In Breda, Den Bosch en Helmond worden transitiehubs opgericht. Een spannende naam voor een samenwerkingsverband tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven om een leven lang ontwikkelen (LLO) te stimuleren. In Helmond gaat Fontys leermodules ontwikkelen voor mensen die werkzaam zijn in de batterijtechnologie. ‘Hiermee willen we de energietransitie een slinger geven.’
LINK
-
DOCUMENT
In 2000 besluiten de Europese regeringsleiders in Lissabon dat Europa in 2010 de meest concurrerende economie van de wereld moet zijn. Om dat te bereiken moet Europa een kenniseconomie worden. Om een kenniseconomie te realiseren, moeten meer mensen een zo hoog mogelijke opleiding voltooien én hun leven lang blijven leren. Voor het beroepsonderwijs dus de taak om van zo veel mogelijk leerlingen hun talenten te ontwikkelen en hen voor te bereiden op het leren na de school. Al in 2001 stelt de commissie Doorstoomagenda, die is ingesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, dat kwalificatiewinst te behalen is door een combinatie van verbeteren van rendement en vergroten van doorstroom in het beroepsonderwijs (Commissie Doorstroomagenda, 2001). Een voorwaarde hiervoor is het centraal stellen van de loopbaan van de deelnemers. Dat betekent dat er vorm moet worden gegeven aan een optimale (school)loopbaanontwikkeling en -begeleiding. Echter, in 2006 concludeert de Stichting Kennisland in de Kenniseconomie Monitor 2006, dat het in Nederland nog niet best is gesteld met de kenniseconomie: "De mogelijkheden voor 'een slim land' worden lang niet optimaal benut en Nederland doet nog steeds te weinig aan innovatie. Vooral op het gebied van onderwijs is er nog veel winst te halen."
DOCUMENT
MKB-fysiotherapeuten brengen tijdens het eerste consult de cliënt in kaart en bouwen een relatie op met de cliënt. Voor mensen met een chronische aandoening is deze cliënt-therapeut relatie belangrijk omdat deze voorspellend is voor therapietrouw, het effect van de behandeling en, op de langere duur, de gezondheid van de cliënt en therapeut. Cliënten met chronische klachten vinden het lastig de eigen gedachten over klachten over te brengen aan de therapeut. Als de cliënt daarnaast ook moeite heeft met het begrijpen van de vragen en informatie van de therapeut kan dat leiden tot het gevoel niet begrepen te worden. Als bovendien de therapeut deze beperkte gezondheidsvaardigheden niet herkent kan dit leiden tot een onvolledig biopsychosociaal beeld van de cliënt, onvrede over de communicatie en keuze van de behandeling. MKB-fysiotherapeuten geven aan beperkte gezondheidsvaardigheden tijdens de eerste ontmoeting niet te herkennen en missen communicatiestrategieën en middelen ter verbetering van de communicatie. Bekende communicatiestrategieën en middelen zijn vooral onderzocht in de medische setting en niet direct toepas-baar in de fysiotherapeutische context. MKB-fysiotherapeuten vragen dan ook hulp bij het ontwikkelen van nieuwe- en door ontwikkelen van bestaande communicatiestrategieën en middelen specifiek voor de fysiotherapeutische context ter ondersteuning van de communicatie bij cliënten met een chronische aandoening en beperkte gezondheidsvaardigheden. Dit onderzoek volgt de stappen van intervention mapping vanuit de unieke fysiotherapeutische situatie met een vaste kerngroep MKB-fysiotherapeuten, cliënten met een chronische aandoening en beperkte gezondheidsvaardigheden, docent-onderzoekers en designers. Er is behoefte aan patiëntgerichte com-municatiestrategieën en middelen met als doel deze te evalueren en te implementeren(stap 1-2), Tijdens de ontwerpfase zullen bestaande communicatiestrategieën en middelen worden aangepast voor de fysio-therapeutische context en eventueel nieuwe strategieën en middelen ontwikkeld worden in 3 design-cycli(stap 3-5). Implementatie vindt plaats binnen onderwijs en MKB-fysiotherapeuten waarbij de haalbaarheid wordt geëvalueerd middels een feasibility study(stap 6).
Om op innovatieve manier te kunnen inspelen op de maatschappelijke uitdaging van transitie naar een gezond en duurzaam landschap, zoeken landschapsontwerpbureau Sight Landscaping en veldbiologisch onderzoeksbureau Faunatech alternatieve manieren om het landschap en de biodiversiteit daarin te beleven. Het Sense Ecology onderzoeksproject start vanuit een nieuw samenwerkingsverband tussen MKB Sight Landscaping, Faunatech en geitenhouderij Ter Veen. Het betreft een onderzoek naar co-created leer- en praktijkmodules binnen de experimentele leeromgeving, het fieldlab, dat middels dit project zal worden ontwikkeld. De activiteiten zullen plaatsvinden op een buitenlocatie van Terra, het SuikerTerrein in Groningen, waar ruime ervaring is opgebouwd met praktijkgericht onderzoek. Dit samenwerkingsverband met de creatieve sector zal mede middels het onderzoeksprogramma een structureel karakter krijgen. De verwachting is dat de samenwerking bouwstenen zal aanleveren voor nieuwe praktijktoepassingen, zoals vernieuwende groenontwerpen of technologische applicaties gericht op ecologische, esthetische en zintuiglijke ervaring van de bezoeker en/of consument; duurzame kennisontwikkeling en praktische, vernieuwende leermodules voor zowel de praktijkpartners, als MBO en HBO onderwijs, waarbij nadruk ligt op de ontwikkeling van transitievaardigheden; en dat voorgenomen activiteiten, waaronder kennisbijeenkomsten, expositie, en hands-on workshops met kunstenaars, landschapsarchitecten en ecologen, zal leiden tot netwerkverbreding in de regio. Sense Ecology wordt als een langdurig onderzoeksprogramma ontwikkeld door Laura Boomsma en Dr. Judith van der Elst binnen het kader van de Kenniskring Kunst & Samenleving, lectoraat Kunst & Duurzaamheid van de Hanzehogeschool Groningen, in samenwerking met Terra MBO. De nieuwe onderzoekslijn heeft als doel om zintuiglijke waarneming van de omringende omgeving te verrijken middels artistiek gedreven methoden. Het kijkt ook naar de rol van kunst en technologie in het gewaar- en bewustworden van, voor de mens vaak, onzichtbare ecologische systemen. Hiermee beantwoordt het de vraag vanuit de samenleving om meer aandacht te besteden aan leefbaarheid en gezondheid van onze leefomgeving.
Het RAAK-mkb project Smart Mobility is uitgevoerd door het lectoraat Automotive Control van Fontys hogeschool Automotive Engineering. Binnen het project is een living lab ontwikkeld voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van autonoom en coöperatief rijden. Omdat het lectoraat in het voorjaar van 2015 is gestopt, is verdere ontwikkeling van dit living lab voor onderwijs en onderzoek moeizaam verlopen. Met dit project is het mogelijk het living lab verder in te zetten voor onderwijsdoeleinden binnen het curriculum van Automotive Engineering en in kaart te brengen van de mogelijkheden voor vervolgonderzoek in samenwerking met de beroepspraktijk bij het lectoraat Future Power Train. Het living lab bestaat uit een auto (Toyota Prius) voorzien van sensoren, instrumentatie en controlesystemen waarmee de autonome en coöperatieve rijfuncties gerealiseerd kunnen worden. Het living lab wordt nu reeds gebruikt als development platform voor een studententeam van HBO en TU studenten (www.ateam.nl). Het Top-up project maakt het mogelijk dit living lab ook in het tweede leerjaar in te zetten als leermiddel.