenten denken over de stof en hun mening over de mogelijkheden van scholieren om te begrijpen waarom ze een bepaalde leermethode toepassen. Daarnaast wil hij de gevolgen die dit heeft voor onderwijsbeleid en professionele ontwikkeling van docenten in kaart brengen. Hoe docenten denken over een bepaald onderwerp en hoe zij denken over de mogelijkheden van hun leerlingen heeft volgens Grant gevolgen voor de door de docent in de les gehanteerde onderwijsmethode. De standplaatsgebondenheid van de docent wordt onder andere bepaald door de visie van de docent op de stof en op zijn leerlingen
DOCUMENT
Anne4Care is een virtuele assistent ontwikkeld door Virtual Assistant BV. Zij biedt ondersteuning aan mensen met cognitieve problemen bij het behouden van dagstructuur, het onderhouden van sociale contacten en uitvoeren van betekenisvolle dagactiviteiten. De instructiematerialen zijn in de Nederlandse taal beschikbaar en gericht op gebruikers met een Nederlandse achtergrond. Anne4Care wordt op dit moment geïmplementeerd bij een dagbesteding van IMEAN Care in Almelo voor migrantenouderen. IT-professionals van Anne4Care en de zorgprofessionals van de dagbesteding van IMEAN hebben behoefte aan instructiematerialen en leermethoden die aansluiten op de behoeften van de groep migrantenouderen. Met als doel de introductie, acceptatie en het gebruik van Anne4Care zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Dit zal resulteren in een betere ondersteuning van migrantenouderen en daarmee sociale inclusie en zinvolle dagbesteding bevorderen. Het consortium bestaat uit mbk-partners IMEAN Care (praktijk) en Virtual Assistant BV (technologieontwikkelaar) en de lectoraten Technology, Health & Care en Verpleegkunde van hogeschool Saxion. Samen met eindgebruikers (migrantenouderenouderen, hun mantelzorgers en zorgprofessionals) worden instructiematerialen en leermethoden ontwikkeld voor het gebruik van Anne4Care. Op basis van (1) observationeel en (2) literatuuronderzoek wordt een programma van eisen opgesteld. Vervolgens worden in co-creatie met eindgebruikers de instructiematerialen en leermethoden ontwikkeld en geëvalueerd. Tot slot zal virtuele assistent Anne4Care zelf een rol krijgen als instructrice waarbij een onboarding faciliteit wordt gecreëerd. De resultaten van dit project zijn: - Programma van eisen waaraan de instructiematerialen en leermethoden aan moeten voldoen - Instructiematerialen en leermethoden passend bij de wensen en behoeften van migrantenouderen, hun mantelzorgers en zorgprofessionals - Onboarding faciliteit op de tablet: Anne4Care als ‘instructrice’ in eigen (Turkse) taal - Inzicht in het gebruik en het gemak van Anne4Care en de instructiematerialen - Inzicht in de invloed van de instructiematerialen en leermethoden op het gebruik van Anne4Care.
Een substantiële groep jongeren en jongvolwassenen ondervindt ernstige problemen vanwege hun licht verstandelijke beperking (LVB). Naast een laag IQ en beperkt aanpassingsvermogen betekent het hebben van een LVB vaak ook dat er op andere leefgebieden beperkingen zijn. Beperkte impulscontrole is een centraal kenmerk van LVB, en vandaaruit – in combinatie met andere factoren – ontwikkelen zich problemen zoals verslaving of agressief gedrag. Dit heeft gevolgen voor de veiligheid van cliënten en medewerkers in de residentiele (jeugd)zorg en het heeft daarnaast een negatief effect op de behandeling en participatie in de maatschappij. Met name de gevoeligheid van deze jongeren en jongvolwassenen voor sociale druk (peer pressure) draagt bij aan deze problematiek. Beschikbare trainingen en therapieën gericht op het vergroten van sociale weerbaarheid tegen peer pressure sluiten vaak onvoldoende aan op de beleving, motivatie, leermethoden en informatieverwerking van jongeren en jongvolwassenen met een LVB en hebben daardoor niet altijd het gewenste resultaat. Daarnaast laat de generalisatie van het geleerde naar het dagelijks leven vaak te wensen over. De residentiële jeugdzorg ziet de samenwerking met de creatieve industrie als noodzakelijk om innovatieve therapeutische interventies te ontwikkelen die beter aansluiten op de beperkingen van deze doelgroep. Dit project zet daarvoor een eerste stap om Virtual Reality (VR) in te zetten om weerbaarheid tegen peer pressure bij jongeren/jongvolwassenen te verbeteren en uiteindelijk een effectieve behandelmethode te ontwikkelen. Doel van het project is tweeledig: enerzijds een participatief ontwerptraject voor een VR-film die ingezet kan worden binnen de bestaande behandeling, gebaseerd op wensen, ervaringen en input van de doelgroep; ook een kleinschalige evaluatie van de haalbaarheid van de VR-film als therapeutisch interventiemiddel maakt deel uit van dit project. De VR-film en de pilot dienen als onderbouwing voor de aanvraag van verdere onderzoeksgelden. Anderzijds dient dit project als verkenning van de mogelijkheden voor samenwerking in ontwerpend onderzoek in een nieuw netwerk, waarvan de kern bestaat uit de Hogeschool Utrecht, Pluryn / Intermetzo, en ontwerpbureau Coolminds.