Het spreken van personen die broddelen of spreekproblemen ervaren ten gevolge van leermoeilijkheden vertonen overeenkomsten en verschillen die een indruk kunnen geven over de onderliggende linguistische processen
DOCUMENT
Taalproductieverstoringen in kinderen die broddelen of leermoeilijkheden hebben leiden tot een hoge frequentie normale niet-vloeiendheden. De vraag in deze studie was of het type normale niet-vloeiendheden in de kinderen die broddelen veroorzaakt werden door andere onderliggende causaliteit dan bij kinderen met leermoeilijkheden. Resultaten zijn verwerkt in het model van Levelt.
DOCUMENT
De checklist broddelkenmerken is toegepast op een populatie (n=354) niet-vloeiend sprekende kinderen, kinderen met leermoeilijkheden en controles in de leeftijd 10;6 -12;11 jaar. Een aangepaste versie inclusief normering met diagnostische waarde is het resultaat
DOCUMENT
DOCUMENT
In deze lectorale rede worden allereerst een aantal belangrijke ontwikkelingen geschetst, zoals die plaatsvinden in educatieve praktijken. Het gaat dan om toenemende globalisering en de daarmee gepaard gaande demografische, sociale en economische veranderingen, de transitie van een medisch model van kijken naar kinderen en jongeren met gedragsproblemen en leermoeilijkheden naar een sociaal model, en de professionaliteit van leerkrachten die onder druk is komen te staan. Wat betekenen deze voor het denken over professionaliteit en welke doelstellingen komen daaruit voort voor het lectoraat Professionele waarden in kritische dialoog? In het tweede deel wordt ingegaan op verschillende opvattingen over professionaliteit: de autonome, reflectieve, normatieve en democratische professionaliteit. Al deze opvattingen zijn belangrijk voor de professionele ontwikkeling van leerkrachten anno 2010, maar de laatste twee zijn de belangrijkste daarin. In deel drie zet ik in het verlengde van de opvattingen over normatieve en democratische professionaliteit de drie pijlers voor dit lectoraat uiteen: relationele agency, waarden, en kritische dialoog. Deze vormen de grondslag voor het werkprogramma van het lectoraat, dat in het laatste deel aan de orde komt.
DOCUMENT
Dit artikel besteed aandacht aan de context en omstandigheden van het werken aan een internationaal onderwijsproject, in dit geval gericht op verbetering van het onderwijs in Turkije ten behoeve van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. In dit project lag de nadruk op kwaliteitsverbetering, het bieden van gelijke onderwijskansen aan kinderen en jongeren met een beperking of handicap en het streven naar integratie van deze leerlingen in het reguliere onderwijs. Het project paste in de ondersteuning die Turkije krijgt vanuit de EU om op termijn te voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden aan toetreding tot de EU. In dertien regio's zijn pilots opgezet met het doel kleinschalige onderwijsveranderingen en -vernieuwingen te realiseren, die als voorbeelden van good practice zouden kunnen dienen voor andere regio's.
DOCUMENT
Het bètatechnisch bedrijfsleven en de bètawetenschappen zijn voortdurend in ontwikkeling. Bovendien hebben zij zichtbaar en onzichtbaar invloed op het leven van alledag. Op bètadocenten rust de boeiende taak om leerlingen te laten zien welke betekenis bèta, ook buiten de context van het onderwijs, heeft. Het blijkt bovendien een uitdaging om die taak te verenigen met de robuuste vakstructuur die elk van de bètaschoolvakken kenmerkt. Lerarenopleidingen helpen om bètadocenten (in opleiding) een verfijnd 'vakbeeld' (d.w.z. een genuanceerde visie op het vak) te ontwikkelen. Het lectoraat bètadidactiek heeft daarbij als doel om kennis te verwerven over visies van bètadocenten op hun vakken en deze kennis in te zetten in de praktijk van de lerarenopleiding en in samenwerking met docenten in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
Geen samenvatting
DOCUMENT
Elk jaar verlaten veertigduizend kinderen de reguliere basisschool met een leesachterstand van twee jaar of meer. In het speciaal basisonderwijs bereikt de gemiddelde leerling een leesniveau tussen groep vier en vijf van het basisonderwijs. Eenmaal opgedane leesachterstand blijkt zeer moeilijk in te lopen te zijn. Remediëren is in die situatie uiterst gecompliceerd en weinig succesvol. Slechts een kwart van de leerlingen die in groep 5 tot de zwakke lezers behoort, slaagt erin deze achterstand in te halen (Grossen, 1997). Het gevolg is, dat ons land 250.000 volwassen functioneel analfabeten kent (Inspectie van het Onderwijs, 2003).
DOCUMENT